Kom met een nationale groennorm die bij ontwikkeling en beheer borgt dat stedelijke natuur gelijkwaardig wordt aan 'grijze’ aspecten. Dat was in essentie de aanbeveling die het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in januari 2023 deed in het rapport Natuur in en om de stad.
Daarin is ten eerste onderzocht hoe groen kan bijdragen aan diverse stedelijke opgaven. Het PBL zet uiteen dat de sociale, economische en milieubaten van groen al wetenschappelijk zijn aangetoond en dat er al internationale en nationale beleidskaders zijn om op die baten te sturen.
Ten tweede is onderzocht hoe zo’n nationale groennorm eruit zou kunnen zien. Daarvoor doet het PBL een belangrijke constatering. Vanwege de diverse stedelijke contexten en de veelheid van baten is gebiedsgericht maatwerk nodig, maar in de praktijk sneuvelt groen daarin omdat stedelijke (her)ontwikkeling en beheer worden gedomineerd door de grijze infrastructuur. Daarom is een juridisch verankerde, flexibele en adaptieve nationale norm nodig die een integrale, inclusieve, gelijkwaardige, systeemgerichte inbedding van stedelijke natuur borgt.
Tijd voor toekomstbestendige leefomgeving
In juni 2024 komen de ministeries BZK en LNV met de reactie: de Handreiking Groen in en om de stad. Met daarin een borgingssystematiek; een set van kwalitatieve en kwantitatieve eisen die normeert, kwaliteit bewaakt en voldoende ruimte biedt voor maatwerk. Met inhoudelijke en procesmatige handvatten om groen gelijkwaardig aan andere thema’s mee te nemen in de planvorming. Omdat het tijd is om in actie te komen voor een gezonde, groene, prettige en toekomstbestendige leefomgeving voor mensen, dieren en planten. Dat klinkt veelbelovend, dus wat staat in de handreiking?
Kort door de bocht: realiseer op regionaal niveau structuren en verbindingen, stel op stadsniveau een groenstructuurplan op, hanteer op wijkniveau groenpercentages uit de Klimaatatlas, gebruik op buurtniveau de Landelijke Maatlat en hanteer op straatniveau de norm dat iedereen groen moet kunnen zien (en dat mag ook de eigen tuin zijn). Met daarbij ‘een stappenplan met algemene afwegingen en keuzes waaruit randvoorwaarden en kaders volgen die invloed hebben op de implementatie van groen en de bijbehorende instrumenten om groen te realiseren en te borgen.’
Geen gelijkwaardig positie
De stappen zijn logisch en de handreiking bevat vragen die nuttig kunnen zijn om het proces te sturen en de dialoog te voeren. Míts stedelijke natuur al als gelijkwaardig wordt beschouwd. En dat is in de praktijk niet zo. Voor een gemeentelijke vakspecialist of beheerder die dagelijks moet strijden voor iedere vierkante meter groen zal deze handreiking dan ook nauwelijks iets toevoegen.
Een nationale groennorm zou ertoe moeten leiden dat stedelijke natuur in de praktijk verplicht als volwaardig belang wordt meegenomen in ruimtelijke afwegingen. Het Rijk neemt anderhalf jaar de tijd om op te laten schrijven wat we al wisten en houdt het falende systeem in stand. Het is een mooie demonstratie van de institutionele belemmeringen die het PBL ook al vaststelde. Geen norm, geen gelijkwaardige positie van stedelijke natuur, maar bekende processtappen en richtlijnen met daarbij de nadrukkelijke boodschap dat deze niet verplicht zijn. Tijd voor transitie!
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.