Solidariteit als vrouwenzaak
Welke rol speelt solidariteit tussen vrouwen onderling in de voortdurende strijd voor emancipatie?
Al decennia verenigen vrouwen zich ten behoeve van hun emancipatie. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de beweging zwarte, migranten en vluchtelingenvrouwen (ZMV) uit de jaren 1970-’80. Vorige week had ik de eer om met de levende legende Dita Vermeulen samen in een panel te praten over emancipatiebeleid, georganiseerd door Stem op een Vrouw.
Vermeulen was onder andere lang actief bij de ZMV beweging en bij de PvdA. Ons werd gevraagd: hoe kan het nu nog zo slecht gesteld zijn met de emancipatie van vrouwen? Vermeulen aarzelde niet en zei: ‘emancipatie gaat om diversiteit en om solidariteit tussen vrouwen onderling’. Is daar een gebrek aan? Gaan competitie en solidariteit wel samen?
In de politiek is wat diversiteit en solidariteit betreft geveinsde schaarste onze grootste vijand. Joyce Sylvester, oud-Eerste Kamerlid voor de PvdA en eerste zwarte vrouwelijke burgemeester, tekent in haar autobiografie ‘Bent ú de burgemeester?’ op hoe ze voor haar tweede termijn in de Eerste Kamer graag hoog op de lijst wil komen. Met de zestiende plek die ze kreeg was ze, begrijpelijk, teleurgesteld. Onverkiesbaar. Dan vertrouwt een partijgenoot Sylvester toe: “Zo gaat het binnen de partij, Joyce! Per cohort wordt er maar één migrantenvrouw geplaatst”.
Google zegt dat solidariteit ‘saamhorigheid en samen de consequenties dragen’ betekent. Maar welke consequenties? En wie bepaalt dat? Solidariteit is ook zeggen: één plek voor een ‘migrantenvrouw’ per tien is te rigide - en niet genoeg.
Tegelijkertijd: we moeten niet denken dat vrouwen alles gaan of kunnen oplossen voor andere vrouwen. Recent onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat ook vrouwelijke managers de loonkloof tussen mannen en vrouwen niet dichten. Conclusie van de onderzoekers: de vrouwelijke manager is onderdeel van een groter systeem. ‘Het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen heeft veel meer oorzaken: van de studierichting die meisjes en jongens kiezen tot de verdeling van zorgtaken thuis en de kosten van kinderopvang.’ Is onderlinge solidariteit dan nog genoeg?
Iemand die veelvuldig gebrek aan solidariteit met vrouwen wordt verweten is, jawel, Sigrid Kaag. Ze is een gemakkelijk doelwit. In NRC Haagse Zaken ‘D66 en de belofte van nieuwe politiek’ werden twee momenten slim aan elkaar gemonteerd. In het eerste haalt Kaag Madeleine Albright aan: ‘there is a special place in hell for women who don’t support other women’. Meteen daarna: Kaag over de affaire Van Drimmelen.
Impliciet wordt de vraag gesteld of die twee wel samen kunnen gaan: vrouw zijn én niet opkomen voor een vrouwelijk slachtoffer. NRC verwoorde het zo: legt Kaag de lat niet te hoog – voor zichzelf? Natuurlijk is het makkelijk schieten op beloftes als ‘nieuw leiderschap’. Maar de Haagse politiek is óók groter dan Kaag alleen. Don’t fix the women, fix the system. Ook dat is solidariteit.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.