Financiën: extra inhuur bij het rijk kan tandje minder
VWS gaf het meeste uit aan externen. In 2022 besteedde dat ministerie ruim een kwart van de personele uitgaven daaraan.
Als departementen zich houden aan de Roemernorm van maximaal 10 procent externe inhuur, scheelt dat het rijk jaarlijks 134 miljoen euro. Acht van de twaalf ministeries overschrijden die norm.
Binnenlandse Zaken
Die besparingsoptie geven ambtenaren van Financiën de politieke partijen mee die bezig zijn hun verkiezingsprogramma’s te schrijven. Het is een van de vele honderden suggesties die staan op de zogeheten Ombuigingslijst 2023.
Volgens Financiën groeiden tussen 2018 en 2021 de uitgaven van het rijk aan externe inhuur met 63 procent: van 1,4 naar 2,3 miljard euro. Het percentage van de totale personeelsuitgaven die op gingen aan externe inhuur steeg in die periode van 12 naar 15 procent. In 2022 overschreden acht van de twaalf ministeries de Roemernorm van 10 procent, waaronder ook Financiën zelf overigens. De andere genomineerden op de Ombuigingslijst zijn Algemene Zaken, Binnenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Economische Zaken en Klimaat, Onderwijs, Cultuur en Welzijn, Infrastructuur en Waterstaat en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Corona
Het percentage externe inhuur voor het ministerie kwam daarmee in 2022 uit op gemiddeld 21,6 procent. In euro’s uitgedrukt ging het om een bedrag van 265 miljoen euro. Bijna de helft daarvan betrof externe inhuur ten behoeve van automatiseringsadviezen. VWS gaf het meeste uit aan externen. In 2022 besteedde het ministerie 25,7 procent van de personele uitgaven eraan – een overschrijding van de norm met ruim 15 procent. Als reden geeft VWS de pandemie aan: als gevolg van onzekerheid omtrent tijdelijkheid van opdrachten in verband met corona hadden RIVM, CIBG, CBG maar ook de VWS-kern te maken met relatief hoge uitgaven voor externe inhuur. Bijvoorbeeld ten behoeve van het ontwikkelen van digitale ondersteuningsmiddelen om de samenleving te openen en open te houden.
Taakstelling
Een taakstelling op externe inhuur op ministeries die de Roemernorm overschrijden kan behalve een grote besparing volgens Financiën ook ‘een efficiëntie verbetering van het rijksapparaat opleveren.’ Uit een analyse van PwC blijkt dat uitvoeringsorganisaties die maximaal 10 procent van hun personeelslasten besteden aan inhuur in de regel een 10 tot 30 procent hogere productiviteit te hebben. ‘Het verkleinen van de prikkel om (veel) externe inhuur aan te trekken zou daarom een productiviteitswinst kunnen opleveren’, aldus Financiën.
Ict
Op diezelfde Ombuigingslijst wordt ook geopperd een taakstelling van maximaal 10 procent externe inhuur op te leggen op de totale personeelskosten, maar inhuur voor advisering op het gebied van automatisering daarvan vrij te stellen. ‘Een groot deel – ruim één derde – van de externe inhuur binnen het rijk bestaat uit ict-gerelateerd personeel. Omdat het rijk steeds ict-intensiever wordt, bestaat er een toenemende flexibele vraag naar ict-capaciteit. Vooral bij ict is er sprake van tijdelijke projecten, piekbelastingen en/ of specifieke benodigde expertise, wat eventueel een vrijstelling voor externe inhuur voor automatisering zou kunnen rechtvaardigen’, aldus Financiën. De taakstelling bedraagt bij die variant geen 134 maar circa 51 miljoen euro, verdeeld over vijf ministeries. Het implementeren van de maatregel is volgens de Ombuigingslijst mogelijk wel lastiger door de huidige arbeidsmarktkrapte, waardoor het uitdagender is om vast personeel te werven.
"Nee hoor, de BTW aanpassen op 1 artikelgroep is niet mogelijk!" P: