Toch weer meer externen ingevlogen

Hoewel meer dan de helft van de gemeenten moeite heeft gedaan om de kosten voor externen terug te dringen is dit wederom niet gelukt. Gemiddeld is het percentage van externe inhuur ten opzichte van de loonsom met 1 procent gestegen, van 15 naar 16 procent. Alleen de kleinere gemeenten (20-50 duizend inwoners) huurden een procentje minder in. De G4 bleef bovengemiddeld inhuren, maar bleef met 17 procent gelijk aan het jaar ervoor. Dat blijkt uit de Personeelsmonitor Gemeenten van het A en O-fonds.

Kritische blik
Het terugdringen van inhuurambtenaren is een wens van 53 procent van de gemeenten. De populairste actie om dit voor elkaar te krijgen is door flexibele inzet van het eigen personeel en het bevorderen van de interne mobiliteit. Op de tweede plaats van maatregelen staat een kritisch blik op het voornemen iemand extern in te huren. In het onderzoek wordt dit ook wel ‘fiattering door het hoogste echelon na onderbouwing’, genoemd. Het simpelweg vast in dienst nemen staat op de derde plek. Het nog eens extra monitoren van het budget, oftewel de inhuur beperken tot het hoogst noodzakelijke wil ook nog wel eens helpen. Op de vijfde plaats staat een actie waar de ambtenaren veel aan hebben: het vergroten van de kennis en vaardigheden onder het eigen personeel.

(Artikel gaat verder onder de afbeelding)


Gelijke rechten
Minder externe inhuur en meer rechten voor flexwerkers is een belangrijk thema geweest bij de onderhandelingen van het onlangs gesloten cao-akkoord voor gemeenteambtenaren. In plaats van tijdelijke inzet bij piek of ziek, gaat het volgens de FNV vaak om structureel werk dat al minimaal 2 jaar bestaat. De bonden hebben het voor elkaar gekregen dat flexwerkers gelijk beloond gaan worden waardoor het aantrekkelijker wordt om ze in dienst te nemen. Lang was dit voor de werkgevers niet bespreekbaar, totdat er onlangs onverwacht toch nog instemming kwam. Het was de doorbraak in het lange onderhandelingstraject, een succes voor de bonden.

Geen zekerheid

Zonder deze maatregelen blijkt het voor gemeenten niet moeilijk te zijn om weer van de flexwerkers af te komen. Want volgens een recent CBS-onderzoek is het zeker niet zo dat ambtenaren die tijdelijk in dienst zijn kunnen rekenen op een vast contract aan het eind van de rit. Van de 7 duizend mensen die in 2012 voor een publieke organisatie gingen werken, waren er na 3 en zelfs na 5 jaar nog maar 2 duizend in vaste dienst. Toch is het enkele procenten hoger dan bij de gemiddelde arbeidsmarkt. In het algemeen geldt: hoe hoger de opleiding, hoe meer kans op een vaste baan, zo becijferde het CBS.