Baas over eigen tijd behoedt voor burn-out
Zelf je werktijden bepalen is een van de simpele maatregelen waarbij werknemers zelf de werkdruk kunnen verdelen. Het geeft ze de mogelijkheid om privé en werk beter te combineren en daar is iedereen bij gebaat.
Mensen presteren beter als ze zelf hun werktijden bepalen. Maar de invoering ervan verloopt niet in elk gemeentehuis even gladjes. ‘Managers hebben er begeleiding bij nodig,’ aldus Hylco Nijp die onlangs promoveerde op onderzoek naar flexibel werken.
Beperken management
Vroeg of laat krijgt elke ambtenaar te maken met een vorm van Het Nieuwe Werken, een verzamelnaam voor allerlei manieren om slimmer te werken. Op het gebied van techniek, werkplekken en samenwerken, maar ook het opnieuw uitvinden van het management valt eronder. Of beter gezegd, het bepérken van het management. Want een belangrijk kenmerk van moderne arbeid is minder controle, meer loslaten en vertrouwen. Dat kan op een extreme wijze, zoals in Hollands Kroon waar de complete hiërarchie is afgeschaft. Maar de meeste gemeenten beginnen voorzichtig met flexibel werken.
Werkdruk beteugelen
Flexibel werken blijkt een belangrijk middel om werkdruk te beteugelen, aldus Hylco Nijp. ‘Het zelf kunnen regelen van werktijden hangt samen met minder vermoeidheid, minder stress, een betere gezondheid en een evenwichtiger werk-privébalans’, benadrukt hij. ‘Nederlandse werknemers vinden het fijn om hun tijd zelf in te delen en een groot deel geeft aan meer flexibiliteit te willen. Niet alleen wat betreft begin- en eindtijden maar ook wat betreft pauzes en dagen dat ze vrij willen nemen’, aldus de onderzoeker. De werk-privébalans is een belangrijke reden om meer vrijheid in werktijden te geven.
Ambtenaren opgebrand
De Arbo Unie stelde eind vorig jaar vast dat maar liefst 23 procent van de ambtenaren onder de 30 jaar in de risicozone van een burn-out zitten door werkstress. Dat is een groot verschil met de rest van de arbeidsmarkt, daar blijft het percentage steken op 15 procent. Een zorgelijke ontwikkeling want het worden er ook steeds meer. De burn-out is dan ook dé beroepsziekte van het millennium. De mentale uitputting komt vrijwel altijd door een te hoge werkdruk en de onmacht dit te combineren met thuis. ‘Er moet tegenwoordig veel meer met minder middelen’, legt Hylco Nijp uit, ‘er worden hogere eisen gesteld aan werknemers, er zijn veel reorganisaties en veranderingen. Mensen gaan hierdoor sneller thuis doorwerken. Of ze kunnen hun werk niet loslaten en zijn er in hun hoofd nog mee bezig als ze eigenlijk vrij zijn’, legt hij uit.
Begeleiding nodig
Flexibel werken alleen kan het probleem van burn-outs echter niet weg nemen, benadrukt Nijp. ‘Het tegengaan van een te hoge werkdruk is toch een onderdeel van een breder beleid om duurzaam met personeel om te gaan.’ Het is volgens hem wel een simpel onderdeel dat erbij kan helpen. ‘Veel mensen hebben er behoefte aan en het past bij heel veel banen. Het is geen moeilijke ingreep, je hoeft geen ingewikkelde systemen aan te leggen of een nieuw gebouw neer te zetten. Je hoeft het alleen maar te doen, mensen eerder naar huis laten gaan of later laten beginnen.’ Hij erkent echter dat ook in die simpele handeling een uitdaging zit. ‘Het draait om vertrouwen en niet elke manager kan loslaten. Het lijkt dus eenvoudig, maar dat hoeft het niet altijd te zijn. Het duurt vaak wel even voordat mensen dat in de vingers hebben, managers hebben daar ook begeleiding bij nodig.’
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.