In de fediverse bepaalt de gemeente zelf de regels
Groeit de fediverse nog uit tot het publieke digitale dorpsplein dat nu mist? Een overheidsserver voor Mastodon is in de maak.
De PublicSpaces Conferentie 2023 heeft iets weg van de EO-Jongerendag: twee dagen lang zijn bezoekers ondergedompeld in een alternatieve werkelijkheid waarin iedereen vrijwel dezelfde visie aanhangt en uitdraagt (en wat zijn ze eigenlijk met veel!). In dit geval gaat het niet om een religie (al wordt er onvermijdelijk gepreekt voor eigen parochie), maar om het belang van een publieke digitale ruimte. Binnen PublicSpaces is de fediverse geen marginaal verschijnsel, maar een investering in een betere toekomst, waarin niet big tech de regels bepaalt, maar de burgers zelf.
Zien wat je wil zien
Fediverse staat voor federatieve servers voor webpublicaties en bestandshosting, die onderling kunnen communiceren. Federatief betekent dat de servers onafhankelijk van elkaar draaien, maar wel verbonden kunnen zijn. Dat klinkt wat technisch, maar het komt erop neer dat de fediverse is ontworpen vanuit het idee dat je ziet wat je wil zien, in plaats van wat een algoritme je opdringt, legt ‘fediverse ambassadeur’ Erik Kemp uit op de conferentie.
Mastodon, het onafhankelijke alternatief voor Twitter, is een bekende dienst binnen het netwerk, maar je hebt er veel meer, zoals Pixelfed voor afbeeldingen en Peertube voor video. Kemp demonstreert dat alle diensten waarop je een account hebt, in de Mastodon-feed voorbij komen in dezelfde stijl en opmaak. ‘Je treedt geen platform binnen, maar een divers en levendig ecosysteem,’ aldus Kemp.
Amsterdamse Mastodon-server
Vooralsnog is het Nederlandse publiek nog niet massaal gevallen voor de fediverse. Veel Twitteraars vluchtten naar Mastodon toen de rechtse, onvoorspelbare multimiljardair Elon Musk in oktober 2022 Twitter opkocht, maar nog veel meer Twitteraars bleven het sociale medium trouw of gebruiken beide. Toch is Mastodon de toekomst, vindt Douwe Schmidt, projectmanager Public Tech bij de gemeente Amsterdam. Op de PublicSpaces Conferentie vertelt hij over de zoektocht van de gemeente om op een verantwoorde manier de communicatie met inwoners te organiseren door middel van een eigen Mastodon-server. Het sociale mediateam van de gemeente Amsterdam is weliswaar enthousiast over de interactie op het medium, maar tegelijkertijd zien ze dat het aantal volgers nog altijd relatief minimaal is (885 op een stad met ongeveer 921.00 inwoners). Is dat de moeite?
Veilige investering
Schmidt heeft meerdere argumenten paraat waarmee hij zijn collega's naar eigen zeggen meestal wel overtuigt. ‘Mastodon heeft geen algoritmes. Het bereik groeit organisch. Het is belangrijk omdat we dit medium zelf onder beheer hebben en zelf de toekomst kunnen bepalen. Wat dat betreft is het een zekere en veilige investering. We zijn zelf de baas. Burgers hebben het recht om op een onafhankelijke manier met hun overheid in contact te staan en daarin voorzien sociale media platformen eigenlijk niet. Als we willen dat mensen altijd onze berichten kunnen zien, onafhankelijk of ze dan wel of niet in onze bubbel zitten, dan moeten we investeren in Mastodon. Een investering die overigens heel beperkt is, het is geen zware server.’
Op Mastodon zijn we zelf de baas.
Vrijheid van vereniging
Hoe zorg je dat het ook gezellig blijft als het aantal volgers op Mastodon groeit? ‘Je kan mensen weren van je server als je daar geen contact mee wil. Stel dat een andere server zich richt op het verspreiden van racistische Tweede Wereldoorlog-beelden of zoiets, dan kap je die verbinding af.’
Mastodon is ontworpen volgens de vrijheid van vereniging: de servers zijn kleine gemeenschappen waarin mensen elkaar veelal kennen. Doordat ze zich verbonden voelen met een server, is er ook meer controle, is de theorie, al is het nog afwachten of die standhoudt als de trollenlegers het fediverse bereiken. Mensen die een Mastodon-account hebben, kunnen berichten lezen van alle servers en overal reageren. Tot nu toe is het knus op de server van de gemeente. ‘In al die maanden hebben we maar één keer een berichtje verwijderd van onze server. Onze macht reikt alleen tot onze eigen server, dus op een andere server, waar diegene zit, is die natuurlijk nog wel zichtbaar. Daar gelden andere regels.’
Centrale overheidsserver
ICTU, de ICT-dienstverlener van de overheid, legt de laatste hand aan een overheidsserver op Mastodon. In theorie kunnen alle politici dan van Twitter af. ‘Is het nou de bedoeling dat we decentrale sociale media centraal gaan afhandelen in Den Haag?’ vraagt Schmidt zich hardop af op de conferentie. Desgevraagd vertelt hij Binnenlands Bestuur wel degelijk blij te zijn met het initiatief. ‘Ik kan me voorstellen dat ICTU servers beheert, updates draait en zorgt dat alles veilig is, maar dat gemeenten wel hun eigen regels kunnen vaststellen. Het moderatiebeleid in Helmond moet anders kunnen zijn dan dat in Roermond.’ Deze oplossing zou een aantal huidige problemen voor de gemeente oplossen: zo is het uitvoeren van verplichte cyberveiligheidstesten op de server, zogeheten pentesten, verhoudingsgewijs erg duur.
Digitaal dorpsplein
Heeft Schmidt zelf nog iets interessants gehoord over de fediverse op de conferentie? ‘Wat ik vooral inspirerend vind is dat de sprekers en bezoekers heel goed kunnen verwoorden waarom een publieke digitale ruimte nodig is. Op dit moment is het digitale dorpsplein eigenlijk een winkelcentrum. Daarmee worden de basale instituties aangetast die we nodig hebben om democratie te verdedigen. We hebben onafhankelijke vrije plekken nodig waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Offline bestaan die in de vorm van het verenigingswezen, in kranten, in lobbyorganisaties. Online hebben we net zo goed ruimte nodig voor de civil society.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.