Ambtenaar corrupt, B&W veeg uit de pan
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Dat een corrupte Amsterdamse assistentwijkbeheerder zou worden ontslagen, stond wel vast. Maar waarom kreeg het college van B&W meerdere tikken op de vingers van hoogste ambtenarenrechter?
'In de clinch' is een rubriek waarin jurist/columnist Michel Knapen actuele zaken in het ambtenarenrecht belicht.
Arjan Rosveld* hield zich als assistentwijkbeheerder bezig met het onderhoud van de Amsterdamse openbare ruimte. Vanuit die positie had hij regelmatig contact met bedrijven die werkzaamheden voor de gemeente verrichtten. En daar was de verleiding te groot. Rosveld wordt in maart 2016 ervan verdacht van hen giften te hebben aangenomen in ruil voor het verstrekken van gemeentelijke opdrachten. Van een bedrijf kreeg hij vier banden voor zijn eigen auto (waarde: 1.028 euro), bij een ander bedrijf had Rosveld een straatnaambord ‘uitgelokt’ en gekregen (80 euro).
Dat is een ‘ontoelaatbare verstrengeling’ van persoonlijke belangen en belangen die Rosveld als ambtenaar diende te behartigen, oordeelt het college: ambtelijke corruptie of omkoping. Ook stuurde Rosveld offertes die hij ontving door naar andere partijen. De gemeente heeft daardoor grote imagoschade geleden.
Justitie doorzoekt zijn woning en werkplek en de ambtenaar wordt, in het belang van de dienst, direct geschorst. Snel daarna wordt de grondslag van de schorsing gewijzigd: schorsing wegens strafrechtelijke vervolging voor het plegen van een misdrijf – zo staat het in de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA). Zijn bezoldiging wordt direct voor zes weken met een derde ingehouden; daarna stopt de betaling helemaal. Negen maanden later maakt het college het voornemen kenbaar om Rosveld onvoorwaardelijk strafontslag op te leggen, met terugwerkende kracht. Hij vecht dit alles aan en op 19 december 2019 hakt de Centrale Raad van Beroep de knoop door.
Zoals over de vraag óf het college Rosveld wel mocht schorsen wegens de strafrechtelijke vervolging. Wat dat begrip inhoudt, staat limitatief opgesomd in de NRGA. En het doorzoeken van de woning of van de werkplek valt daar niet onder. Dus de schorsing was niet toegestaan, de inhouding van de bezoldiging ook niet.
Dan het strafontslag. De Raad kwalificeert de ontoelaatbare schijn van ambtelijke corruptie én het doorsturen van (vertrouwelijke) offertes als plichtsverzuim. Daarop mag strafontslag volgen, aldus de Raad. Dat Rosveld al sinds 1993 bij de gemeente werkte, een goede staat van dienst had opgebouwd en na zijn ontslag beperkte toekomstmogelijkheden heeft, maken dit niet anders.
Maar mocht het ook met terugwerkende kracht? Het strafontslag werd immers opgelegd met ingang van de dag waarop Rosveld werd geschorst wegens strafrechtelijke vervolging. Logisch, zegt het college: hij had toen kunnen weten dat hij zou worden ontslagen. Nee, zegt de Raad, ontslag met terugwerkende kracht is in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel. Het ontslag kon pas ingaan op de dag dat het college dit besloot, negen maanden ná de daadwerkelijke vervolging.
En het inhouden van Rosvelds salaris? Ook daar gaat het college de mist in. In de NRGA staat dat het college beoordelingsvrijheid heeft bij de beslissing om bezoldiging van geschorste werknemers in te houden. Maar het hanteert óók een ‘zerotolerance beleid’: bij verdenkingen van plichtsverzuim wordt de bezoldiging altijd ingehouden. En dan is er juist géén ruimte om de persoonlijke belangen van een ambtenaar te betrekken bij de keuze om tot inhouding over te gaan. Er vindt dan geen belangenafweging plaats en dat is in strijd met de Algemene wet bestuursrecht, die eist dat een besluit zorgvuldig moet worden voorbereid en gemotiveerd. Rosveld kan vertrekken maar krijgt enkele maanden ingehouden salaris alsnog uitgekeerd.
* De naam is gefingeerd.
ECLI:NL:CRVB:2019:4235
Reacties: 2
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.