Eenvoudiger pensioenregeling is definitief
Nadat er eerder dit jaar een akkoord was over het eenvoudiger maken van de pensioenregelingen voor onder meer ambtenaren, heeft de pensioenkamer dit nu definitief gemaakt. Over ruim twee maanden, per 1 januari 2018, gaat bijvoorbeeld de rekenleeftijd van 67 naar 68. ‘Door het vereenvoudigen van de regeling ontstaan er verbeteringen, maar ook een aantal versoberingen,’ waarschuwt ambtenarenpensioenfonds ABP.
Ouder worden
Het ging de laatste jaren slecht met de pensioenfondsen, de tijd dat pensioenen elk jaar automatisch meebewogen met de loon- of prijsindex is voorbij. Het feit dat mensen steeds ouder worden is een belangrijke factor. Gepensioneerden krijgen daardoor een aantal jaren langer pensioen uitgekeerd dan berekend was.
Ingewikkeld
De pensioenregeling is de afgelopen jaren door de vele wijzigingen erg ingewikkeld geworden. Om de regeling eenvoudiger te maken, wordt deze op punten als het nabestaandenpensioen, pensioenopbouw tijdens WW en arbeidsongeschiktheidspensioen aangepast. De wijzigingen bevatten meestal een verbetering van het nabestaandenpensioen, aldus het ABP. Voor deelnemers die door de vereenvoudiging erop achteruit gaan, is geprobeerd dit zoveel mogelijk te beperken of compenseren. Dit akkoord geldt overigens niet voor de pensioenregeling van Defensie. Ook bij deze regeling is vereenvoudiging noodzakelijk en zullen nog stappen gezet moeten worden.
Premiestijging beperken
De pensioenkamer, met daarin de vertegenwoordigers van de werkgevers en werknemers, heeft het akkoord van eerder dit jaar nu definitief gemaakt. ‘Eind 2016 hebben we aangekondigd dat de pensioenpremie de komende jaren naar een structureel hoger niveau stijgt’, aldus het ABP, ‘de premie van 2018 zal minder hard stijgen dan eerder aangegeven. Een deel van deze premiedaling wordt gebruikt voor het vereenvoudigen en verbeteren van de regeling. Het restant wordt gebruikt om de aangekondigde premiestijging te beperken’. ABP stelt jaarlijks de premie vast. De premie voor 2018 wordt eind november vastgesteld.
Reacties: 23
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
- De premie stijgt minder hard
- Dat wordt vertaald als een premiedaling
- Die 'premiedaling' (minder hoge opbrengst) wordt vervolgens gebruikt voor allerlei verbeteringen.
Waar komt het geld daarvoor vandaan?
Graag wat meer uitleg hierover.
1. toen er in het verleden sprake was van een dekkingspercentage van ca. 148% (!!!!) is er bij de privatisering van het ABP (Lubbers/Kok) een zeer forse greep uit de kas gedaan. Er gaan voor die greep omgerekend naar 2017 bedragen van 35 miljard over tafel. Overigens hebben in die jaren meerdere bedrijven/werkgevers zich hieraan bezondigd.
2. er wordt via wetgeving/DNB een belachelijk lage rekenrente gehanteerd voor toekomstige pensioenverplichtingen. Verzekeringsmaatschappijen wordt wel toegestaan om afwijkende rekenrentes te hanteren.
3. in de crisisjaren zijn ten onrechte pensioenpremies verlaagd en gebruikt voor het verhogen van reële lonen op de arbeidsmarkt. Dit was vooral ook voordelig voor het Rijk/Belastingen door minder belastingaftrek en lagere salariskosten voor de Overheid. In het verleden werden wel pensioenpremies van totaal 24% (werknemers/werkgevers) geheven.
4. o.a. het ABP realiseert de laatste 20 jaar een beleggingsopbrengst van 7% en tijdens de crisis is het vermogen van het ABP verdubbeld en gestegen tot ruim 380 miljard.
euro. Het zgn. dekkingspercentage hangt echter nog steeds rond de 100%, hetgeen vooral wordt veroorzaakt door het opleggen van de eerdergenoemde veel te lage rekenrente.
5. Rutte en c.s. vertellen regelmatig sprookjes over de inkomenspolitiek (sterk geflatteerde cijfers onder verschillende inkomensgroepen van CPB en CBS) en pensioenen (nieuwe pensioenwetgeving) en hanteren een eigen politieke agenda.
> En dus moet de huidige generatie pensioengenieters maar de kas leegplukken en de jongeren die nu werken met de brokken laten zitten?
Even alleen nemend de ABP pensioenen, die zijn meen ik voor het laatst in 2008 gedeeltelijk geïndexeerd, terwijl een groot deel van de gepensioneerden ook nog eens extra heeft ingeleverd via meer dan gemiddelde belastingverhogingen. Ik weet ook dat het uitkeringsgerechtigden niet veel beter is vergaan, maar we moeten de discussie wel zuiver houden. Gelukkig beginnen steeds meer mensen door te krijgen wat er met inkomensplaatjes in Nederland precies gebeurd. Heel Nederland gaat er op vooruit, behalve 300.000 gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden. Maar dit laatste heb ik niet gehoord. Wanneer zou er bij Rutte en c.s. eindelijk eens een lampje gaan branden?
Daar is geen speld tussen te krijgen. Het is het grote verschil tussen werkelijk rendement en rekenrente dat tot de huidige gang van zaken leidt. Jonge ambtenaren worden in het geheel niet benadeeld.
@Jan met de Pet,
Wel kritisch doordenken graag. De hogere pensioenleeftijd gaat een op een samen met langer recht op ziekte- en/of werkloosheidsuitkeringen. Die zijn gewoonlijk hoger dan de pensioenuitkering. Dus naar 70 met die leeftijd
Lang leve de vooruitgang
En verder niet zo zeuren. Jonge werknemers betalen veel meer en veel langer pensioenpremie dan al die Vutters die al gestopt zijn met werken toen ze 58-59-60 werden.
Je snapt het kennelijk nu nog niet. Pensioenfondsen verzilveren (verkopen vermogensbestanddelen als aandelen, obligaties, opties etc.) ook regelmatig en effectenbeurzen stijgen en dalen, maar gaan over het algemeen alleen maar structureel omhoog. Zie rendement ABP over ca. 20 jaar.
Een pensioenpremie van totaal 24% (ca. 50% door werknemer) heb jij nog nooit betaalt, maar de oudere gepensioneerden heel veel jaren wel en dat heeft vooral gezorgd voor de rendementen en de ontwikkeling van het huidige ABP-pensioenfonds.
Zouden Sinterklaas en de Kerstman dan eindelijk toch nog eens op bezoek komen of wordt het voor iedereen weer de zak van Zwarte Piet?
Bron: nu.nl 20 nov 2017
opvallend dat gepensioneerden nooit aan de premiebetalers (werkenden) denken als belanghebbende bij pensioenen.
Afgezien zijn de cijfers over pensioenafdracht te vinden in Kamerstuk 32043 nr. 26, Vergaderjaar 2010-2011. Daaruit blijkt dat uw 50% overdreven is. Afhankelijk van de pensioendatum hebben gepensioneerden kunnen profiteren van de lage premiebetaling 1995-2005 (4-5%). Opvallend is dat het werkgeversdeel daalde tot bijna 0% in de periode 1988-1993.