'Alarmerend' lage mobiliteit ambtenaren
De mobiliteit in het openbaar bestuur is tot een minimum gedaald. Bijna één op de tien overheidswerkers vindt bovendien dat hij in de verkeerde functie zit, maar is desondanks niet op zoek naar iets anders. 30 duizend ambtenaren zijn tamelijk tot zeer ontevreden met hun werk. Dat blijkt uit de monitor 'Trends en Cijfers 2014' die het ministerie van BZK volgende week publiceert.
De mobiliteit in het openbaar bestuur is tot een minimum gedaald. Bijna één op de tien overheidswerkers vindt bovendien dat hij in de verkeerde functie zit, maar is desondanks niet op zoek naar iets anders.
Dat blijkt uit de monitor 'Trends en Cijfers 2014' die het ministerie van BZK volgende week publiceert.
Gedwongen overstap
Van alle ambtenaren bij rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en de rechterlijke macht is 83 procent niet mobiel. Onder hen bevinden zich ook mensen (17 procent) die tevergeefs zoeken naar ander werk, meestal binnen hun eigen organisatie(onderdeel).
De instroom is met tussen de 2 en 3 procent van het totaal aantal ambtenaren historisch laag. De interne doorstroom bedraagt een kleine 12 procent. Daarvan maakte 7 procent vrijwillig en 5 procent gedwongen een overstap naar een andere functie of werkgever binnen de overheid.
Uitstroom ambtenaren
Dan de uitstroom. In 2013 vertrok 6 procent van de ambtenaren. Waarom precies is nog niet bekend, maar cijfers van voorgaande jaren laten zien dat ongeveer 2 procent vertrekt vanwege pensionering, 2 procent vanwege ontslag of het niet verlengen van tijdelijke contracten en eveneens 2 procent door zelf het arbeidscontract op te zeggen.
Weinig kans stap voorwaarts
Lucas Lombaers, directeur Arbeidszaken Publieke Sector van het ministerie van
BZK, noemt de mobiliteitscijfers 'alarmerend'. 'Door de immobiliteit zijn er nauwelijks doorstroommogelijkheden. Mensen die een stap voorwaarts willen zetten in hun loopbaan, maken weinig kans.'
Niet senang
Meest opmerkelijk zijn de bijna 10 procent medewerkers die zich niet senang voelen in hun huidige functie, maar ook niet omkijken naar iets anders. Ze geven in meerderheid aan dat ze tamelijk tot zeer ontevreden zijn met hun werk. In aantallen gaat het om niet minder dan rond de 30 duizend ambtenaren.
Lombaers maakt zich zorgen over hen. 'Ze zijn niet gelukkig en geloven er kennelijk niet in dat enige inspanning om een andere baan te krijgen kans van slagen heeft. Als je zelf vindt dat je niet op de goede plek zit, kan ik me niet voorstellen dat je enthousiast je werk doet. En daarmee baart deze groep ook zorgen voor de organisaties waarin ze functioneren. Een verzuurde collega is immers geen aangename collega. Ik vind dat de overheid hier echt een groot organisatieprobleem heeft. Dit los je niet op met een reorganisatie hier of een structuuraanpassing daar. Alleen een krachtiger mobiliteitsbeleid kan hier iets aan doen.'
Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nummer 16 van deze week.
En dan nog dit. Wat een walgelijke reactie van Hans Oldenhof (Gemeentesecretaris). Waarom is die man hoofd van zijn ambtenaren? Om ze te demotiveren en te schofferen? Personen als deze zijn de oorzaak van een hoop ellende, zowel voor de organisatie als voor de individuele medewerkers.