Helft ambtenaren straks 50-plus
Bij provincies, gemeenten en het rijk stijgt het aandeel 50-plussers in de organisatie.
In welke overheidslaag ook, overal stijgt het aandeel 50-plussers in de organisatie met stip. Lang lijkt het niet meer te duren, of zeker de helft van alle ambtenaren behoort tot die categorie.
Uit cijfers van Kennisbank APS blijkt dat de provincies van de overheden het hardst op weg zijn. Als de ontwikkeling in hetzelfde tempo doorgaat, heeft daar in 2015 al de helft van het personeel Abraham of Sarah gezien. Bij gemeenten en rijk wordt die mijlpaal in respectievelijk 2017 en 2018 bereikt.
Waar het aantal 50-plussers verhoudingsgewijs toeneemt, daalt de instroom van jongeren in de publieke sector omgekeerd evenredig. Die ontwikkeling is terug te zien over de hele linie. Maar de achteruitgang is het heftigst bij rijk en gemeenten. De instroom van medewerkers jonger dan 35 jaar is er van 2003 tot 2010 met bijna 30 procent gedaald; bij provincies daalde de jongereninstroom met nog geen kwart. Eerder al kwamen cijfers (Werken in de publieke sector.
Feiten en cijfers 2012 van het ministerie van Binnenlandse Zaken) naar buiten dat de instroom van jongeren tot 30 jaar bij de overheid sinds 2007 met 63 procent is afgenomen. Na 2009 kelderde de instroom bij met name gemeenten hard. Die kwam in 2011 uit op 1.500 nieuwelingen. Bij het rijk zette de daling al eerder in. De instroom van jonge ambtenaren daalde daar vanaf 2007 van bijna 4.500 naar iets onder de 1.500 in 2010. Bij provincies en waterschappen is er al jarenlang nauwelijks sprake van instroom van jong bloed.
Gemotiveerd
De ontgroening en vergrijzing stelt organisaties voor een probleem. ‘Het wordt een hele uitdaging om de oudere ambtenaren te blijven boeien en gemotiveerd te houden’, zegt gemeentesecretaris Bert Jansen van Gemert-Bakel. Ze gaan zelden meer weg, al was het alleen maar omdat er nauwelijks vacatures zijn. Daarbij komt dat andere werkgevers zelden mensen van boven de 50 aannemen. ‘Als werkgever zul je vooral de 55-plussers aandacht moeten geven. Die hebben daar meer behoefte aan dan die van 30.’
Formatiereductie
Intussen probeert de gemeente nog wel zoveel mogelijk jongeren aan te trekken. Enkele jaren geleden begon Gemert-Bakel daarom met een trainee-programma. In het eerste jaar konden er acht aan de slag. Het jaar erop werd dat aantal gehalveerd en daarna nog eens. ‘Het traineeconcept is niet vaarwel gezegd, maar het gaat wel een tandje lager’, zegt Jansen. ‘Het is namelijk moeilijk om uit te leggen aan je personeel dat je trainees aanstelt, terwijl je tegelijkertijd vanwege bezuinigingen een formatiereductie moet doorvoeren.’
Wat Jansen opvalt, is dat de crisis de mindset van de jongeren verandert. ‘De eerste lichting hoefde niet per se een vaste baan hier en stroomde deel ook weer uit. Bij de trainees die later zijn begonnen, is dat anders. Die geven aan graag te willen blijven. Opeens vinden ze de zekerheid van een vast inkomen belangrijk.’
Reacties: 30
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Als mensen tot 66 of 67 jaar moeten werken, in plaats van vervroegd uit te kunnen treden, dan is een vergrijzingseffect niet meer dan logisch. Veel zorgwekkender vind ik het dat politici en management de vergrijzing als een probleem zien en niet als een uitdaging ! Er zit nog zoveel potentieel in deze mensen. Vanzelfsprekend moeten ouderen langzaam aan plaats maken voor jongeren, maar het is zo belangrijk om vakkennis en ervaring over te dragen via mentorschap en maatschappelijk advieswerk. Stel oudere werknemers stapsgewijs vrij van hun reguliere taken en zet ze in als mentor of als adviseur voor maatschappelijke vraagstukken. Zet oudere ambtenaren in als mentor/adviseur in buurtcentra,
scholen, bij musea, etcetera. Wees creatief en maak gebruik van hun kennis en ervaring.
Nu de dalende trend van beschikbaar arbeidspotentieel steeds dichter bij de trend van arbeidsbehoefte wordt de urgentie om nieuwe ambtenaren aan te nemen steeds groter. De invloed van een economisch herstel zal deze lijnen nog dichter bij elkaar brengen; tekort aan medewerkers ligt dan op de loer.
Interessante vraag is dan ook: wat weerhoudt de overheid van het aannemen van nieuwe ambtenaren? Maar ook: wat weerhoudt niet-ambtenaren om ambtenaar te worden?
. Werken bij de buitendienst; weinig uitdagend
. Baliewerkzaamheden; saai
. Administratieve werkzaamheden; saai
. Div; saai
. Beleidambtenaar; knippen en plakken, hoop gestress en uiteindelijk een afknapper na behandeling in de raad
. Managementfunctie; hoop getrek en gejammer. Geen tijd voor consolidatie, voortdurende onzekerheid over effecten van Rijksbeleid; wethouders die niet beseffen dat er geen middelen ( mankracht, geld) zijn om hun grenzeloze ambities te realiseren. Wat een ellende!!
