Advertentie
carrière / Nieuws

Weigeren nevenfunctie neer te leggen: ontslag

'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.

23 december 2022
In de clinch - weegschaal
Shutterstock

Een Amsterdamse ambtenaar is tevens bestuurslid van een onderwijsstichting. Als de AIVD stelt dat het schoolbestuur ‘antidemocratisch’ is, wordt de ambtenaar verzocht zijn nevenfunctie neer te leggen. Hij weigert. Is dat voldoende voor zijn ontslag?

Orthopedagoog Generalist Jeugd(zorg) | Amersfoort

BMC
Orthopedagoog Generalist Jeugd(zorg) | Amersfoort

Raad voor het Openbaar Bestuur zoekt nieuwe voorzitter

Raad voor het Openbaar Bestuur
Raad voor het Openbaar Bestuur zoekt nieuwe voorzitter

Amir Bouteflika*, sinds 2002 in dienst bij de gemeente Amsterdam, vraagt toestemming voor een onbezoldigde nevenfunctie: bestuurslid van een nieuwe onderwijsstichting. Dat mag, mits hij zijn werkgever op de hoogte stelt wanneer er belangenverstrengeling ontstaat. In de vier jaren erna voeren de gemeente en de stichting diverse juridische procedures over huisvesting en financiële middelen voor de school. Bouteflika is toen gewezen op de voorwaarde voor de toestemming, en hem is verzocht hierop alerter te zijn.

Dan bereiken signalen van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst de burgemeester. ‘Richtinggevende personen’ binnen de school zouden zich ‘antidemocratisch en anti-integratief’ gedragen. De burgemeester verzoekt het voltallige bestuur dringend per direct op te stappen.

Het college overweegt ook Bouteflika’s toestemming voor de evenwerkzaamheden in te trekken. Die zit inmiddels met een ander probleem. Uit een onderzoek is gebleken dat hij niet al zijn verlofuren juist heeft geregistreerd. Gedurende dit integriteitsonderzoek wordt hij geschorst.

Als de toestemming voor de nevenfunctie daadwerkelijk wordt ingetrokken, wordt Bouteflika opgedragen het bestuurslidmaatschap zo snel mogelijk neer te leggen. Doet hij dat niet, dan kunnen disciplinaire maatregelen volgen. Bouteflika weigert, en ook een tweede dringend verzoek legt hij naast zich neer. Dan legt het college hem onvoorwaardelijk ontslag op. Grondslag: duurzame verstoring van de arbeidsverhouding en een ontstane impasse. Door zonder toestemming bestuurslid te blijven, maakt Bouteflika zich schuldig aan het laten voortbestaan van de schijn van een ontoelaatbare belangenverstrengeling.

Hij nam 262 verlofuren op waar hij geen recht op had

Daar komt de uitkomst van het integriteitsonderzoek bij: hij heeft 262 verlofuren opgenomen waar hij geen recht op had. Zijn bezwaar en beroep leiden tot niets, en hij stapt naar de Centrale Raad van Beroep. Die oordeelt dat de schorsing terecht was. Een schorsing is in het belang van de dienst en niet ‘diffamerend’ voor de ambtenaar zelf, zoals Bouteflika betoogt.

Mocht het college de toestemming voor de nevenfunctie intrekken? De opstelling van richtinggevende personen (‘antidemocratisch en anti-integratief’) botst volgens het college met de antiradicaliseringsstrategie van de gemeente, en met het belang van veilig en democratisch onderwijs. Wat Bouteflika deed, was ‘onverenigbaar’ met het gemeentelijk beleid, aldus de Raad: hij zat in een stichtingsbestuur dat de gemeente als ‘ongewenst’ kwalificeerde. Het college oordeelde terecht dat de nevenwerkzaamheden van Bouteflika een onaanvaardbaar risico betekenden voor belangenverstrengeling, maar ook schade toebrachten aan de belangen van de gemeente. Het college mocht de toestemming intrekken. Dat Bouteflika als ambtenaar niet onderwijs in zijn portefeuille had, betekent niet dat de deze risico’s niet aanwezig zijn.

Maar intrekken van de toestemming zou de stabiliteit van de stichting in gevaar brengen, beweert Bouteflika. De Raad ziet dat anders: het college heeft hem niet opgedragen zijn nevenwerkzaamheden onmiddellijk te beëindigen, maar op de kortst mogelijke termijn. Dat hij die functie niet wilde neerleggen, kan worden aangemerkt als plichtsverzuim. Dat geldt ook voor het niet registeren van al die verlofuren – omgerekend ruim zes weken. Bouteflika kan wel beweren dat dit laatste het een ‘vergissing’ betrof, maar dan vindt de Raad ongeloofwaardig. Nu het plichtsverzuim Bouteflika kan worden toegerekend, was het college bevoegd een disciplinaire straf op te leggen. Ontslag was in dit geval passend, oordeelt de Raad.

* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2022:2395

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie