‘Zélf aan de slag met omgevingsdienst’
De VNG roept gemeenten op om op volle kracht door te gaan met de vorming van omgevingsdiensten. ‘Pak zelf de regie!’, zegt bestuurslid Henk Aalderink.
De komst van omgevings- of regionale uitvoeringsdiensten (rud’s) leek enkele maanden geleden verder weg dan ooit. Aanleiding was een unaniem aanvaarde motie in de Eerste Kamer, waarin werd uitgesproken dat ‘de vormgeving en realisatie van de regionale uitvoeringsstructuur (rud’s) niet bij wet dient te worden opgelegd’ en dat ‘het primaat bij gemeenten moet liggen’.
Kort hierna nam de Tweede Kamer op initiatief van Jan Boelhouwer (PvdA) een motie aan met als strekking dat ‘het ontbreken van een wettelijke plicht niet tot vrijblijvendheid kan leiden’ en dat een wettelijke plicht moet worden ‘heroverwogen’ als ‘het bottom-up proces’ onvoldoende resultaat heeft.
Deal
De twee ogenschijnlijk tegenstrijdige moties zijn volgens VNG-bestuurslid Henk Aalderink symptomatisch voor de vaak heftige en verwarrende discussie over omgevingsdiensten die nu ruim 2 jaar wordt gevoerd. Maar één ding staat voor de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) als een paal boven water, zegt Aalderink: ‘In juni 2009 hebben we een packagedeal gesloten met het ministerie van VROM en het Interprovinciaal Overleg (IPO): op 1 januari 2012 moet er een landsdekkend netwerk zijn van robuuste uitvoeringsdiensten die zijn belast met verguningverlening, handhaving en toezicht. Dit staat niet ter discussie en hééft ook nooit ter discussie gestaan. Daar doet die motie in de senaat niets aan af.’
De verwarring rond de omgevingsdiensten is volgens Aalderink extra gevoed doordat een relatie werd gelegd met de invoering van de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht): ‘Het zijn twee aparte dingen, maar de minister heeft ze destijds bij elkaar gebracht. De Wabo en de rud’s zijn met elkaar verweven geraakt, en dat had nooit mogen gebeuren. Dat heeft de zaak geen goed gedaan.’
Ingrijpen
Intussen is tijdens recent bestuurlijk overleg tussen Rijk, VNG, IPO en de Unie van Waterschappen ‘een nieuwe impuls’ gegeven aan de vorming van de rud’s, schrijft minister Huizinga (VROM, ChristenUnie) in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens Huizinga is sprake van ‘een gezamenlijk gevoelde urgentie’ om de kwaliteit van vergunningverlening en handhaving te verbeteren.
Aalderink bevestigt deze conclusie van de minister. Hij waarschuwt dat gemeenten feitelijk geen keuze hebben. Schaalvergroting en regionale samenwerking bij de handhaving, de vergunningverlening en het toezicht, zijn naar zijn inschatting onontkoombaar. Als gemeenten er, in overleg met de provincies, niet in slagen om zelf rud’s te vormen, dreigt alsnog ingrijpen van bovenaf. Dat is overigens ook precies wat de motie-Boelhouwer beoogt.
‘Daarom zeg ik: gemeenten, pak zelf de regie! Neem het voortouw, en wacht niet langer af. Kijk wat goed is voor jouw gebied en handel daarnaar. Als gemeenten echt de eerste overheid willen zijn, moeten ze nu laten zien dat ze stappen kunnen zetten, en de hand aan de ploeg kunnen slaan’, aldus Aalderink.
De VNG verwacht dat de plannen die eind 2009 bij toenmalig minister Cramer zijn ingediend, in grote lijnen ook daadwerkelijk zullen worden uitgevoerd. Zoals eerder in Binnenlands Bestuur gemeld, zou dit betekenen dat er uiteindelijk 30 à 35 omgevingsdiensten komen. Uit een overzicht van afspraken die tijdens het al genoemde bestuurlijk overleg zijn gemaakt, blijkt dat uitsluitend van deze eerdere voorstellen kan worden afgeweken als de betrokken gemeenten het hierover eens kunnen worden met de provincie. Tevens moeten de rud’s ‘voldoende kritische massa’ hebben.
Toezicht
Aalderink hoopt dat de nieuwe colleges en gemeenteraden snel verdere beslissingen zullen nemen. ‘Het heeft door de verkiezingen tijdelijk allemaal stilgelegen, maar we moeten nu weer aan het werk. Ik hoop dat alle colleges uiterlijk in oktober hebben besloten over de gewenste juridische vorm voor de uitvoeringsdienst in hun regio. Op onze beurt zullen wij nadrukkelijk aan de minister vragen: maakt u nu snel duidelijk welke toezichthoudende diensten u inbrengt.’
Aalderink vindt het hoog tijd worden om vooruit te kijken, en aan de slag te gaan. De VNG doet daarom een stap terug: ‘Het komt nu aan op uitvoering van de gemaakte afspraken. Als VNG gaan we ook niet meer zeggen: “dit is wel goed, en dat is niet goed”. De gemeenten zijn nu aan zet. Zij moeten zelf zorgen voor maatwerk in hun regio.’
Gemeenten moeten zich volgens Aalderink niet van de wijs laten brengen door de omstreden kwaliteitscriteria, waarvan eerder is gezegd dat de rud’s hier aan moeten voldoen. De eisen in deze criteria zouden vele malen te hoog zijn.
Aalderink: ‘Die criteria - eigenlijk zijn het meer functieprofielen - kan je hooguit als toets gebruiken. Maar er komen ook nieuwe toetsingscriteria. Het is echt niet zo dat in de handhaving alleen maar hbo’ers kunnen werken. Voor goed functionerende mbo’ers is heus plaats. Het gaat er om of je, kijkend naar de omstandigheden en de aard van de aanwezige bedrijven in je regio, als rud in staat bent om je werk goed te doen. Dat is het belangrijkste.’
Dekker ambassadrice
Oud-minister Sybilla Dekker wordt ‘ambassadrice en bestuurlijk boegbeeld’ van de te vormen omgevingsdiensten, schrijft minister Huizinga in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens VNG-bestuurslid Henk Aalderink is het de bedoeling dat Dekker zonodig gaat bemiddelen in regio’s waar de vorming van omgevingsdiensten moeizaam verloopt. In het uiterste geval zal Dekker ‘met een oliekannetje door het land trekken’ om partijen op één lijn te krijgen, aldus Aalderink.
Lees hier de brief van de minister
Lees hier het overzicht van gemaakte afspraken
Overigens is het een klap in het gezicht voor al die vergunningverleners bij gemeenten die hun stinkende best doen om verguningen te verlenen op een maier die voor de burger het beste resultaat opleverd, en dat daarvan wordt gezegd dat er geen kwaliteit geleverd wordt.
Kun je nagaan hoe hoog de toren is waarop die zogenaamde bestuurders zitten.