Mobiliteitsbeleid gemeenten kan stukken duurzamer
Maar een beperkte groep gemeentelijke werkgevers vergoedt selectief naar vervoerwijze, ten gunste van het openbaar vervoer: 17 procent.
Gemeenten en samenwerkende gemeentelijke organisaties (SGO’s) hebben zich als doel gesteld om hun CO2- voetafdruk te verkleinen. De woon-werkritten van 210.000 ambtenaren maken nu bijna een vijfde deel uit van die voetafdruk. Maar wat blijkt uit onderzoek van het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden? Slechts een kleine minderheid heeft een doelstelling om de voetafdruk via duurzame mobiliteit te verkleinen.
Regionale verschillen
Maar een relatief klein aantal gemeenten/SGO’s heeft een expliciete reductiedoelstelling voor de voetafdruk: 17 procent van de gemeenten en 10 procent van de SGO’s. Daarbij zijn er grote regionale verschillen: van de gemeenten/SGO’s in de Randstad heeft 28 procent een expliciete reductiedoelstelling, terwijl dat voor niet meer dan 13 procent van de werkgevers buiten de Randstad geldt. Er is ook een verschil naar omvang te zien: grote organisaties hebben vaker een expliciete reductiedoelstelling dan kleine.
Hoge ambities
Evengoed is duurzaamheid belangrijk voor de gemeenten en SGO’s: 73 procent geeft aan hoge ambities op het gebied van duurzaamheid te hebben en ruim de helft vindt dat de organisatie een voorbeeldfunctie heeft op het gebied van duurzame mobiliteit. Hoge ambities op duurzaam woon-werkverkeer komen aanzienlijk minder vaak voor (38 procent). Tegelijkertijd geeft bijna de helft aan dat het realiseren van die ambities in financiële zin wordt beperkt.
Kilometervergoeding
Maar een beperkte groep van de werkgevers vergoedt selectief naar vervoerwijze, ten gunste van het openbaar vervoer: 17 procent. Dat wil zeggen, de werknemer krijgt dan een hogere vergoeding voor een reis per ov of fiets dan voor een reis met de auto. Bij het overgrote deel van de werkgevers, 83 procent, is de vergoeding openbaar vervoer en auto gelijk. De kilometervergoeding wordt bij 94 procent van de werkgevers gegeven ongeacht de vervoerswijze, waarbij in veel gevallen de werknemers blijkbaar ook een keuze hebben: de ov-reis laten vergoeden of een kilometervergoeding ontvangen. De vergoeding is bij de helft van de werkgevers gelijk aan het maximum fiscaal onbelaste bedrag: 0,23 cent per km.
Verhuisvergoeding
Bijna alle werkgevers vinden dat de regeling woon-werkvergoedingen bedoeld is voor het vergoeden van onkosten. Daarnaast vinden de meeste werkgevers dat zo’n regeling belangrijk is om personeel te werven en te behouden. Naast vergoedingen voor woon-werkverkeer kunnen andere arbeidsvoorwaardelijke regelingen ook van grote invloed zijn op reizen en CO2-uitstoot. Bijvoorbeeld een verhuisvergoeding voor wie dichter bij het werk gaat wonen. Slechts 8 procent van de gemeenten/SGO’s blijkt een verhuisvergoeding te hebben. Meer werkgevers hebben een parkeervergoeding voor bij de werklocatie (12 procent). Maar 4 procent van de werkgevers heeft een regeling leasefietsen. Drie kwart van de werkgevers heeft geen enkele van deze voor duurzaamheid relevante regelingen.
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Voor werkgevers kan het verdienmodel een rol van betekenis spelen.