Detacheerdersmarkt overheid krimpt 30 procent
Het gaat onverminderd slecht met de detacheerders die aan overheden leveren. De gemiddelde omzetdaling bedroeg 30 procent bij leveranciers aan de publieke en semi-publieke sector.
Was 2010 al een slecht jaar voor de detachering aan overheden, in 2011 ging het nóg slechter.
Inventarisatie
Het gaat onverminderd slecht met de detacheerders die aan overheden leveren. Dat blijkt uit een inventarisatie door Binnenlands Bestuur van de jaarcijfers over 2011 van de grootste externenbureaus. De gemiddelde omzetdaling bedroeg 30 procent bij leveranciers aan de publieke en semi-publieke sector, maar wie vooral externen aan gemeenten levert, heeft het nog zwaarder gehad. Een krimp van bijna 40 procent was in die markt niet uitzonderlijk.
Delen van kennis
De malaise in de sector, die begin 2010 met een vrijwel collectieve inhuurstop aanving, duurt nog altijd voort: lopende contracten worden niet verlengd, vaste medewerkers niet vervangen en expertise die gemeenten niet in huis hebben, kopen ze op projectbasis goedkoop in. En steeds vaker delen gemeenten hun marktkennis.
Roer om
Gaandeweg is de realiteitszin bij de detacheringsbedrijven dan ook doorgedrongen. ‘Het wordt nooit meer zoals het was’, zegt operationeel directeur Ton Hegeman van Eiffel. Eiffel, dat voor de helft van zijn omzet van de publieke en semi-publieke klanten afhankelijk is, gooide april vorig jaar het roer radicaal om. Na twee jaren van ‘wachten tot de markt weer aantrekt’ – waarin de winst verdampte – greep Eiffel in. En met succes: Eiffel wist de omzet in de publieke sector in 2011 te stabiliseren.
Grondexploitatie
Het grootste probleem van de externenbureaus is de forse tariefdaling. Niet zozeer die voor de specialisten onder de huidige interimmers en gedetacheerden, maar onder de generalisten die bijvoorbeeld op grondexploitatie of gebiedsontwikkeling werden ingezet. Uit de opbrengsten van externen die uurtarieven van twintig euro of zelfs minder declareren, zijn de bedrijfskosten van de bureaus niet te betalen.
Omgeschoold of vertrokken
Bovendien zijn de risico’s voor de bureaus des te groter, nu gemeenten nog maar zelden een externe langer dan vier maanden nodig hebben. Zo zag Eiffel zich gedwongen om in de tachtig in grondexploitatie gespecialiseerde professionals te snijden. Er werken er nog maar twintig bij Eiffel. De andere zestig zijn elders in opdracht, omgeschoold, of al dan niet vrijwillig bij het bedrijf vertrokken.
Generiek extern
ConQuaestor noemt zijn resterende gedetacheerden tegenwoordig ‘interim-professionals’. Maandag wil zich losweken uit de ramsjmarkt voor generiek extern gemeentepersoneel. Dat laatste wil marktleider BMC niet overwegen. Niet alleen detacheert BMC nog altijd meerdere honderden generieke externen, het bureau ervaart ook verhevigde concurrentie op prijs aan de bovenkant van de markt. In het segment daartussenin lijkt volgens directeur-grootaandeelhouder Albert Jansen ‘de rol van de bureaus uitgespeeld.’ Jansen: ‘Het interim-management en de bemiddeling van teamleiders en afdelingshoofden is een speelveld van zzp’ers geworden. Daar komen bureaus zelden nog aan te pas.’
Klimmen
Het heeft erom gespannen voor BMC, zo erkent Jansen. De omzetgroei van 2010 op 2011 daalde met 27 procent en bedroeg vorig jaar 110 miljoen euro. Het bedrijfsmotto – ‘Wie ver wil zien, moet klimmen’ – zoals dat in topjaar 2007 nog op het jaarverslag prijkte, is voor het bedrijf een bezoeking geworden: hoe ver het zicht ook reikt, er valt weinig te klimmen. Jansen verwacht dat pas in 2014 de vervangingsvraag bij de vergrijzende overheden en de schaarste aan specialistische kennis weer zullen opkomen. ‘Deze recessie is onvergelijkbaar met alles wat we hiervoor hebben meegemaakt. We zijn er nog lang niet.’
Het volledige artikel uit BB Magazine hierover vindt u hier.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.