Wilders: het ergste wat rechts ooit is overkomen
Als ik een stukje begin te tikken moet ik vaak denken aan een vrouw. Niet zo maar een vrouw, maar een heel bijzondere vrouw. Ze was een Engelse barones, en leefde van 1860 tot 1940. Haar naam was Lady Hillingdon, en ze was een grande dame in de Londense society. Ze heeft haar echtgenoot George één zoon geschonken. Helemaal van harte is dat niet gegaan.
In 1912 noteerde ze in haar dagboek dat George haar slaapkamer gelukkig niet meer zo vaak bezocht als voorheen. Nog maar twee keer per week hoorde zij hem ’s nachts door de gang aan komen schuifelen. En als dan de klink van haar slaapkamerdeur naar beneden ging, vleide zij zich neer op haar bed, sloot haar ogen, opende haar benen en dacht aan Engeland.
Die uitdrukking ‘I lie back, close my eyes, open my legs and think of England’ is een gevleugelde uitdrukking geworden voor eventjes stevig doorbijten. En dat is precies ook de reden waarom ik vaak aan die uitdrukking moet denken wanneer ik aan een stukje begin. Niet vanwege het schrijven zelf, dat doe ik altijd met veel plezier, maar vanwege de reacties, vooral als je Geert Wilders en zijn PVV noemt. Dat kun je namelijk nooit goed doen. Óf je bent iemand die eigenlijk toch (nog altijd) bij Wilders hoort, of je bent een gefrustreerde natrapper. Beide reacties krijg je altijd op één en hetzelfde stukje. Het is dan zaak even op je tanden te bijten, je niet te laten gijzelen, en naar eer en geweten je mening over uitspraken of daden van de man zo leesbaar mogelijk aan het papier toe te vertrouwen.
We moeten het ook nu weer over Wilders hebben. Al zes jaar voert hij zijn eenzame politieke strijd. Een ongekend doorzettingsvermogen heeft hem in 2006 op negen en dit jaar op 24 zetels doen uitkomen. Als grootste winnaar was hij bereid een kabinet van de grootste partij en de grootste verliezer te gedogen: heel veel bezuinigingen in ruil voor een heel streng immigratie- en integratiebeleid. Vorige week lag een regeer- en gedoogakkoord voor het grijpen, maar op het laatste moment brak Wilders de formatiebesprekingen af. Hij had niet meer het vertrouwen dat de CDA-fractie één en onverdeeld zou blijven en durfde het risico niet aan dat Rutte-I al in het Kamerdebat over het regeerakkoord door een motie van wantrouwen zou worden weggestuurd.
Die breuk was natuurlijk raar en overbodig. Wilders had een unieke kans voor het grijpen om in dit land, waar het al zolang vijf voor twaalf is, het harde beleid te introduceren dat hij al zolang bepleit. Maar Wilders heeft het klaarblijkelijk toch niet aangedurfd om zijn partij vanaf de zijlijn naar een verantwoordelijke positie binnen ons bestel te verplaatsen. Verantwoordelijkheid betekent oplossingen en compromissen. Compromissen betekenen minder kleur en herkenbaarheid. En als je compromissen sluit die uiteindelijk door een deel van een van de coalitiefracties (het CDA) wordt verworpen, dan liggen die compromissen op straat en ziet je achterban dat je verkiezingsbeloften breekt en toch bereid bent tot bezuinigingen in de sociale zekerheid en de zorg. En in de oppositie ben je dan bij voorbaat monddood gemaakt. Als je een maal een te grote broek hebt aangetrokken ben je gedwongen jezelf als radicale buitenstaander te blijven positioneren.
Hoezeer Wilders ver weg wil blijven van bestuurlijke verantwoordelijkheid, bleek uit de onmogelijke eis die hij aan de CDA-dissidenten stelde, zoals hij eerder onmogelijke eisen had gesteld in Almere en Den Haag. Dan grijp je een aangereikt excuus dus gretig aan om je verantwoordelijkheid te ontlopen. Het bleek ook uit Wilders’ zuinige reactie toen Ab Klink gisteren uit de CDA-fractie stapte. Opmerkelijk genoeg maakte Klink daarmee immers opnieuw de coalitie mogelijk die hij met zijn brief van vorige week had willen voorkomen omdat die geen enkel perspectief bood voor Nederland. Wilders greep die nieuwe mogelijkheid niet aan maar zei afhoudend dat er nog twee dissidenten in de CDA-fractie overblijven en dat hij wilde afwachten. Het liefst heeft hij nieuwe verkiezingen, zo suggereerde hij gisteravond aan de majesteit.
Daarmee dringt zich de conclusie op dat Wilders met zijn gebrek aan verantwoordelijkheidsbesef en met zijn verlangen naar een glansrol in de oppositie om uiteindelijk de grootste partij van het land te worden, het slechtste is wat rechts Nederland is overkomen. Wilders gijzelt niet alleen het debat over het multiculturalisme – en reikt met zijn permanente toon van agressieve wanhoop alle anderen het gretig aangegrepen excuus aan om dat debat niet te hoeven voeren – maar voorkomt ook dat de proteststem die hij zo rauw vervormd en vertolkt, een gerespecteerde positie binnen ons politiek bestel kan krijgen. Hij blokkeert de weg naar oplossingen om persoonlijk en partijpolitiek gewin.
Misschien is dat niet meer dan een andere manier om te zeggen dat Wilders een politicus is. Maar in het licht van de politieke wanorde waarin we terecht zijn gekomen – waarbij alleen Wilders de sleutel in handen heeft voor een doorbraak – is het ook een beschuldiging.
And now I lie back and think of England.
.
Hoewel het ook een tijdgeestelijke uitlating was: "Liever Turks dan Paaps. "
En de heerlijke inmiddels gemeengoed geworden "croissant."
Blijf er altijd moeite mee houden dat B.J. Spruyt W. heeft gesteund in zijn opbouwfase.
Iets anders kun je van een Kerstiaan en rechts-bevindelijken ook niet verwachten. Lees de onafhankelijksverklaring van W. nog maar eens en Paul Belien, persoonlijk medewerker van W.