‘Grote twijfels over geloofwaardigheid rechtsstaat’
Noord-Brabantse commissaris van de Koning Wim van de Donk maakt zich grote zorgen over de geloofwaardigheid van de kern van de democratische rechtsstaat. Die uitte hij afgelopen vrijdag op het symposium ‘De burgemeester: vriend of vijand van de rechtsstaat?’ ‘Met de deconstitutionalisering van de benoeming van de burgemeester maakte de senaat de fout van de eeuw.'
Grote zorgen maakt de Noord-Brabantse commissaris van de Koning Wim van de Donk zich over de geloofwaardigheid van de kern van de democratische rechtsstaat. Die uitte hij afgelopen vrijdag op het symposium ‘De burgemeester: vriend of vijand van de rechtsstaat?’ ‘Misdaad loont nu. We slaan geen deuk in een pakje boter. We worden uitgelachen.’
Stoot onder de gordel
Van de Donk opende het symposium waar rechtstatelijke vragen voorbij kwamen die burgemeesters voor dilemma’s stellen, zoals het al of niet verbieden van Pietdemonstraties, het al of niet sluiten van een woning waar een ‘handelshoeveelheid’ wiet is gevonden of het al of niet terugplaatsen van een vrijgekomen zedendelinquent in de gemeente. Bestuurskundige Niels Karsten uitte eerder zijn zorgen over de kernwaarden van de democratische rechtsstaat. Die waren ook de reden om het symposium te organiseren. Zeker nu de benoeming van de burgemeester uit de Grondwet is gehaald zijn de zorgen van Karsten over de rol van de burgemeester als hoeder van de rechtsstaat en de lokale democratie toegenomen. Kun je integriteit nog bewaken als je gekozen bent of als je afhankelijker bent van de raad? Hij verwees naar de burgemeester van de gemeente Brummen die zich begin dit jaar als een bokser in een boksring liet zien om criminelen te tonen dat hij wel optreedt tegen ondermijning. ‘Mag je als burgemeester een stoot onder de gordel uitdelen?’
Misdaad loont nu
Voor Van de Donk, ook voorzitter van de commissie Toekomstgericht lokaal bestuur, is evident dat de burgemeester vriend van de rechtsstaat is. Een betere vraag is volgens hem: wat is de rechtsstaat? Hij raadt aan het boek ‘De institutionele crisis van de rechtsstaat’ te lezen van een latere spreker op het symposium: Stavros Zouridis. Eveneens beveelt hij het rapport Goede rechtspraak, sterke rechtsstaat van de visitatiecommissie Gerechten onder voorzitterschap van Joyce Sylvester aan. Daarin worden rechters zelf ook de maat genomen en dat vindt de CvdK goed. ‘Er is reden om daar niet zo tevreden over te zijn, gezien de doorlooptijd en legitimiteit. Misdaad loont nu. We slaan geen deuk in een pakje boter. We worden uitgelachen. Als we geen antwoord vinden, dan verliest de rechtsstaat en misschien wel de democratie het vertrouwen van de burgers van dit land. Ik heb grote twijfels of de kern van de democratische rechtstaat nog geloofwaardig is. En dat baart mij grote zorgen.’
Joint crimefighter
Ons strafproces is een logistieke nachtmerrie geworden, aldus Van de Donk. ‘De rechtsstaat heeft echte vrienden nodig en dat zijn inderdaad burgemeesters.’ De term crimefighter gebruikt hij niet voor een burgemeester, maar wel ‘joint crimefighter’. ‘De burgemeester is lid van een team dat strijdt tegen criminaliteit en ondermijning. Dat gebeurt binnen wet- en regelgeving, maar soms is het goed de grens op te zoeken, omdat onduidelijk is waar die grens ligt.’ Het gaat om proportionaliteit, beoordelen in het licht van een casus. ‘Reële deuken in reële pakjes boter slaan. De burgemeester is nu eenmaal het meest zichtbaar: zonder toga en in de openbaarheid. Moet de burgemeester terug in zijn hok? Daar wil ik best over spreken, maar dan moeten andere partijen, zoals politie en justitie, wel leveren wat nodig is.’
Burgemeester als ‘lapmiddel’
Ook Zouridis constateert dat de burgemeester is verworden tot lapmiddel voor de bestrijding van de institutionele crisis van de rechtsstaat. ‘Het burgemeesterschap verschuift van bestuurlijk symbool van eenheid naar een instrument voor criminaliteitsbestrijding en politiek klusjesman.’ Maar het burgemeesterschap rust niet primair op een lokaal democratisch mandaat maar op goed bestuur. Het lapmiddel werkt niet, maar ondermijnt wel het burgemeesterschap, aldus Zouridis. ‘Daarom moeten we de context van het burgemeesterschap versterken: haal hem uit frontlinie van de handhaving en zorg dat andere handhavers wel hun werk kunnen doen, dus meer organiserend vermogen, minder regels en procedures.’ De burgemeester moet hoeder van goed bestuur zijn met een sterker extern mandaat en lokale steun. ‘Versterk de invloed van de Kroon op de burgemeestersbenoeming, niet die van de raad. Maak hem deel van het lokale stelsel van checks and balances.’
Fout van de eeuw
Die hele deconstitutionalisering van de burgemeestersbenoeming was Van de Donk een grote doorn in het oog. ‘Zonder enige reflectie heeft de Eerste Kamer een interventie gepleegd in het systeem. Je bent onverantwoord bezig als je er één ding uithaalt, zonder dat je weet wat de gevolgen ervan zijn. De senaat maakte de fout van de eeuw. Je hebt de verankering van de burgemeester weggenomen.’ In de aanpak van ondermijning is het nu een kwestie van samen leren en experimenteren, beaamt Van de Donk de bijdrage van de Tilburgse hoogleraar regionaal recht en bestuur Martijn Groenleer. Maar ook reflecteren en soms als burgemeester op onorthodoxe manieren te werk gaan. ‘Ontnemen en afpakken, daar doe je criminelen pijn. Je hebt dan wel het strafrecht nodig om het af te maken.’ Daarvoor zou de bewijslast moeten worden omgekeerd. ‘Verander de strafwetgeving: iemand mag de herkomst van zijn geld natuurlijk uitleggen, maar slaagt die uitleg niet, dan is het geld van ons.’
Lees het Brabants Dagblad over ondermijning.