Tekort aan goed opgeleide inkopers
Het professionaliseren van de inkoopfunctie in de publieke sector blijft achter door met name het ontbreken van een passend opleidingsaanbod. Gevolg van het tekort aan goed opgeleide inkopers is dat nauwelijks wordt gewerkt met data-analyse en een inkoopstrategie.
Probleem bij (semi-)publieke organisaties
Uit een onderzoek van het expertise centrum aanbesteden PIANOo onder inkoopmanagers bij 24 aanbestedende diensten blijkt dat de ontwikkeling van kennis achterblijft, bijvoorbeeld van de toepassing van ‘bijzondere’ procedures, het vervlechten van strategische beleidsdoelen en inkoopstrategie en het toepassen van data-analyses. Ook taken zoals het ontwikkelen en updaten van inkoopbeleid blijven vaak liggen.
Één van de oorzaken voor het tekort aan goede inkopers – vooral voor functies met hbo- en wo-profiel – lijkt volgens PIANOo het gat tussen de behoeften van inkoopafdelingen en het huidige opleidingsaanbod. Opleidingen zouden inkopers beter kunnen voorbereiden op het vak door meer praktisch toepasbaar onderwijs, dat bovendien meer competentiegericht opleidt, sterker gericht op de publieke organisatie en de strategische kant van het inkoopvak. Er blijkt eigenlijk niet echt een opleiding te zijn die aansluit bij wat de publieke sector in een inkoper zoekt.
Opleidingen publieke inkoop worden nu grotendeels aangeboden door een klein aantal commerciële aanbieders, maar die richten zich volgens de respondenten onvoldoende op publieke inkoop. Op mbo-niveau noemen respondenten geen inkoopopleidingen. Het aanbod op hogescholen en universiteiten dat specifiek gericht is op publieke inkoop is eveneens beperkt. Een klein aantal hogescholen biedt een halfjaarlijkse inkoopminor aan, waarvan publieke inkoop onderdeel uitmaakt.
Ook op universitair niveau is het aanbod beperkt. Op een aantal universiteiten wordt het vak Aanbestedingsrecht aangeboden. En soms is er in het kader van een master bestuurskunde of management aandacht voor publiek opdrachtgeverschap.
Zittende inkopers blijken volgens het PIANOo- onderzoek nu meestal ‘per ongeluk’ het vak in gerold en hebben daardoor vaak geen inkoopopleiding gevolgd. ‘Na indiensttreding is er vaak beperkte tijd en budget om alsnog een opleiding te volgen. In meerdere gevallen was er een budget van zo’n 500 euro per persoon per jaar beschikbaar. In andere gevallen was meer budget beschikbaar, maar gaven respondenten aan geen tijd te hebben om een opleiding te volgen’, aldus de onderzoekers. Slechts een enkele gemeente en provincie biedt nieuwe inkopers in het eerste arbeidsjaar tijd en budget om een deeltijdopleiding te volgen.
Als mogelijke oplossing zien de respondenten het opzetten van een eigen oplossingstraject, naar het voorbeeld van grotere organisaties op rijksniveau en bij een enkele gemeente. Groot voordeel ervan is een betere aansluiting op de eigen praktijk en het feit dat hiermee mensen met een breed profiel enthousiast gemaakt kunnen worden voor inkoop. Behalve dat daarmee veel tijd gemoeid is, is een ander nadeel dat eenmaal opgeleide mensen nadat zij zijn opgeleid ook snel weer kunnen vertrekken, waardoor de eigen organisatie niet profiteert van de investering. De conclusie die PIANOo uit het onderzoek trekt is dat er snel aandacht moet komen voor meer en beter op de praktijk aansluitende opleidingen.
Imago
Een tweede oorzaak van het tekort aan publieke inkopers is volgens het onderzoek het imago van publieke inkoop. Het vak wordt onvoldoende serieus genomen en intern nog te vaak gezien als een puur administratief proces. Dat is volgens de respondenten een achterhaald beeld: ‘De inkoper is vaak al lang geen administrateur meer, maar een schaap met vijf poten, dat strategisch adviseert over het combineren van rechtmatigheid én doelmatigheid en daarmee een belangrijke schakel in de organisatie.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.