Jong bloed

Ik ben dol op jonge mensen. Ze brengen nieuwe energie mee, een frisse blik, nieuwe opvattingen. Ook voor onze organisatie, de gemeente Groningen, is jong bloed heel gezond. Waarom? Jongeren verwonderen zich nog. Waarom doen we het eigenlijk zo en niet anders? Goede vraag. Omdat we het al jaren zo doen.

Ik geloof dat veranderingen vrijwel altijd afkomstig zijn van jonge mensen. Zij brengen niet de ballast van het verleden mee en zien vaak andere oplossingen. Niet dat alles in één keer anders moet, maar vaste werkwijzen en procedures en protocollen af en toe kritisch tegen het licht houden, daar wordt elke organisatie beter van.

De gemeentelijke organisaties kunnen ook om een andere reden vers bloed goed gebruiken. We krijgen voortdurend te maken met nieuwe onderwerpen en taken, zoals klimaatadaptatie en sinds kort eiwittransitie. Daarvoor hebben we mensen nodig die op zo’n gebied voorop lopen en actuele kennis van zaken hebben. Vaak zijn dat jongeren.

Goed, we willen dus meer jongeren in de organisatie. Maar hoe krijgen we ze in huis? Jongeren willen natuurlijk net als iedereen een goed salaris, maar ze hebben vaak ook andere wensen. Ze willen bijvoorbeeld ruimte hebben om zich te ontwikkelen. Begrijpelijk, want ze staan het begin van hun carrière en verwachten niet dat ze hun hele leven in één baan blijven hangen. Het is gebruikelijk en ook wel verstandig om na een aantal jaren weer om je heen te kijken, om weer een stap verder te zetten. Daarvoor moet je in jezelf investeren. A&O fonds Gemeenten kan daarin voorzien. Dat fonds richt zich op het duurzaam inzetbaar maken van onze medewerkers. Erg belangrijk, want de wereld verandert zo snel dat je als medewerker zo veel als kan wendbaar en vitaal moet blijven.

Ook vinden jongeren het belangrijk kennis te vergaren en contacten te leggen en te onderhouden. De jongeren die bij ons werken, hebben zich georganiseerd in het Jongerennetwerk Groningen. Dat heeft 985 leden. Allen zijn 35 jaar of jonger. Ze organiseren bijeenkomsten die openbaar toegankelijk zijn, bijvoorbeeld over de veiligheidsregio. Daar ga ik graag naartoe, het zijn leuke en interessante bijeenkomsten. Deze enthousiaste groep van duizend mensen zijn niet alleen collega’s, maar ook ‘ambassadeurs’ (oud woord) van de gemeente. Ze hebben allemaal vrienden en vriendinnen die voor onze organisatie interessant zijn. Dan is het fijn dat zij positief zijn over de gemeente als werkgever.

Want dat vind ik best opvallend. Bij veel jongeren staan we er goed op. In ons project Young Professionals geven we jongeren een kans die rechtstreeks van mbo, hbo of vwo afkomstig zijn. Ze komen in dienst en mogen aan verschillende plekken in de organisatie ruiken. We hadden twaalf plekken beschikbaar en kregen maar liefst 160 brieven.

Tegelijk zijn er jongeren die helemaal niet in dienst van de gemeente willen komen. Ze zijn niet geïnteresseerd in een vaste baan, maar laten zich veel liever inhuren. Waarom ook zou je je als stedenbouwkundige of ingenieur willen binden aan één opdrachtgever? Ik begrijp dat heel goed. Voor hen moeten we op zoek naar andere vormen. Geen vast dienstverband, maar wel een vorm van verbinding.

Als ik zeg dat ik dol ben op jonge mensen, wek ik wel de schijn dat ik stokoud ben. Dat valt mee. Zelf was ik nog maar net zestig toen ik hier kwam werken. Dus eigenlijk is het niet zo raar dat ik me stiekem nog tot de nieuwe garde reken…