Uitgaven aan externe inhuur blijven gelijk

Gemeenten hebben in 2020 relatief evenveel besteed aan externe inhuur als in 2019, namelijk 18 procent. Dat blijkt uit de Personeelsmonitor Gemeenten 2020 van het A&O fonds Gemeenten. De uitgaven van gemeenten met meer dan 50.000 inwoners aan externe inhuur stegen wel licht. Een mogelijke verklaring hiervoor is het extra werk door de coronacrisis en de bijkomende maatregelen.

Stabilisatie
Sinds 2016 schommelt het percentage van de loonsom dat gemeenten uitgeven aan externe inhuur tussen de 16 en 20 procent, maar de uitgaven zijn dit jaar dus verder gestabiliseerd. Zeven op de tien gemeenten streven ernaar de uitgaven aan externe inhuur terug te dringen, een kleine stijging ten opzichte van 2019 (68 procent). Dit gebeurt onder meer door flexibele banen om te zetten in vaste banen, het aanbieden van tijdelijke contracten en meer flexibele inzet van (eigen) medewerkers door bijvoorbeeld medewerkers van afdelingen waar het werk vanwege corona minder was te verplaatsen naar afdelingen waar juist meer werk was.

Niet meer flexibele krachten
Ook het aandeel van de flexibele bezetting bleef gelijk. Net als in 2019 was 18 procent van de personele bezetting in 2020 flexibel. Het gaat hier om medewerkers die werkzaam zijn op basis van een uitzend-, payroll- of detacheringsovereenkomst, zzp’ers en medewerkers met een tijdelijk dienstverband van maximaal een jaar. Al enkele jaren is het flexibele deel van de bezetting stabiel. De verwachting was dat gemeenten door de coronacrisis wellicht een grotere flexibele bezetting zouden moeten aanhouden vanwege extra corona-gerelateerde taken. Toch is de bezetting in 2020 niet meer geflexibiliseerd.

Meer detacheringsovereenkomsten
Hierbij valt op dat het aantal gemeenten dat gebruikmaakt van detacheringsovereenkomsten in de afgelopen jaren flink is toegenomen bij gemeenten. Waar in 2018 nog een kwart (26 procent) van de gemeenten het flexibele personeel een detacheringsovereenkomst als contractvorm aanbood, is dat in 2020 meer dan een derde (37 procent). Dat is vooral te wijten aan de afname van het gebruik van payrollcontracten van 30 procent in 2018 naar 16 procent in 2020. Eerder dit jaar bleek deze dalende trend al uit onderzoek van A&O fonds Gemeenten. Die was vooral een gevolg van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) die in 2020 werd ingevoerd en veel minder door de in 2018 ingevoerde payrolltoeslag.