Advertentie
digitaal / Achtergrond

Hoe BART deze wijk gaat reden

De leefbaarheid in zuidwest-Den Haag staat onder druk. Het digitale meldingsplatform BART! verbetert er niet alleen de veiligheid in de wijken, maar draagt ook bij aan de sociale cohesie. Ook andere gemeenten tonen interesse.

22 maart 2019
alarm---sos.jpg

Nieuw digitaal meldingsplatform

Eind januari stortte in Haagse Jan van der Heijdenstraat een gebouw van drie verdiepingen in. Oorzaak: een gasexplosie. Negen mensen raakten gewond en er was veel materiële schade. Enkele ogenblikken na de explosie werden de eerste beelden van de ravage online gezet, voor het merendeel gemaakt door buurtgenoten. Wat betreft René Baron, directeur van het Haagse stadsdeel Escamp, is dit een goed voorbeeld van waar BART! een rol kan spelen.

BART! (Burger Alert Real Time) is een digitaal meldingsplatform dat moet zorgen voor een veilige en leefbare buurt. Het is een project waarin gezamenlijk wordt geinvesteerd door onder meer de gemeente Den Haag, de politie, TNO en de TU Delft. In 2014 werd BART! geïntroduceerd in de Haagse stadsdelen Leidscheveen/ Ypenburg en Escamp. ‘In Escamp wonen circa 125.000 inwoners, waarvan een groot deel in Zuidwest’, legt Baron uit. ‘Het is een gebied dat bestaat uit de naoorlogse wijken Moerwijk, Morgenstond, Bouwlust en Vrederust. Met nieuwe technieken zoals BART! werken we aan de verbeteren van leefbaarheid en veiligheid én aan het versterken van de sociale cohesie.’

Baron maakt zich zorgen over de afname van de sociale structuren. ‘De traditionele manieren om mensen bij elkaar te brengen zijn in de loop der jaren verdwenen. Vroeger ging dat via de kerken, de sportverenigingen en scholen, maar dat is allemaal minder geworden. Juist zwakke wijken, zoals die in Zuidwest, hebben een samenleving nodig om de wat zwakkere broeders erbij te halen. Sociale media helpen mee om die sociale cohesie weer te versterken. Je kunt ook een zaaltje met een bewonersavond organiseren, maar dat is old school.’

Het organiseren met behulp van digitale netwerken is volgens Baron een nieuwe manier van denken. ‘Natuurlijk moet het wel en-en. Je moet met bewoners van de wijk blijven praten, maar het versterken van sociale cohesie door middel van internet is een leuke, virtuele manier om met mensen in aanraking te komen. Bovendien wordt de wijk er ook nog eens sterker van. Een meer bewust gebruik van sociale media kan van grote invloed zijn op de weerbaarheid. Mensen weten elkaar in nood sneller te vinden en kunnen razendsnel informatie met elkaar delen.’

Uitgebreid
BART! zoekt aansluiting bij de vele buurtapps die op het internet te vinden zijn, maar het wil meer bieden dan de rest. ‘We kennen ook Burgernet, maar dat richt zich specifiek op veiligheid. Omdat binnen BART! de meldkamer van politie én de meldkamer van de gemeente samenwerken, komen er bij ons ook leefbaarheidsmeldingen binnen. Een ander verschil is dat binnen BART! alle kanalen bij elkaar komen. Sommige bewoners communiceren via de app, anderen via sms of de balie van het stadsdeelkantoor. Al die informatie komt in de meldkamers binnen. Wij kunnen met een processor die gegevens duiden, waarna er gericht actie kan worden ondernomen.’

Op dit moment zit BART! nog in de ontwikkelfase en is het aantal gebruikers vanuit Zuidwest beperkt. Baron zou graag zien dat er meer bewoners aanhaken. ‘In het begin van de proef was er best veel enthousiasme. We zagen ook dat het aansloot op een behoefte in Zuidwest. Met name de interactie tussen meldkamers en bewoners gaf veel positiviteit. In alle eerlijkheid moet ik zeggen dat de animo van eerder wat is weggezakt. Dat heeft te maken met onze achterstand op het gebied van sociale media. Bewoners verwachten snel actie bij het doorgeven van een melding, maar dat kan alleen als onze bedrijfsprocessen goed ingeregeld zijn. Die processen zijn cruciaal. Dat betekent onder meer dat binnenkomende informatie geverifieerd moet worden. Iets moet 100 procent zeker zijn, voordat wij ermee aan de slag gaan.’

Eén van de grote ambities van BART! is om een directe koppeling te maken met WhatsApp, Facebook en Twitter. ‘We weten dat sociale media door onze bewoners veel worden gebruikt. Het zou mooi zijn als we die kanalen kunnen koppelen met BART! Op dit moment ontwikkelen we generieke technologie om uit de sociale media incidentmeldingen te kunnen halen, om te beginnen uit de buurtpreventiegroepen op WhatsApp.’

Privacy
Bij het ontsluiten van informatie, bijvoorbeeld uit groepen op WhatsApp of Facebook, speelt privacy een belangrijke rol. ‘Ook bij de informatie die wij rechtstreeks aangeleverd krijgen van onze bewoners’, geeft Baron aan. ‘We merken dat bewoners zich in veel gevallen onvoldoende bewust zijn van het belang van bescherming van de eigen privacy en die van anderen. Ook weten ze vaak niet wat daarbij de positie van de overheid is. Een van de onderdelen van BART! is dan ook het informeren van bewoners met betrekking tot privacyvraagstukken.’ Dat geldt ook voor de foto-, video- en audiobestanden die bewoners aanleveren tijdens de praktijkproeven. René Baron legt uit dat er goede afspraken met de bewoners zijn gemaakt. ‘Voorafgaand aan de praktijkproeven hebben we aan de deelnemers toestemming gevraagd voor het gebruik van hun persoonsgegevens. In onze prototypes worden verzamelde data gelijk na afloop vernietigd. Op het moment dat BART! is uitontwikkeld, zal het voldoen aan de AVG en de Wet politiegegevens.’

BART! kan op den duur zeker impact hebben op het leef- en veiligheidsklimaat in Escamp. Ook kan BART! bijdragen aan meer sociale cohesie. Toch maakt Baron zich vooralsnog niet al te veel illusies. ‘We proberen de verandering in de wijk op gang te brengen met verschillende co-creaties en BART! is daar eentje van. De verandering bereik je niet alleen door je te richten op veiligheid, meldingen of sociale cohesie. Daar is een integrale aanpak voor nodig, wat dat betreft hebben we gelukkig de tijd mee. De marktsituatie is gunstig en ontwikkelaars weten Zuidwest ook weer te vinden. Er is een tijd geweest dat die met een grote boog om ons heen liepen, maar nu zijn ze weer behoorlijk geïnteresseerd.

Vanuit de gemeente zijn we aan het bekijken hoe we de naoorlogse wijken beter kunnen ontwikkelen.’ Dat moet met beleid gebeuren, stelt Baron, ‘waarbij je de structuur versterkt in plaats van die aan te tasten. Dat betekent dat je gebruik moet maken van de kwaliteiten die er in de wijken zijn. De sleutel om verder te komen zit daarbij in het in contact komen en blijven met de bewoners. Een oplossing zoals wij nu bedacht hebben met BART!, speelt daar een voorname rol in.’

Andere overheden
BART! heeft inmiddels ook de aandacht getrokken van andere overheden. Zo hebben de gemeenten Amsterdam en Rotterdam interesse getoond en is er ook belangstelling vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. ‘Vanuit BZK wordt gekeken hoe lokale overheden in contact blijven met burgers. In dat kader vinden zij ons project erg interessant, ook in relatie tot de mogelijkheden in andere gemeenten. Recent hebben we ook gesproken met de VNG over hun mogelijke rol bij de dienstverlening van BART! De VNG is wat ons betreft bij uitstek de partij die de behoefte van bewoners uit verschillende gemeenten kenbaar kan maken en kan integreren in de dienstverlening van BART!’

Om tot die integrale dienstverlening te komen, moet volgens Baron ‘een breed palet aan dienstverleners zijn aangesloten. Zoals preventieteams, wijkteams, sociale diensten, werkgevers, schuldhulpverlening, scholen, woningcorporaties, verzekeraars en de politie.’ Baron is blij met al die belangstelling. ‘Het betekent dat we op de goede weg zitten. Het is geweldig dat wij met deze toepassing aansluiten bij die communicatiemiddelen waar het publiek veel gebruik van maakt. Daarmee wordt de waarde van de meldingen bij onze meldkamers vertienvoudigd. Eerlijk gezegd denk ik dat wij met BART! goud in handen hebben.

Dat is aanstekelijk, want als het een succesverhaal wordt dan zijn mensen eerder geneigd om in te stappen en mee te doen. Maar innovatie kost wel tijd. De verleiding is groot om snel iets in de markt te zetten en dan achterover te leunen, maar dat willen wij niet. Wij willen een product neerzetten dat meerwaarde biedt. Daarvoor hebben we zeker vier tot vijf jaar nodig.’

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie