Advertentie
carrière / Nieuws

Normalisering sterft stille dood

Het initiatiefwetsvoorstel voor de normalisering van het arbeidsrecht voor ambtenaren lijkt niet door te gaa.

07 april 2016

Het was al een tijdje onheilspellend stil rondom het initiatiefwetsvoorstel voor de normalisering van de ambtenarenstatus. Het voorstel ligt nog altijd bij de Eerste Kamer en het lijkt erop alsof het daar nog wel even blijft. De afschaffing van de geliefde ambtenarenstatus, het deed een hoop stof opwaaien. Nu lijkt het een stille dood te sterven. Of in het beste geval te vegeteren tot een volgende kabinet.

Onwillig

‘De politieke urgentie van dit wetsvoorstel is niet erg hoog, de indieners bijten zichzelf daarmee eigenlijk in hun staart,’ denkt Barend Barentsen, bijzonder hoogleraar Arbeidsverhoudingen Publieke Sector op de Albeda-leerstoel.  ‘Het leidt voor de overheid niet tot dramatische veranderingen in financiële zin; er wordt niet ene miljard mee bezuinigd, er wordt ook geen miljard uitgegeven. In de begrotingssystematiek maakt het dus niets uit. Verder is het een initiatiefwetsvoorstel, de regering zit hier niet met haar volle gewicht in. Het is overigens ook nog maar de vraag of de Eerste Kamer hierop zit te wachten, het kan zijn dat een gedeelte er niet zo’n heil in ziet,’ speculeert de hoogleraar,’ ze zijn kritisch en mogelijk zelfs onwillig. Het zal me niets verbazen als het helemaal niets meer wordt met de afschaffing van de ambtenarenstatus.’


Eretitel
Wat het wetsvoorstel wel eens de das om zou kunnen doen is het feit dat de ambtenarenstatus niet alleen om de rechtspositie gaat, maar vooral om emotie. De status is een eretitel waar ambtenaren trots op zijn. Die neem je 800 duizend overheidsdienaren niet zomaar af. En dat zou zo maar voor een deel het uitstel, en mogelijk het afstel van het initiatiefwetsvoorstel kunnen verklaren. 


800 duizend ambtenaren

Meer mogelijkheden bieden aan ambtenaren, dat was de gedachte achter de normalisatie. Het zou vanuit het private eenvoudiger worden om over te stappen naar de marktsector en vice versa. Ook was het de bedoeling dat de wet zou leiden tot minder bureaucratie. Het zou gaan gelden voor circa 80 procent van de ongeveer één miljoen ambtenaren. Werknemers bij de politie, Defensie en de rechtelijke macht vallen er dan weer niet onder. Datzelfde geldt voor bestuurders, zoals wethouders en gedeputeerden.

Angst
Maar bij hen speelt de angst voor een soepeler ontslagrecht, of de vrees het te slachtoffer worden van politieke willekeur wanneer ze in het gewone arbeidsrecht vervallen. Hoogleraar Barentsen heeft begrip voor deze argumenten, maar verwijst ze naar het land der fabelen. ‘Een werknemer uit het bedrijfsleven kan immers ook niet zomaar worden ontslagen. Maar wat je je wel af moet vragen is welk voordeel ambtenaren nu zouden hebben bij de normalisering, het is bijvoorbeeld ook niet zo dat de overheid ineens marktconforme salarissen gaat betalen,’ verduidelijkt hij. ‘De hoeveelheid salaris, vakantiedagen, dienstauto’s of hoeveel scholingsverlof je krijgt is gewoon een kwestie van onderhandelen.


Niet-bestaand probleem

Ook de vakbond CNV is niet rouwig om het uitblijven van de normalisering. ‘Welk probleem los je ermee op?’ vraagt voorzitter Patrick Fey zich af. ‘Er wordt gezegd dat er door de normalisering minder bureaucratie komt, maar je krijgt er vervolgens heel veel complexiteit voor terug,’ is zijn overtuiging. ‘Je blijft twee systemen naast elkaar houden, er komt overgangsgedoe en een wir-war van andere regelingen. Er is gewoon geen simpele oplossing en ik ben blij dat de Eerste Kamer dit kennelijk ook inziet.’  Het zou de vakbondsman niets verbazen als de hele normalisering van het arbeidsrecht voor ambtenaren een stille dood sterft. ‘Het is wat mij betreft een slechte oplossing voor een niet-bestaand probleem.’

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 7 van deze week. (inlog)




Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Robnald Voorthuis / gepensioneerd v.h. min V&J
Er is geen sprake van op emoties gebaseerde weerstand.. Het onderwerp leefde bij veel ambtenaren immers ook niet of nauwelijks! De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel -terecht- op puur inhoudelijke gronden naar de prullenbak verwezen.

Jammer dat het zo lang heeft moeten duren!
Sytze Dijkstra / Raadsgriffier
Het zou vanuit het private eenvoudiger worden om over te stappen naar de marktsector en vice versa. ???
Willem / AS
In plaats van onderin een la, kan het beter gewoon de prullenbak in, dit flauwekulvoorstel. Geen ambtenaar zit hier op te wachten. Alleen tenzij er marktconform betaald gaat worden, maar dat maakt geen onderdeel van dit 'initiatief' uit.
Frits van der Meer / hoogleraar Comparative Public Sector and Civil Service Reform
De voordelen van de normalisering als meer mobiliteit, minder kosten, evenwichtige verhoudingen en snellere procedures zijn er door de indieners eigenlijk met de haren bijgesleept. Er was daarvoor geen enkel bewijs te vinden. Bestuurswetenschappelijke analyses en het advies van de Raad van State lieten al bij eerdere discussies rond het wetsontwerp zien dat deze argumenten onjuist zijn en aan een feitelijke basis ontbreken. Het was juist verbazend te zien hoe voorstanders zonder inhoudelijke correcte argumenten op de ingeslagen weg doorgingen. Het enige dat veranderde was dat wet geleidelijk werd uitgekleed en dat allerlei groepen (defensie en politie) werden uitgezonderd terwijl soortgelijke functionarissen (bijvoorbeeld AIVD) en binnen de werkingssfeer van de Wet bleven vallen. Een wat merkwaardige vertoning, waarbij beter de tijd besteed had kunnen worden aan een discussie over de inhoudelijke positie van ambtenaren en de juridische vormgeving daarvan.
Paul de Vries / oud-directeur wetgeving en juridische zakensector rijk
De argumenten voor deze operatie zijn flinterdun. Maar een nuttige bijvangst van de parlementair behandeling zou zijn als de regering met een visie zou komen op het ambtenaarschap. Die is aan Tweede Kamer en Eerste Kamer toegezegd. Er bestaan daarover nogal uiteenlopende opvattingen die vooral naar voren komen als ministers onder vuur komen en daarbij ook hun ambtenaren worden betrokken. Hierover bestaat teveel onduidelijkheid.
Advertentie