Schade onduidelijk na aanrijding bloembak
Een ambtenaar rijdt met zijn veegmachine tegen een bloembak. De schade meldt hij niet. Zijn voorgeschiedenis is al niet brandschoon. Laat de hoogste ambtenarenrechter het strafontslag in stand?
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Op een dag in juni 2017 rijdt Dré Poeldijk*, sinds 2008 ambtenaar te Amsterdam, met zijn veegmachine tegen een bloembak. Hij gaat niet na of er schade is en hij meldt het incident niet aan zijn leidinggevende. Als het ter sprake komt, verklaart hij hierover wisselend. Ernstig plichtsverzuim, vindt het college. Hij wordt geschorst, zijn salaris wordt met een derde ingehouden, en omdat de verwachting is dat hij niet meer zal terugkeren: onvoorwaardelijk ontslag.
Die zware sanctie staat niet op zichzelf. Eerder (2011) was Poeldijk al gewaarschuwd toen hij zich aan zijn werkzaamheden onttrok. In dat jaar werd voorwaardelijk strafontslag opgelegd toen hij drugs gebruikte onder werktijd. Een eerdere aanrijding met de veegmachine, waarschijnlijk onder invloed van drugs, leverde hem een schorsing op. Een keer (2016) met zijn veegmachine ongeoorloofd buiten zijn werkgebied: schriftelijke waarschuwing. Hij is vaker gewezen op mogelijke rechtspositionele gevolgen van zijn handelen. Dit ontslag vecht hij aan tot aan de Centrale Raad van Beroep.
Er was, aldus de Raad, sprake van een concrete verdenking van ernstig plichtsverzuim. En gezien Poeldijks voorgeschiedenis heeft het college redelijkerwijs kunnen menen dat het niet aanvaardbaar was dat hij zijn werkzaamheden zou blijven verrichten. De schorsing was terecht. Dat geldt ook voor het inhouden van de bezoldiging: dat had Poeldijk niet eens aangevochten, zodat het salarisbesluit vaststaat.
Maar geldt dat ook voor het ontslagbesluit? Een maand voor de aanrijding was er wéér een akkefietje. Poeldijk bevond zich opnieuw buiten zijn werkgebied en heeft daar, met een collega – zo zag een teamleider – eendjes gevoerd. Wat er die dag precies gebeurde blijft onduidelijk, want Poeldijk legt verschillende verklaringen af. Dat is niet wat van een goed ambtenaar mag worden verwacht, en dat levert plichtsverzuim op.
De aanrijding met de bloembak – de druppel die leidde tot het aangekondigde ontslag – is toevallig opgenomen door een burger, die het filmpje heeft opgestuurd naar de gemeente. Een behoorlijke klap, vindt het college, waarbij het voertuig is beschadigd. Poeldijk ontkent dat: bij de dagelijkse schoonmaak is geen schade geconstateerd. De botsing krijgt hij pas vier weken later van zijn leidinggevende te horen. Het filmpje heeft Poeldijk, ook na meerdere verzoeken, nooit gezien. O
f de veegmachine is beschadigd, kan de Raad niet vaststellen. Poeldijk zegt nee; het college zegt van wel, maar maakt dat niet hard. Waar het filmpje is, is onduidelijk. Onduidelijk is ook of Poeldijk het voorval had moeten melden – er zijn geen protocollen of werkinstructies over de meldingsplicht. Daarmee is de aanrijding én het niet melden daarvan geen plichtsverzuim.
En die wisselende verklaringen? Poeldijk had niks gemerkt van de aanrijding maar toen hij hoorde van het filmpje zei hij dat hij ‘iets’ had gevoeld, maar dacht dat het weinig voorstelde. In tegenstelling tot het college en de rechtbank Amsterdam vindt de Raad (uitspraak 4 juni 2021) dit geen strafwaardig plichtsverzuim. Poeldijk werd er pas weken na de aanrijding op aangesproken, en dan is het denkbaar dat zoiets is vergeten. Poeldijk heeft dan wel een ‘verleden’, en was een maand voor de aanrijding ook niet brandschoon, maar onvoorwaardelijk ontslag is volgens de Raad te zwaar. Het college moet met een andere sanctie komen, Poeldijk heeft de gemeente al verlaten.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2021:1337
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.