Advertentie
carrière / Nieuws

‘Ambtenaar heeft morele ondergrens nodig’

Erik Pool, programmadirecteur Dialoog & Ethiek bij het rijk, vindt dat ambtenaren een morele ondergrens moeten bepalen voor hun handelen.

08 januari 2025
Protesterende ambtenaren
Ambtenarenprotest voor het ministerie van Buitenlandse ZakenANP

‘Het is nodig dat wij als ambtenaren een morele ondergrens bepalen voor ons handelen, als onderdeel van onze beroepsethiek’, schrijft Erik Pool, programmadirecteur Dialoog & Ethiek bij de rijksoverheid op zijn LinkedIn-pagina. ‘Dat is tot op heden nog niet of onvoldoende gedaan, door ons als beroepsgroep in algemene zin.’

Beleidsmedewerker zorg, veiligheid en jeugd

JS Consultancy
Beleidsmedewerker zorg, veiligheid en jeugd

Projectsecretaris Regieteam Doorontwikkeling

JS Consultancy
Projectsecretaris Regieteam Doorontwikkeling

Opinie opgestapte ambtenaar

In zijn bijdrage reageert Pool desgevraagd op een opiniestuk in NRC van oud-ambtenaar Angelique Eijpe die eerder ontslag nam bij het ministerie van Buitenlandse Zaken vanwege het Nederlandse Gaza-beleid. Desgevraagd, want Eijpe had het programma Dialoog & Ethiek en Pool zelf getagd op haar LinkedIn-pagina die verwees naar haar opinie over het Gaza-beleid, waarin ze uitlegt hoe het tegenovergestelde van moed niet lafheid is, maar conformeren.

Inhoudelijk uitspreken

Pool schrijft dat Eijpe en anderen de afgelopen tijd meermaals hebben aangedrongen op een standpuntbepaling van hem in zijn functie als programmadirecteur Dialoog & Ethiek. ‘Dat heb ik lang afgehouden, omdat ik vermoedde dat dat strijdig was met de vereiste neutraliteit van mijn functie. Maar mijn denken is op dit punt opgehelderd, of verbeterd zo je wilt. Inmiddels acht ik het verstandig me meer inhoudelijk uit te spreken, zonder terecht te willen komen in politiek vaarwater. Dat is verdraaid moeilijk, maar wel de inzet.’

Weegt een politiek-bestuurlijk besluit zwaarder dan de expliciete bedoeling en normatieve koers van ons constitutionele stelsel? Me dunkt dat dat niet het geval is.

Erik Pool, programmadirecteur Dialoog & Ethiek bij de rijksoverheid

Morele redenering

Pool schreef een ‘morele redenering’ die moet wegblijven bij politieke oordelen, ‘maar scherp is ten aanzien van de beroepsethische en rechtsstatelijke positiebepaling van ambtenaren’. Deze is zodanig getoetst en verbeterd met en door het kernteam van Dialoog & Ethiek dat het ‘een voorbeeld kan zijn van het type redeneringen die naar ons oordeel binnen de ambtelijke dienst rondom dossiers ontwikkeld moet worden’. Om de redeneringen uiteindelijk ook concreet te kunnen gebruiken is ‘morele arbeid’ nodig.

Nieuwe gewoonte

Aan premier Schoof en minister Veldkamp (Buitenlandse Zaken) doet Pool ook een aanbod ‘om bij het Israël/Gaza-dossier deze morele arbeid onder onze leiding uit te voeren’ en om samen te onderzoeken of deze redenering en onderdelen daaruit, stand houden. ‘En of andere redeneringen sterker zijn en meer recht doen aan de ambtelijke verantwoordelijkheid.’ Dat hij in het openbaar reageert op Eijpe is volgens Pool een noviteit, maar dit zou ook een nieuwe gewoonte moeten worden. ‘Openlijk spreken en schrijven over de inhoud van een goede ambtelijke beroepsethiek, niet in de vorm van algemene abstracties of theoretische beschouwingen, maar concreet en inhoudelijk over heikele dossiers waar ambtenaren in morele zin gemakkelijk over kunnen struikelen.’

