Niet voor bange mensen
Werkers in het publiek domein moeten niet bang zijn zich zichtbaar in te zetten voor de herwaardering van de democratische rechtsstaat.
Werken in de publieke sector is niet voor bange mensen. Allereerst kun je zo maar met verbaal- en fysiek geweld te maken krijgen in je dagelijks werk. We zijn niet eens meer verbaasd wanneer politieagenten, brandweerlieden, ambulancemedewerkers dat overkomt. Zij zijn helaas niet de enige.
Leerkrachten kan het zo maar gebeuren dat ze met de dood worden bedreigd door ouder van hun leerlingen. Wijkmedewerkers van woningbouwcorporaties weten er ook over mee te praten. En ga eens bij publiekszaken van een gemeente kijken en luisteren hoe sommige inwoners zich gedragen. Alles moet en mag gezegd worden. Waarbij de parallelle digitale wereld het nog eenvoudiger maakt iets van beschaving achter ons te laten en te verzeilen in banaal gedrag. Sinds de kindertoeslagenaffaire is de vrijbrief tot banaal gedrag alleen maar groter geworden. Toch mag je als werker in het publiek domein niet bang zijn en moet je beheerst en respectvol blijven handelen.
Die zelfde affaire leert overigens ook dat de werking van ons democratisch systeem, perverse trekken aanneemt. En maakt dat besef nodig is bij de werkers in het veld dat ook bij hun eigen taakveld het “uit de hand kan lopen”. Het vraagt van professionals dat ze zich niet alleen de vraag stellen ‘voer ik mijn taak goed uit’, maar ook welke (ongewenst) effecten brengt de uitvoering met zich mee. Het vraagt moed de negatieve keerzijde bij de regelgeving te herkennen en te erkennen. Het vraagt vervolgens van je als professional niet bang te zijn en daadkracht te tonen dat aan de kaak te stellen en de ongewenst effecten bij de uitvoering van regelgeving en zelfs politiek opportunisme, tijdig zichtbaar en hoorbaar te maken.
Inmiddels hebben al die ontwikkeling tot effect dat langzaam maar zeker de representatieve democratie wordt uitgehold. De natuurlijke neiging is voor het verbeteren van vertrouwen en het vergroten van het bewustzijn van de waarde de representatieve democratie altijd naar politici te kijken. Terwijl eigenlijk bijna iedereen nu wel beseft dat zij de verandering niet gaan realiseren. Voorbeelden te over. Let maar eens op de worsteling van De Kamer met het vraagstuk van die andere bestuursstijl. Evenmin zie je bij gemeenten de schrik over de lage opkomst zich vertalen in andere bestuursstijlen.
Dit maakt dat ook de werkers in het publiek domein niet bang moeten zijn zich zichtbaar in te zetten voor de herwaardering van de democratische rechtsstaat. Dat vraagt bijna een revolutie van de professionals. Dat kan door dat zij zich meer bewust tonen van de waarde van de overheidsdienaar, de ambtenaar, in de 21e eeuw. Dat kan door durven te wijzen op de perverse effecten bij de uitvoering van wetten en regels. Dat kan door lef te tonen om de discretionaire ruimte te willen zien en te durven invullen. Maatwerk te leveren. En lokaal eindelijk de regelstapeling door het Rijk aan de kaak te stellen. Regelstapeling met als effecten een overspannen ‘gemeentelijke overheid’, een toenemend wantrouwen tussen overheidslagen en een vlucht in regionalisering met als kenmerk gebrek aan democratische legitimering.
Dat vraagt van de leiding van overheidsorganisaties meer te organiseren op basis van een moreel kompas en minder op basis van organisatieprincipes. Een heldere en krachtige advieslijn richting de gemeentelijke bestuursorganen in te richten. Een klimaat te laten groeien waar de kennis bij de inwoners aan de voorkant van een kwestie wordt ontsloten en niet pas in een participatieproces. Niet bang te zijn de waarde van de professionaliteit van de ‘overheidsdienaars’ te herwaarderen en in te zetten ten behoeve van het belang van de (lokale) representatieve democratie.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.