15 jaar pensioen is genoeg
Een alternatief is om de periode van pensioenuitkering te beperken. Laten we zeggen een periode van 15 jaar. Aan het eind van deze periode blijft alleen de AOW-uitkering als inkomen over.
Het AOW- en pensioenvraagstuk is voortdurend het nieuws. Ook het nieuwe kabinet Rutte heeft weer een hoofdstuk toegevoegd aan dit verhaal. De maatregelen gaan steeds dezelfde kant op: langer doorwerken, hogere premies en lagere uitkeringen. Misschien moeten we voor een oplossing eens een andere variant bedenken, namelijk een tijdelijk pensioen.
Tijdens ons werkzame leven leggen we elke maand een deel van ons inkomen opzij en dragen dit over aan een pensioenfonds. Als we stoppen met werken keert het pensioenfonds weer elke maand een bedrag uit. Voor de meeste mensen vormt de pensioenuitkering samen met de AOW-uitkering het totale inkomen. We hopen dat we met dit inkomen nog een beetje leuk kunnen leven als we niet meer werken. Zoals bekend staat het pensioen zwaar onder druk. Pensioenfondsen lossen dit op door minder pensioen uit te keren en door hogere premies te heffen bij de werkenden. Op den duur is dit een heilloze weg. Een alternatief is om de periode van pensioenuitkering te beperken. Laten we zeggen een periode van 15 jaar. Aan het eind van deze periode blijft alleen de AOW-uitkering als inkomen over. Diegenen die dit tamelijk afschrikwekkend vinden, moeten zich realiseren dat op dit moment ook honderdduizenden mensen in Nederland alleen een AOW-uitkering hebben. En diegenen die graag tot hun dood een pensioen willen, kunnen zich individueel bijverzekeren of kunnen bijvoorbeeld hun eigen woning te gelde maken.
Een systeem van een afgebakende periode van een collectief pensioen heeft een aantal voordelen.
Ten eerste wordt ons pensioensysteem veel goedkoper. De pensioenpremies zijn onder andere zo hoog vanwege het zogenaamde levensrisico. In pensioentermen is een lang leven namelijk een risico. Omdat de levensverwachting niet duidelijk is moet het zekere voor het onzekere worden genomen en moeten enorme reserves worden aangelegd. Bij een afgebakende periode is heel helder wat het maximale bedrag is dat moet worden uitgekeerd voor de doelgroep. De pensioenpremies kunnen dus aanzienlijk dalen.
In de tweede plaats biedt een pensioensysteem met een vaste uitkeringsperiode de mogelijkheid voor flexibiliteit. Je zou een systeem kunnen bedenken waarbij mensen zelf mogen bepalen wanneer de uitkeringsperiode ingaat binnen een bepaalde bandbreedte. Bijvoorbeeld tussen 63 en 67 jaar. Iemand met zwaar werk of iemand die gewoon geen zin meer heeft in z’n baan neemt eerder pensioen; iemand met minder zwaar (of zelfs: leuk!) werk laat z’n pensioen ingaan op z’n 67e. Hier zit dus een klein gokelement in voor wat betreft de levensverwachting. Iemand die het niet vertrouwt laat z’n pensioen eerder ingaan dan iemand denkt oud te worden.
Het derde - en belangrijkste – voordeel is de feitelijke waarde van het pensioen. De waarde van het pensioen is in dit verband voor tweeërlei uitleg vatbaar. Ten eerste de “consumptiewaarde”. Het hogere inkomen dat met pensioen wordt gegenereerd levert alleen iets op als je in staat bent, en de behoefte hebt, om ook iets met dit inkomen te doen. In het systeem van een beperkte pensioenperiode eindigt de pensioenuitkering tussen 78 en 82 jaar, afhankelijk van de gekozen begindatum (respectievelijk op de leeftijd van 63 en 67 jaar). In het algemeen kan worden gesteld dat je na een bepaalde leeftijd niet zo veel inkomen meer nodig hebt voor een leuk leven. Ik denk dat eenmaal boven de 80 jaar, de behoefte aan vakanties, golfen of anderszins luxe wel afneemt. Het wordt nog triester als je met een riant pensioen de laatste jaren van je leven al dementerend doorbrengt in een verzorgingshuis. In zo’n situatie maakt het totaal niet uit of je leeft van je kale AOW of met extra inkomen van een pensioen. Je komt de deur toch niet meer uit.
De tweede betekenis van pensioenwaarde is het feitelijk besteedbare inkomen. In de nabije toekomst zijn serieuze aanslagen op ons pensioen te verwachten. Je kunt erop wachten dat 65-plussers met een pensioen ook AOW-premie gaan betalen. Ook komen steeds meer inkomensafhankelijke regelingen in de zorg. Mensen met een (relatief) hoog inkomen zullen steeds meer hun eigen zorg op hun oude dag moeten betalen. Bij steeds meer en steeds hogere inkomensafhankelijke eigen bijdragen komt het besteedbare inkomen van mensen met een pensioen akelig dicht in de buurt te liggen van mensen met alleen AOW. En dan hebben we het nog niet eens over allerlei andere inkomensafhankelijke regelingen waar mensen met alleen AOW wel voor in aanmerking komen en mensen met een pensioen (net) niet. Dus aan het eind van je leven met allerlei aanslagen op je pensioen vraag je je dan af: waar heb ik in hemelsnaam nu 40 jaar pensioenpremie voor betaald? Of is de pensioenpremie gewoon een verkapte solidariteitsheffing geworden?
Rik Bolhuis
Meer columns van Rik Bolhuis vindt u hier.
Reacties: 8
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Het ABP heeft in haar bestaan - corrigeer mij als het niet zo is - slechts 2 keer verlies geleden. In hun geinvesteeerd vermogen zitten ook beleggingen in obligaties van de Zuidelijke landen, die in het slechts geval voor 100% verkocht worden aan de ECB. Tevens hebben de bedrijfspensioenfondsen spelregels, die aangeven wat er moet gebeuren bij overwaarde of onderwaarde. Geen indexeringen of minder pensioen is niets anders dan het uitvoeren van de pensioenreglement. Ik heb trouwens ook niemand horen zeuren toen de FPU, VUT en indexeringen berekend werd.
Het 1e pensioen, de AOW, dat is een probleem. Steeds meer pensionado's en steeds minder werkende mensen.
Het tweede probleem is dat de meerderheid de overheid gelooft en verder niets doet, totdat het te laat. Tja, dit is helaas het resultaat van 50 jaar overheidsknuffelen.