Advertentie
digitaal / Ingezonden

Een overheid die koste wat kost alles wil weten, verliest gezag

In Bodegraven en Alkmaar schoot de online informatiepositie van de overheid tekort. Toch ligt de oplossing niet in méér online surveillance.

31 maart 2025

Wat als het gevaar niet op straat zichtbaar is maar in een besloten Telegramgroep ligt te broeien? En wat als hooligans zich niet op straat verzamelen, maar als online relschoppers via haatcampagnes en nepreviews bestuurders bedreigen en ondernemers raken in hun portemonnee? Het zijn geen hypothetische scenario’s, maar actuele uitdagingen waar gemeenten vandaag de dag mee worden geconfronteerd. Recent verschenen twee diepgravende evaluaties: Gehackt of toch online aangejaagd (Alkmaar) en Bloemen op de Begraafplaats (Bodegraven). Twee totaal verschillende casussen, maar met één opvallende overeenkomst: de online informatiepositie van de gemeente schoot tekort.

In Bodegraven leidde een complottheorie over ritueel kindermisbruik tot online hysterie, het leggen van bloemen op kindergraven, bedreigingen en uiteindelijk juridische procedures. In Alkmaar ontstonden na een Europese voetbalwedstrijd online haatcampagnes tegen de burgemeester, ondernemers en ambtenaren. 

In Bodegraven duurde het maanden voordat men inzag hoe serieus de online complotdynamiek was. In Alkmaar werd pas na dagen duidelijk dat de beledigingen en bedreigingen geen incidenten waren, maar het gevolg van massale online ophef, mede aangejaagd door uitspraken van Poolse politici. In beide gevallen werd de dreiging te laat herkend, mede door een zwakke online informatiepositie.

En dat is zeker geen uitzondering. Bij meerdere gemeenten is de digitale informatiepositie fragmentarisch, ad hoc en sterk afhankelijk van individuele medewerkers of contacten. Monitoring (nu online onderzoek genoemd) beperkt zich vaak tot publiek toegankelijke bronnen en wordt bemoeilijkt door capaciteitsgebrek, het ontbreken van expertise en onduidelijke juridische kaders. Veel relevante signalen bevinden zich in besloten digitale omgevingen zoals WhatsAppgroepen of gesloten Facebookgroepen – plekken waar overheden nauwelijks zicht op hebben. 

Een betere online-informatiepositie klinkt als een logische en verstandige oplossing hiervoor. Ik heb sterke twijfels bij deze oplossing. Burgers met weinig vertrouwen in de overheid zijn juist gevoeliger voor complottheorieën en kunnen extra argwaan ontwikkelen als ze het gevoel hebben dat ze in de gaten worden. Als toezicht en sancties toenemen zonder duidelijke uitleg, kunnen inwoners zich nog meer buitengesloten voelen. 

De wens om onveiligheid te voorkomen mag daarom niet omslaan in een werkwijze die het wantrouwen juist vergroot. In plaats van steeds meer mensen informatie over mensen en fenomenen te verzamelen, is het hoog tijd om te investeren in relaties en vertrouwen. Zoals jongerenwerkers al veel langer weten: vertrouwen bouw je in vredestijd, niet pas als het misgaat. Gemeenten moeten actief aanwezig zijn, luisteren, en contact opbouwen – ook online. Niet omdat dit makkelijk is, maar omdat het essentieel is om verbinding te houden met groepen die anders afhaken.

Dit vraagt om een fundamentele verandering in de manier waarop we omgaan met online signalen en risico’s. Dit vraagt om niet primair te denken in veiligheid en beheersing van risico’s, maar in publieke waarden zoals transparantie, legitimiteit en inclusiviteit. Technologie kan ondersteunend zijn, maar is geen oplossing in zichzelf. Gemeenten (en ook politie) moeten zich vaker afvragen hoe hun handelen wordt ervaren en dit meenemen in hun werkwijze. Een voorbeeld: in Amersfoort werd deze week een demonstrant aan huis bezocht door een agent die haar vroeg naar haar intenties om te demonstreren. Dit bezoek werd als zeer intimiderend ervaren en deed de beeldvorming geen goed. Dit soort gebeurtenissen moeten meer leidend zijn in het reflecteren op gezag en vertaald worden in de werkwijze van overheden.

Online monitoring/online onderzoek is belangrijk, maar de manier waarop de informatie tot stand komt is essentieel. Online onderzoek moet alleen worden gedaan als het noodzakelijk is en op een transparante wijze, met duidelijke werkwijzen en begrijpelijke kaders. Het gaat om het vinden van balans: weten wat er online speelt, zonder het vertrouwen te verliezen van de mensen over wie het gaat. Een overheid die koste wat kost alles wil weten, verliest gezag. Een overheid die luistert, zich kwetsbaar opstelt en durft te investeren in vertrouwen, wint aan legitimiteit.

Willem Bantema is Lector Bestuur en Veiligheid in een Digitaliserende Samenleving (NHL Stenden Hogeschool, Thorbecke Academie)

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie