'Publieke waarden door data onder vuur'
De voortschrijdende digitalisering grijpt steeds meer in op het leven van burgers. Het openbaar bestuur moet private partners ter verantwoording roepen, vindt Martiene Branderhorst van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). En als gemeenten zelf gaan sturen met data, dienen ze dat te doen binnen publieke waarden.
De voortschrijdende digitalisering grijpt steeds meer in op het leven van burgers. Het openbaar bestuur moet private partners ter verantwoording roepen, vindt Martiene Branderhorst van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB). En als gemeenten zelf gaan sturen met data, dienen ze dat te doen binnen publieke waarden.
Keerzijde
‘We moeten veel meer gaan handelen vanuit publieke waarden. Techniek is niet beleidsneutraal, er zijn politieke keuzes nodig,’ zegt Branderhorst. ‘En de focus in het debat moet verschuiven. Het gaat nu vaak over de kansen van sturen met data, maar we moeten ons ook op de keerzijde richten.’ Branderhorst was voorzitter van de werkgroep die onderzoek deed voor het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ dat dinsdag verscheen.
Veel verlegenheid
In haar presentatie donderdag tijdens het congres ICT & Overheid van Binnenlands Bestuur en iBestuur meldde Branderhorst een omslag te zien. ‘Jaren geleden werden bij overheden nog dataproducten naar binnen gerold waar weinig over was nagedacht. De bewustwording over het belang van legitimiteit van het sturen met data komt nu wel op gang, al is er nog veel handelingsverlegenheid: hoe kan ik er in mijn gemeente op een goede manier aandacht aan besteden?’
Menselijk contact
Dat kan volgens Branderhorst door het gesprek te starten en daarbij de goede vragen te stellen: voor welk doel worden de data verzameld, is er geen bias in de dataset met kans op discriminatie, wie legt verantwoording af? ‘En vergeet ook niet te vragen of er voorzien is in menselijk contact om de uitkomst te duiden en eventueel te heroverwegen. Je kunt immers niet zeggen: het systeem draaide, dit was de uitkomst en daarmee is het goed.’ Data-analyse biedt volop kansen, weet Branderhorst, ‘maar bespreek dus ook de mogelijke ongewenste effecten.’
Geen afvinklijstje
De lijst met vragen die de Raad in het advies biedt, is geen afvinklijstje, waarschuwt Branderhorst. Overheden moeten volgens haar steeds in gesprek blijven, en werken aan een waardegedreven strategie. Een dataproject met een ingewikkeld ethisch vraagstuk? Eerst beraad, om echt stil te staan bij de gevolgen, en dan pas aan de slag. Een voorbeeld van een waardegedreven strategie is ook te vinden in een manifest van de gemeente Nijmegen, dat is gemaakt samen met inwoners en instellingen. Hierin staan afspraken over publieke waarden.
Nodige kennis
Het samenwerken met de wetenschap is Branderhorst goed bevallen. Nu ze, behalve lid van de Raad, ook algemeen directeur stadsbeheer is bij Den Haag, heeft ze wederom plannen om kennisinstellingen te betrekken bij datavraagstukken. Het helpt onder meer om de medewerkers de nodige kennis op te laten doen. Branderhorst raadt HR-afdelingen van overheden aan om meer werk van scholing te maken.
Private partijen
Het delen van data tussen overheden en externe partners vraagt trouwens om extra aandacht. In het rapport ‘Sturen of gestuurd worden’ roept de Raad het openbaar bestuur op om de rol als opdrachtgever steviger in te vullen. Branderhorst: ‘Als je gaat samenwerken met private partijen, moet je duidelijk maken wat je belangrijk vindt bij het gebruik van data. Bijvoorbeeld dat je wilt dat iedereen op dezelfde manier behandeld wordt, dat het transparant is wat je doet en hoe de algoritmes werken. Je moet het afspreken, ook contractueel, en je moet toetsen of het gebeurt.’
Begin gewoon eens
‘Maak het niet te groot.’ Zo luidt het relativerende advies van Branderhorst aan mensen in het openbaar bestuur die aan de slag willen met publieke verantwoording. ‘Begin gewoon eens met een project. Kijk in je eigen context: is mijn gemeente of mijn ministerie bezig met een dataproject of een digitaliseringstraject? Stel daar dan vragen over. Een eenvoudige interventie, maar ik ben ervan overtuigd dat je daar een aantal vraagstukken uithaalt waar je verder mee kunt.’
Lees het volledige artikel in nummer 10 van Binnenlands Bestuur dat deze week verschijnt.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Daarom ook kennen we het fenomeen 'Publieke waarden', wat daar dan ook onder te verstaan is. Over waarden voeren we waardendiscussies, die volledig los staan van welke technische ontwikkeling dan ook.
Wat mevrouw Branderhorst waarschijnlijk bedoeld is het feit dat het toepassen van bestaande waarden op nieuwe technische ontwikkelingen, niet gelijk opgaat met die ontwikkeling.
Een goed voorbeeld is de financiële/bancaire crisis uit 2008. Geld- en goederenhandelaren waanden zich onbespied, de regelgeving liep mijlen ver achter bij de morele 'vrijheid' die de technische mogelijkheden boden. Toezichthouders en wetgevers waren domweg te laat met het ontwikkelen van nieuwe wet- en regelgeving.
Structureel wordt over het hoofd gezien, dan wel miskend, dat nieuwe technische veranderingen tot ander gedrag leiden. Neem het individualistische hedendaagse gedrag, de bron van extreme zelfzucht. Dat is het gevolg van de technische veranderingen op het gebied van mobiliteit en communicatie.
Die technieken hebben tot een versnippering en fragmentatie van de oude, hechte samenleving geleid. Die technieken hebben een breuk in ons gedrag veroorzaakt. Geen hond heeft ooit beweerd dat door auto's, vliegtuigen, PC's, internet, mobiele telefoons en netwerken et cetera, onze publieke waarden onder vuur zijn komen te liggen.
Iedereen begrijpt onmiddellijk dat dat onzin is. Het gaat er om wat er in ons gedrag veranderd door gebruik van die nieuwe technieken en welke nieuwe regelgeving er dan nodig is om onze publieke waarden op dat nieuwe gedrag van toepassing te laten zijn.
Ooit stelde ik als MKB-NL vertegenwoordiger in een overleg met de top 40 juristen van VROM/I&M over het STEM programma de vraag: 'Hoeveel mensen werken er bij het ministerie die verstand van gedrag hebben"? Het bleef 30 seconden stil, toen kwam er uit een hoek van de zaal het antwoord: "Nul".
Zolang louter juristen het voor het zeggen hebben in regelgevingsprocessen, zullen wij geconfronteerd blijven met manke wetten zoals de Toeslagenwet, de diverse transitiewetten, de wet op de woningbouw corporaties, de MBO wetgeving, e.d. In al die wetten zijn gedragsaspecten van noch de uitvoerenden, noch de betrokkenen in het traject betrokken.
Laat dat de les van 10 jaar gebrekkige wet- en regelgeving onder Rutte zijn. Dat is waar Pieter Omtzigt voor strijdt, dat is wat anders moet. Data zijn neutraal mevrouw Branderhorst.