Oneigenlijke druk van top in stadhuis Rotterdam
Minstens zeven procent van de Rotterdamse ambtenaren is in de afgelopen jaren door een bestuurder oneigenlijk onder druk gezet. Dit stelt de Rekenkamer Rotterdam in haar donderdag verschenen rapport ‘Werken onder druk’.
Minstens een op de veertien Rotterdamse ambtenaren is in de afgelopen jaren door een bestuurder onder druk gezet om bijvoorbeeld regels te overtreden, informatie achter te houden of een voorkeursbehandeling te geven. Dit stelt de Rekenkamer Rotterdam in haar donderdag verschenen rapport ‘Werken onder druk’.
Onveilig
Als ambtenaren oneigenlijk onder druk worden gezet, melden zij dit vaak niet (40 procent). ‘Bij hen heerst een gebrek aan vertrouwen in het nut van een melding en een gevoel dat het onveilig is om te melden’, aldus de rekenkamer. Er wordt een ‘sterk hiërarchische stijl van leidinggeven ervaren waarbij het geven van tegendruk niet gewenst is.’ Ambtenaren zijn bang voor negatieve gevolgen. Het onderzoek is gehouden onder 2.200 ambtenaren vanaf schaal 10, over de periode van 2010 tot medio 2017.
Beschermen bestuurder
Soms wordt de druk door de leidinggevende namens de bestuurder uitgeoefend, maar het komt ook voor dat leidinggevende daartoe zelf het initiatief neemt, ‘bijvoorbeeld om de betreffende bestuurder te beschermen’. Ambtenaren die vaak contact hebben met een gebiedscommissielid melden meer dan twee keer zo veel dan gemiddeld oneigenlijke druk te hebben ervaren. De ambtenaren die vaak contact hebben met een collegelid ervaren iets minder dan gemiddeld oneigenlijke druk.
Toelaatbaar
Ambtenaren weten niet goed meer wat toelaatbaar is in de verhouding bestuurder-ambtenaar. Over verschillen van inzicht en onduidelijkheden durven veel ambtenaren hun mond niet open te doen. ‘Dit brengt het risico met zich mee dat misstanden niet bespreekbaar worden gemaakt en ambtenaren door hun loyale opstelling te soepel meegaan in wensen van bestuurders’, waarschuwt de rekenkamer.
Kritisch tegengeluid
Er moet toegewerkt worden naar een open ambtelijke cultuur, waarin aandacht moet zijn voor de bespreekbaarheid van integriteitsdilemma’s, beveelt de rekenkamer aan. Daartoe moet een organisatiebreed cultuurprogramma worden opgesteld. Ook moet meer ruimte worden gegeven aan kritische tegengeluiden van (lagere) ambtenaren.
Dilemma’s
De rekenkamer doet tevens de aanbeveling om in trainingen en cursussen voor ambtenaren expliciet aandacht te besteden aan de dilemma’s die optreden rond oneigenlijke bestuurlijke druk. Ook moet meer bekendheid worden gegeven aan de mogelijkheid tot melden van misstanden.
Geen hiërarchische stijl
Het college onderkent de geconstateerde problemen niet. ‘Dit is tekenend voor de grote afstand tussen leiding en werkvloer en voor het ontbreken van een cultuur waarin tegenspraak wordt gewaardeerd’, stelt de rekenkamer. Zo stelt het college onder meer dat er geen sprake is van een sterk hiërarchische stijl van leidinggeven. ‘Zowel bij bestuurders als binnen de ambtelijke organisatie, wordt juist uitgenodigd open en transparant te handelen, waaraan ook opvolging wordt gegeven’, stelt het college in een reactie op het onderzoek. Wel stelt het dat ‘het uitoefenen van oneigenlijke druk vanuit welke positie dan ook altijd even ongewenst is’. Het college ziet geen brood in een apart organisatiebreed cultuurprogramma. De rekenkamer vindt dat het college de onderzoeksuitkomsten bagatalliseert, mede omdat het (volgens de rekenkamer onterechte) vraagtekens zet bij de validiteit van het onderzoek.
Kenmerkend voor bestuurders die op die manier te werk gaan en passend in het tijdsbeeld: de ander aanvallen op betrouwbaarheid en geloofwaardigheid, met alternatieve feiten (leugens) komen, de ander beschuldigen en het ligt vooral niet aan jezelf.
Tekenend.
@Paul Vreeke:
Die burger blijft wel stemmen op de politicus die vervolgens de ambtenaar aanzet of dwingt tot dat gedrag...