Twee ambtenaren die aan het vechten slaan
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Een incident tussen twee collega’s die samen niet door een deur kunnen, kost de aanstichter zijn baan. Maar is dat niet een wat zware disciplinaire straf voor een schouderduw?
Een schermutseling tussen twee Leidse ambtenaren voor het Centraal Station komt één van hen duur te staan. Casper Haagweg* is sinds 2005 in dienst bij de gemeente als buitengewoon opsporingsambtenaar.
Omdat hij arbeidsongeschikt is, doet hij voor zijn re-integratie ander werk. Hij zou op een herfstdag in 2018 met een bladblazer vuil in de ogen van een collega hebben geblazen, deze collega een schouderduw hebben gegeven en provocerende handgebaren naar hem hebben gemaakt. Haagweg leefde al langer in onmin met deze collega. Het Leidse college vat zijn handelingen op als ernstig plichtsverzuim en besluit tot onvoorwaardelijk ontslag. Haagweg vecht dat tevergeefs aan bij de rechtbank Den Haag en gaat vervolgens in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Die deed 17 februari 2022 uitspraak.
Eerst moet worden vastgesteld wat er precies is gebeurd, want voor de constatering van plichtsverzuim is volgens vaste rechtspraak noodzakelijk dat op basis van deugdelijk vastgestelde gegevens de overtuiging moet zijn verkregen dat de ambtenaar de hem verweten gedragingen heeft begaan. De kern van die gedraging is volgens het college de schouderduw. De collega heeft dan wel vuil in zijn ogen gekregen door de bladblazer van Haagweg, maar het staat niet vast dat Haagweg dat met opzet heeft gedaan. Verklaringen van collega’s die erbij waren scheppen weinig duidelijkheid. Dat aspect weegt dan minder zwaar.
De Raad houdt het op een ‘confrontatie’ waarin Haagweg ‘een aandeel’ heeft gehad. En áls Haagweg niet die schouderduw aan de collega heeft gegeven, dan heeft hij in elk geval onvoldoende gedaan om fysiek contact met deze collega te vermijden. Dat levert plichtsverzuim op dat Haagweg kan worden toegerekend. Het college was bevoegd Haagweg een disciplinaire straf op te leggen.
Het probleem lag toch echt bij hem
Maar onvoorwaardelijk ontslag? Dat vindt Haagweg toch te gortig. Want had het college ook niet een aandeel in de ruzie, door deze twee collega’s bij elkaar aan het werk te zetten en zo een mogelijke confrontatie uit te lokken? Heeft het college zo niet haar zorgplicht geschonden? De rechtbank Den Haag vond eerder van niet: met Haagweg was al vaker over zijn houding en gedrag gesproken, hij zou via de huisarts daarvoor hulp zoeken, het probleem lag toch echt bij hem.
De Raad acht het begrijpelijk dat het college het gedrag van Haagweg hoog heeft opgenomen: hij had al eerder ongewenst gedrag vertoond en was daarvoor al gewaarschuwd én later nog eens berispt – toen wegens bejegening van zijn leidinggevende. Hij had al een mediationtraject doorlopen na een ander incident met een collega. Nu hij opnieuw de fout is ingegaan zou inderdaad een zwaardere disciplinaire straf mogen worden opgelegd, maar de zwaarste straf (onvoorwaardelijk ontslag) voor wat in de kern (hooguit) één enkele duw was, vindt de Raad niet evenredig. Het onvoorwaardelijk strafontslag houdt geen stand.
De Raad draagt het college op om een nieuwe beslissing over Haagwegs bezwaar te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Het college kan een andere, meer passende, disciplinaire straf opleggen, het college kan ook een andere ontslaggrond onderzoeken of het college kan partijen met elkaar in contact brengen om zo een minnelijke regeling te treffen.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2022:312
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.