Advertentie

Regionaal roeien met bestaande riemen

De Noordoost-Brabantse gemeenten werken zo licht waar het kan en zo zwaar als het moet regionaal samen. Wat de regio betreft, hoeft de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) niet op de schop; er zijn voldoende instrumenten om effectief verlengd lokaal te sturen.

26 juli 2016

De Noordoost-Brabantse gemeenten werken zo licht waar het kan en zo zwaar als het moet regionaal samen. Adoptieteams en het zogeheten Vijftallenoverleg zijn enkele van de instrumenten die de regio inzet om effectief verlengd lokaal te sturen. Wat de regio betreft, hoeft de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) niet op de schop.

Effectief lokaal sturen

‘Je hoeft de wet niet te veranderen om effectief lokaal te sturen. De bestuurders in de regio hebben volop mogelijkheden om actief invulling te geven aan verlengd lokaal bestuur. En ook ambtelijk zijn er volop sturingsinstrumenten en -activiteiten’, stelt burgemeester Wobine Buijs-Glaudemans van Oss, coördinerend burgemeester voor de regionale samenwerking van de negentien samenwerkende gemeenten.

Ambtelijk en bestuurlijk

Belangrijk in de aanpak in Noordoost-Brabant is de brede uitleg die de regio geeft aan het begrip verlengd lokaal bestuur. ‘Het vormen van een bestuur van een gemeenschappelijke regeling door bestuurders vinden we niet voldoende. Verlengd lokaal bestuur moet zowel ambtelijk als bestuurlijk worden ingevuld, waarbij wij hebben gekozen voor een coördinerende rol voor burgemeesters en gemeentesecretarissen’, verduidelijkt de Bossche gemeentesecretaris Irma Woestenberg.

Capaciteitsinzet

De burgemeester van Oss is voor de hele regio verantwoordelijk voor het samenspel tussen de gemeenten en de regionale (uitvoerings)organisaties. Dan gaat het niet alleen over praktische zaken zoals de aanlevering van stukken, maar ook over belangrijke uitgangspunten die alle gemeenten aan de regionale instellingen meegeven. In het eerder genoemde Vijftallenoverleg regelen vijf gemeentesecretarissen de dagelijkse gang van zaken en coördineert de ambtelijke capaciteitsinzet voor het regionale werk.

Adoptieteams

Zoals de aansturing van de ‘adoptieteams’. Voor elke gemeenschappelijke regeling is er zo’n team van drie tot vijf ambtenaren uit verschillende gemeenten, dat alle beleids- en financiële stukken van de gemeenschappelijke regelingen doorakkert en advies uitbrengt aan colleges of raden van de deelnemende gemeenten. Woestenberg: ‘Dat is niet alleen efficiënt, maar op deze manier kunnen ambtenaren ook dieper in de stukken duiken. Het is vervolgens aan de colleges en raden wat ze met dat advies doen, maar in veel gevallen worden de adviezen ongefilterd overgenomen.’

Experiment

Het moment van ‘bemoeienis’ van raadsleden is altijd een lastig punt. De klacht van gemeenten en gemeenteraden is vaak dat ze nauwelijks aan de voorkant invloed kunnen uitoefenen op de beleidsplannen van de gemeenschappelijke regelingen. De regio Noordoost-Brabant heeft hiermee een experiment uitgevoerd dat naar meer smaakt. ‘Het initiatief hiervoor kwam vanuit de behoefte van de gemeenteraden’, vertelt Woestenberg. Alle gemeenten hebben aangegeven wat zij voor hun gemeente belangrijk vonden om op te nemen in het beleidsplan van de Veiligheidsregio. ‘Vanuit die kaders heeft de Veiligheidsregio haar beleidsplan– gemeentespecifiek waar dat kon – opgebouwd. De raden vonden dit een goed stuurmiddel. We willen zeker verder gaan met dit soort initiatieven.’

Gat niet gedicht

Daarnaast worden raadsleden regelmatig bijgepraat in speciale regionale bijeenkomsten over wat er in gemeenschappelijke regelingen speelt. Als er een nieuwe gemeenschappelijke regeling wordt opgericht, kunnen raden vooraf aangeven welke inhoudelijke uitgangspunten in die samenwerking centraal moeten staan. Bij de kadernota kunnen raadsleden inhoudelijk richting geven. Buijs-Glaudemans en Woestenberg erkennen dat het democratische gat hiermee niet is gedicht. ‘We willen in de toekomst meer mogelijkheden scheppen voor de controlerende taak van gemeenten. Ideeën daarvoor zijn in ontwikkeling’, stelt Buijs-Glaudemans. ‘Je zou kunnen denken aan een controle op de afspraken over de specifiek lokale dienstverlening van een gemeenschappelijke regeling.’

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 14.  

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Hannes Haganum / kritisch lezer
Er lijkt zeker sprake van goede wil, maar dan heb je ook raadsleden nodig die voldoende deskundig zijn en die bovendien interesse in de materie hebben. Veel vaker zijn ze druk met ruzie maken en neuzelen over details...
Advertentie