Nieuwe ambtseed

In zijn morele redenering over de ambtelijke verantwoordelijkheid in het Israël/Gaza-beleid gebruikt Pool de inhoud van de nieuwe ambtseed als moreel anker voor ambtelijk vakmanschap. Nieuw in de ambtseed is de expliciete dienstbaarheid aan het algemeen belang, merkt Pool op. Dat is in de plaats gekomen van de plicht om opgedragen taken en opdrachten goed uit te voeren. Volgens Pool raakt dit verschil één van de kernpunten in het interne conflict binnen Buitenlandse Zaken en de rijksdienst inzake het Israël/Gaza-beleid. En de interne schoen wringt rond de vraag in hoeverre ambtenaren hoe dan ook de politieke koers moeten volgen. Hebben ambtenaren de ruimte en mogen zij die nemen om daarvan af te wijken? En: weegt een politiek-bestuurlijk besluit zwaarder dan de expliciete bedoeling en normatieve koers van ons constitutionele stelsel? ‘Me dunkt dat dat niet het geval is.’

Is het Nederlandse beleid ten aanzien van Israël/Gaza strijdig met het recht of niet?

Opdracht niet uitvoeren

Na grondige analyse en morele oordeelsvorming binnen de ambtelijke dienst, is het volgens Pool zo dat ambtenaren een politiek-bestuurlijke opdracht of een interne dienstopdracht die strijdig is met de Grondwet en internationale verdragen publiekelijk mogen bekritiseren en eventueel niet hoeven uit te voeren. Ook uit het hoofdstuk ‘Goed bestuur’ in het regeerprogramma van het kabinet haalt Pool dat een rechtsstatelijk gemotiveerde, waardengedreven positiebepaling van ambtenaren past. ‘De kritiek van de protesterende ambtenaren is precies dat.’ Dit geeft hen volgens Pool moreel recht van spreken ‘en ook recht op een onderbouwd weerwoord vanuit de leiding van BZ’.

Morele dilemma's

Pool wijst erop dat in het Israël/Gaza-beleid allang sprake is van ‘uitvoering’ van het beleid, wat prangende vragen geeft over de ‘morele verantwoordelijkheid van alle ambtenaren die dit praktisch vormgeven’. ‘Velen worstelen hier ook mee. Er spelen allerlei morele dilemma’s. Met welke geldige morele redenering is hun bijdrage, naar hun eigen oordeel, goed te verantwoorden?’ Hij gaat er graag met hen over in dialoog met als gezamenlijk doel om ‘moreel wijzer’ te worden. Hierna bouwt Pool zijn morele redenering op in vijf stappen om te eindigen met een zesde stap die volgens hem ‘beslissend’ is voor het geheel. Die vraag is: is het Nederlandse beleid ten aanzien van Israël/Gaza strijdig met het recht of niet? ‘Dat is in morele zin ook een vraag naar de rechtvaardigheid van het beleid. Daar past naast een juridisch oordeel ook een moreel oordeel.’

Niet vrijblijvend

De kwestie of ambtenaren het beleid moeten uitvoeren of een beroepsethische grens moeten trekken is volgens Pool een startpunt voor de interne dialoog over het Israël/Gaza-beleid, waarvoor hij onder meer Eijpe, Schoof en Veldkamp uitnodigt. Deze morele dialoog is niet feitenvrij, niet ongebonden en niet vrijblijvend. De deelnemers moeten de bereidheid hebben om ook de eigen ideeën en aannames te onderzoeken op hun feitelijke, logische en morele houdbaarheid. De mogelijke uitkomst van de dialoog is geen politiek of juridisch oordeel, maar een moreel oordeel ‘over het juiste handelen van ambtenaren in dit complexe, gevoelige en veelkoppige dossier’. Niettemin doen juridische feiten en politieke en ambtelijke inzichten wel volop mee. Als begeleider faciliteert en structureert Pool dit collectieve leerproces. Als anderen hem hier echter niet geschikt voor vinden, wegens zijn inhoudelijke uitspraken in deze, dan zou hij wel graag deelnemer zijn.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie