Vrijwillige brandweer voorlopig geen ambtenaar
De invoering van de Wet normalisering rechtspositie (Wnra) maakt het er voor de veiligheidsregio’s niet eenvoudiger op. Voor een deel van het personeel gaat het private arbeidsrecht gelden, anderen blijven ambtenaar met een aanstelling.
De invoering van de Wet normalisering rechtspositie (Wnra) maakt het er voor de veiligheidsregio’s niet eenvoudiger op. Voor een deel van het personeel gaat het private arbeidsrecht gelden, anderen blijven ambtenaar met een aanstelling.
Dat meldt minister Ollongren van Binnenlandse Zaken aan de Tweede Kamer.
Arbeidscontract
De enige medewerkers van Veiligheidsregio’s van wie de ambtelijke aanstelling wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst, betreft het ambulancepersoneel. Zijn vallen vanaf 1 januari 2020, als de Wnra naar verwachting wordt ingevoerd, onder het private arbeidsrecht. Precies volgens het boekje van de Wnra: met behoud van arbeidsvoorwaarden vervallen publiekrechtelijke aanstellingen en worden deze vervangen door privaatrechtelijke arbeidscontracten.
Tijdelijk
Maar Veiligheidsregio’s worden daarmee wel hybride: iedereen die niet tot het ambulancepersoneel behoort, behoudt de aanstelling. Dat is het brandweerpersoneel, personeel ten dienste van de crisisbeheersing en overig personeel – waarbij kan worden gedacht aan ondersteunende krachten en staffunctionarissen. Wel erkent Ollongren, verantwoordelijk voor de invoering van de Wnra, dat hun aanstelling tijdelijk is, op termijn zullen zij ook overgaan naar de private sector. Juist omdat het tijdelijk is, vindt de regering deze uitzonderingspositie aanvaardbaar.
19.000
Voor alle functionarissen van Veiligheidsregio’s gelden verschillende arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregelingen. Dat maakt de overgang naar het private arbeidsrecht extra gecompliceerd, vindt de minister. Die complexiteit hangt samen met de rechtspositie van één van de groepen functionarissen die werkzaam is bij de veiligheidsregio: de 19.000 brandweervrijwilligers.
Niet enthousiast
Vorig jaar november vroegen Kamerleden Attje Kuiken (PvdA) en Antoinette Laan-Geselschap (VVD) in een motie al aandacht voor deze beroepsgroep. In een overleg met de minister liet Laan-Geselschap weten dat de Wnra ‘niet per se helpt’ bij het aantrekken van nieuwe mensen bij de vrijwillige brandweer. ‘Dan worden vrijwilligers omgevormd tot medewerkers met een vorm van vast contract.’ De vrijwillige brandweerlieden die zij daarover sprak, zouden daarover niet enthousiast zijn, en ook de Raad van Brandweercommandanten en de veiligheidsregio’s zien deze constructie voorlopig ook niet zitten, aldus Laan-Geselschap. ‘Iemand gaat bij de vrijwillige brandweer om mensen in nood te helpen. Je gaat niet bij de vrijwillige brandweer om ambtenaar te worden.’
Uitzonderingspositie
In de motie vroegen Kuiken en Laan-Geselschap zich af waarom het politie- en defensiepersoneel wel wordt uitgezonderd van de Wnra (ze noemen dat ‘medewerkers met unieke arbeidsomstandigheden’) maar brandweervrijwilligers niet. ‘Dan komt de repressieve brandweerzorg, die drijft op 19.000 brandweervrijwilligers, in gevaar vanwege verplichte arbeidsoverkomsten’, schrijven ze. Ze verzochten de regering ook voor brandweervrijwilliger een uitzonderingspositie te creëren.
Europees recht
Snel daarna (december 2018) liet minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) de Tweede Kamer weten dat ‘elementen’ in de rechtpositie van de brandweervrijwilligers in strijd zijn met Europese en internationale regelgeving en jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Overigens kwam dit door de Wnra aan het licht maar het is niet door de Wnra veroorzaakt.
Dit is wel aanleiding om de invoering van de Wnra voor het personeel van de veiligheidsregio’s (met uitzondering van het ambulancepersoneel) uit te stellen tot een nader te bepalen moment. Grapperhaus overlegt met vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers welke structurele oplossing passend is en recht doet aan de positie van brandweervrijwilligers. Verwachting is dat Grapperhaus over de uitkomsten van die gesprekken in de eerste helft van 2019 zal informeren.
Ik mis in dit artikel vooral het argument dat veel brandweervrijwilligers al een (full-time) baan of een eigen bedrijf hebben en dat het daardoor, om meerdere redenen, lastig is om er nog eens een part-time aanstelling naast te hebben.