Klokkenluiden gedijt bij open organisatiecultuur
Om intern melden door klokkenluiders te stimuleren, is het vooral nodig dat organisaties een open en veilige organisatiecultuur met ruimte voor tegenspraak creëren. Zo kunnen misstanden snel worden opgelost of zelfs worden voorkomen. Dat stelt de Raad van State in haar advies over de Wet bescherming klokkenluiders.

Om intern melden door klokkenluiders te stimuleren, is het vooral nodig dat organisaties een open en veilige organisatiecultuur met ruimte voor tegenspraak creëren. Zo kunnen misstanden snel worden opgelost of zelfs worden voorkomen. Dat stelt de Raad van State in haar advies over de Wet bescherming klokkenluiders.
Voorgesprek
Belangrijk gevolg van die nieuwe wet is dat klokkenluiders niet meer verplicht zijn om kwesties eerst intern (bij de werkgever) te melden, maar er ook voor kunnen kiezen die extern te melden (bij een autoriteit) of zelfs direct een kwestie openbaar te maken. De Raad van State vindt het belangrijk dat eerst intern melden in de praktijk zoveel mogelijk het uitgangspunt blijft. ‘Om onnodige juridisering en escalatie te voorkomen, zou de autoriteit die een melding ontvangt eerst een voorgesprek met de melder moeten hebben, voordat zij deze in behandeling neemt.’
Loyaal en discreet
Maar vooral die open en veilige organisatiecultuur is nodig om het intern melden te stimuleren. Die cultuur is juist ook voor de overheid van belang, vult de Raad van State aan, ‘omdat van ambtenaren wordt verwacht dat zij vanwege hun bijzondere positie loyaal en discreet zijn en dat zij zaken eerst intern proberen aan te kaarten’. ‘Als zo’n cultuur ontbreekt, kan een goede publieke verantwoording (en daarmee ook de ministeriële verantwoordelijkheid) worden aangetast.’
Complexer stelsel
Op het punt van uitvoerbaarheid stelt de Raad van State vast dat het wetsvoorstel niet op alle punten de Europese en nationale regels met elkaar gelijktrekt. ‘Het stelsel voor klokkenluiders wordt daardoor complexer en dat komt de begrijpelijkheid en uitvoerbaarheid niet ten goede.’ Ook wijst de Raad van State op het feit dat de Europese richtlijn lidstaten verplicht ‘toe te zien’ op het verbod op zwijgcontracten. Onduidelijk is hoe Nederland inhoud geeft aan deze verplichting. ‘In het bijzonder moet worden bekeken of de huidige algemene regeling in het Burgerlijk Wetboek in de praktijk daadwerkelijk voldoende bescherming biedt tegen verboden zwijgbedingen.’
Bejegening klokkenluiders
Verder is onduidelijk hoe het onderzoek naar bejegening van klokkenluiders wettelijk is geregeld en welke regels er precies op van toepassing zijn, vinden de adviseurs. Nu is dit de onderzoekstaak van het Huis voor Klokkenluiders, maar straks wordt het bejegeningsonderzoek beschouwd als ‘een vorm van ondersteuning. ‘Dit staat op gespannen voet met de huidige wet, waarin de verschillende taken van het Huis juist strikt zijn gescheiden.’ Onderzoek moet objectief en onpartijdig zijn en is niet verenigbaar met het ondersteunen van de klokkenluider, aldus de adviseurs. ‘De Afdeling adviseert daarom de positie van het bejegeningsonderzoek te verhelderen.’
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Marginale toetsing moet maar eens van tafel, het is een teken van rechterlijke luiheid en een excuus voor rechtspraak ver onder de maat. Even de heersende institutionele vooringenomenheid buiten beschouwing gelaten (Uitgangspunt het rechtmatig handelen van de overheid).
Dit advies is precies het tegenovergestelde van wat een aantal staatsraden zelf in de praktijk brengen. Met als gevolg juist onnodige juridisering en escalatie.
Niet helemaal correct. Eén verdenking en je wordt al zwart gemaakt en uiteindelijk op schimmige wijze aan de kant gezet of weggepest. Werkgevers waar onderliggend veel meer zaken niet deugen nemen geen enkel risico. Ze spenderen liever jarenlang kapitalen aan advocaten om een melder/klokkenluider op afstand te houden. Bij een ondeugdelijke bestuurscultuur staat lijfsbehoud voorop.