Lastige situaties maken werk niet buitensporig
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Met enige regelmaat kwam een parkeer- en milieucontroleur terecht in vervelende situaties. Confrontatie met dode lichamen, vechtpartijen, bedreigingen. Waren die incidenten dermate buitensporig dat zijn arbeidsongeschiktheid werkgerelateerd was?
Sep Rijnland*, gemeentelijk controleur van de gemeente Leidschendam-Voorburg, wordt op een dag arbeidsongeschikt. De bedrijfsarts stelt vast dat sprake is van werkgerelateerde problematiek. Oorzaak: buitensporige werkomstandigheden. Rijnland overhandigt een overzicht van allerlei situaties waarin hij verzeild is geraakt.
Het college kijkt er kritisch naar. Enkele incidenten vonden plaats tijdens niet opgedragen werkzaamheden, andere hadden geen buitensporig karakter. Bij de rechtbank krijgt hij geen gelijk, de Centrale Raad van Beroep moet uitsluitsel geven. Het gaat er niet om, zegt de Raad, of de controleur zélf de incidenten buitensporig vond, dat moet worden geobjectiveerd: of een redelijk denkend mens hetzelfde vond. Hoe Rijnland alles persoonlijk heeft beleefd is niet relevant. In elke werkomgeving kunnen zich minder prettige situaties voordoen, maar doorgaans maakt dit de werkomstandigheden nog niet buitensporig.
Rijnland wijst erop dat hij in aanraking kwam met een dood lichaam in een flat, met een mislukte reanimatie en met een zelfdoding bij het spoor. Maar bij die drie zaken had Rijnland niets te zoeken. Hij kon met zijn portofoon wel de politie bereiken, maar alleen als hij zelf in een moeilijke situatie kwam, dus voor zijn eigen veiligheid. Hij had niet meer hoeven te doen dan de politie in te lichten. Niemand vroeg Rijnland, die parkeercontroleur was, om mee te gaan naar de lichamen.
In een (latere) functie als milieucontroleur was Rijnland, naar eigen zeggen, betrokken bij een ‘vechtpartij’ tijdens een aanhouding. Maar volgens de aanwezige politie is er helemaal niet gevochten. Gemeentemedewerkers kregen de gecontroleerde persoon rustig met een schouderverdraaiing. Zo’n incident kan nu eenmaal gebeuren bij een milieucontrole, stellen het college en de Raad. Daar is niks buitensporigs aan. Andere kwestie: tijdens een woningontruiming zou de controleur zijn ‘mishandeld’. Dat is wat overdreven: een vrouw die uit haar huis werd gezet beet de controleur. Dit geweld noemt de Raad ‘beperkt’ en bovendien was ook hier politie bij.
Zo’n incident kan nu eenmaal gebeuren’
Ook dit is geen buitensporige werkomstandigheid. Derde kwestie: een vechtpartij in een herenmodezaak. Daar was wat gedoe over een vuilniszak, de winkelier pakte de controleur bij zijn arm en duwde hem de zaak uit. Op verzoek van de controleur kwam de politie direct en greep in. Ook al geen uitzonderlijke situatie bij handhavend optreden van de controleur.
Dan waren er nog bedreigingen vanuit een kroeg toen een integrale controle plaatsvond, samen met de politie. Een stamgast was vervelend en beledigend, en zou hebben geroepen – in een ander café, tegen een collega van de controleur – ‘het gezin van de controleur te gaan opknappen’.
De Raad snapt dat de controleur hiervan is geschrokken, maar gezien de wijze waarop het college het incident heeft afgehandeld – er was nazorg van de arbodienst en zijn afdelingshoofd – kan ook hier niet worden gezegd dat de man zijn werk onder buitensporige omstandigheden heeft moeten doen.
De hoogste bestuursrechter voegt eraan toe dat van een bestuursorgaan niet kan worden verlangd dat het de ambtenaar op voorhand beschermt tegen alle denkbare problemen die zich op de werkvloer kunnen voordoen. De een kan daar nu eenmaal beter tegen dan de ander. Rijnland kon er kennelijk minder goed mee omgaan maar dat maakte zijn werkomstandigheden niet buitensporig.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2023:15
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.