. Omgevingsvergunning; toetsing aan regels; saai
Dan heb je in elke gemeente nog te maken met een paar krankzinnige, onredelijke burgers, die eigenlijk rijp zijn voor opname. Kost een hoop negatieve energie.
Kortom, werken bij de overheid is niet uitdagend en zal ook nooit uitdagend worden. Wie een aantal jaren bij de overheid werkt, weet wel hoe de hazen lopen. En dan heb je de keuze: schik ik mij hierin of kies ik voor iets anders. En dan realiseer je je plotseling dat er niet veel anders meer voor je is weggelegd.
Maak alle ambtenaren gewone burgers: Dezelfde rechten en plichten, zoals bijvoorbeeld ontslagrecht zoals in het bedrijfsleven? Een gewone WW uitkering en alle andere verplichtingen zoals een gewone burger. Bezuinig op wachtgelden door gewoon de WW regeling in te voeren dan krijg je voldoende geld vrij om jonge mensen op te leiden. Mogelijk iets te snel door de bocht!
Positief:
Goed personeelsbeleid en een positieve marketing strategie met een normale beloning zoals in het bedrijfsleven lijkt mij een goede zaak. Dat spreekt jonge mensen aan. Stimuleer stageplekken onder begeleiding van oudere ervaren professionals. Laat ze kennis maken met het bedrijf de gemeente of provincie. Maar zorg er dan wel voor dat het een efficiënt professioneel goed draaiend bedrijf is. Anders zien ze de verkeerde voorbeelden met als gevolg “Daar wil ik niet werken”. Professionele oudere medewerkers kunnen voor de jonge collega’s heel veel betekenen.
Immers, een grote delen van deze groep verlaten in de komende vijftien jaar de overheidsdienst. Hoe borgen we dat hun kennis op de juiste wijze wordt overgedragen? Daarnaast, hoe leiden we voldoende mensen op die het stokje straks overnemen als het zo lastig is voor jongeren om toe te treden tot de overheidsdienst?
Zelf ben ik 29 en heb ik zowel bij Rijk als gemeente gewerkt, na een kort traineeship in het bedrijfsleven. Ik zou niet anders willen dan in overheidsdienst te werken, vanwege de diversiteit in werk en het gevoel dat je iets goed probeert te doen voor de maatschappij. Zoals ik zijn er velen, meer als dat je zou verwachten.
Ik ben even de schrijver van dit stuk nagegaan. Hans Bekkers is redacteur en coördinator van het magazine. Zijn specialisme is overheidsfinanciën. Gezien zijn foto heeft Rob er geen probleem mee dat er veel 50+ 'ers bij de overheid zijn. Hij zal daar zelf denk ik zelf ook dicht bij zitten. Zoniet dan weet hij dat aardig te verbergen.
Maar even een vraag aan collega-ambtenaren hier. Zouden jullie je kinderen adviseren om voor de publieke sector te gaan werken dan? Ik niet. Ik heb mijn kinderen altijd voorgehouden dat zij hun talenten niet moesten verspillen aan dat stelletje politieke draaiborden. Figuren die goed voor zichzelf zorgen en de mensen die voor ze werken steeds onderschijten, hun cao's steeds verder uitkleden, hun pensioenen jatten en bij reorganisaties hun "sociale" kant laten zien. Die bij dat laatste de stelling hanteren dat de goedkoopste ambtenaar een dooie ambtenaar is. Daar ben je tenminste met 1 maandsalaris van af. Dan kan zijn weduwe tenslotte ook niet meer mekkeren.
Dat wens je je kinderen toch niet toe. Daarvoor wil je toch het beste. En dat al lang niet meer de overheid.
Vraag het ook de senioren maar.
Natuurlijk. Dat is namelijk hetzelfde. Het aandeel ouderen plus het aandeel niet-ouderen is 100%. Dus als het aandeel ouderen oploopt, daalt het aandeel niet-ouderen.
Maar weer niet 'omgekeerd evenredig'.
Allereerst is betrokkenheid, professionaliteit, ziekteverzuim, effectiviteit en kennisniveau bij deze groep beter dan bij de jonkies en daarbij komt dat dit het logisch gevolg is van de wens een kleinere overheid te realiseren. We stoppen nl. met het plaatsen van vacatures. Geen uitsroom aan de bovenkant, is geen instroom aan de onderkant.
Maar ik geloof dat de verbazing in het artikel is dat er nu wel aandacht moet worden besteed aan de werknemer boven de :) ipv 'm in de VUT/FPU/WAO te laten sukkelen. Of te wel, aan het werk manager...
De meeste zijn toch al gauw een kleine 10 jaar aan het werk
Gezien de demografische ontwikkeling zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat het aantal 50-plussers (en allochtonen) onder ambtenaren sterk toeneemt. De helft van de bevolking is immers 50-plus en moet doorwerken tot 67.
'Helft ambtenaren straks 50-plus'
en daar dan achter zetten:
Niks mis mee, zorgvuldigheid is hen toevertrouwd.