Ambitie ziet er nu anders uit
Er is een nieuwe definitie van succes. Persoonlijke voldoening, autonomie en zingeving wegen daarin zwaarder dan traditionele statussymbolen
Onlangs sprak ik een jonge professional die, ondanks een aantrekkelijk aanbod voor een managementpositie, besloot deze af te slaan. Haar reden? Ze wilde haar werk-privébalans behouden en ruimte creëren voor zowel haar carrière als haar leven buiten werk.
Deze keuze staat niet op zichzelf; recente cijfers tonen aan dat 34 procent van de werknemers geen interesse heeft in een managementfunctie, en 39 procent geen promotie ambieert. Als je het mij vraagt lijkt het erop dat de traditionele bedrijfsladder minder populair is dan voorheen.
Jongere generaties, zoals Generatie Z en Millennials, leggen meer nadruk op persoonlijke waarden en werk-privébalans. Volgens hetzelfde onderzoek zou 57 procent van Gen Z en 53 procent van de Millennials overwegen hun baan op te zeggen als deze hun werkplezier en motivatie wegneemt en hun geluk belemmert.
Opvallend is dat dit niet een kwestie is van ‘geen zin in hard werken’. Veel jongeren werken nog steeds hard, maar willen meer controle over hoe en waar ze dat doen. De coronapandemie heeft dit besef versterkt: waarom verplicht vijf dagen naar kantoor als je productiever bent in een flexibele omgeving? Een herkenbare vraag in zowel mijn privé- als werkomgeving.
Deze verschuiving lijkt te leiden tot een nieuwe definitie van succes, waarbij persoonlijke voldoening, autonomie en zingeving zwaarder wegen dan traditionele statussymbolen zoals promoties of managementtitels.
Lang niet iedereen die goed is in zijn of haar werk, is automatisch een goede leider
Als millennial moet ik toegeven dat ik mezelf hier niet helemaal in herken. Misschien ben ik een uitzondering, of misschien ben ik gewoon ouderwets ambitieus? Ik zie een managementfunctie nog steeds als een manier om te groeien en impact te maken. Maar eerlijk is eerlijk: ik snap het punt wel. Wat heb je aan een titel als je daardoor minder vrijheid hebt om je werk op jouw manier te doen of als het je geluk belemmert? Anderzijds geloof ik ook dat je in een managementrol mandaat hebt om hier andere keuzes in te maken en kaders flexibeler te maken.
Toch kan deze trend ook een positieve bijwerking hebben. We kennen allemaal de verhalen van managers die vooral manager zijn geworden omdat dat de logische volgende stap was in hun carrière. Maar lang niet iedereen die goed is in zijn of haar werk, is automatisch een goede leider. De verwachting dat je ‘moet’ doorgroeien naar een managementpositie past bij een ouderwets carrièrebeeld, waarin succes vooral wordt bepaald door hiërarchie. Als minder mensen zich gedwongen voelen om die stap te maken, ontstaat er misschien juist meer ruimte voor mensen op managementposities die er écht geschikt voor zijn.
Dit vraagt wellicht om een herwaardering van leiderschap. Niet iedereen die ambitieus is wil manager worden, maar veel medewerkers zoeken wél naar manieren om zich te ontwikkelen. Is het inzetten op alternatieve carrièrepaden, zoals specialistische functies of projectleiderschap zonder hiërarchische verantwoordelijkheid een oplossing? Ik ben benieuwd hoe deze trend zich de komende jaren ontwikkeld.
Wat wel duidelijk is, is dat de traditionele bedrijfsladder niet meer heilig is. Jonge professionals willen een carrière die niet alleen financieel, maar ook persoonlijk voldoening geeft. Dat betekent niet dat ambitie verdwenen is - het betekent dat ambitie er nu anders uitziet. En misschien is dat juist wel de grootste verandering van deze tijd.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.