'Wél machtmisbruik in Leidse cafékwestie'

Niet-professioneel
De opsteller van het rapport, voormalig rechter Piet Holthuis, komt echter tot een ander oordeel. Volgens Holthuis, die het onderzoek uitvoerde in opdracht van de gemeente, is in de kwestie sprake van ‘ambtelijk niet-professioneel handelen’. Daardoor zijn de rechten van de ‘aanvragers onvoldoende gerespecteerd’. Holthuis kwalificeert dat als ‘ernstig’, maar voor machtsmisbruik heeft hij ‘geen overtuigende aanwijzingen aangetroffen’.

Eigen veiligheid
Verder constateert de voormalige rechter dat de dienst Bouwen en Wonen in de onderzochte periode (2006 en 2007) ‘onvoldoende op de burger was gericht en te veel op de eigen veiligheid en de strikte toepassing van het recht.’ Volgens Holthuis was dit ‘te weinig oplossingsgericht’.

Machtsmisbruik
Mans ziet na lezing van het rapport wel degelijk bewijs voor ambtelijk machtsmisbruik. Aan de advocaat van de gemeente schrijft hij dat Holthuis op basis van het onderzoek ‘verdergaande’ conclusies had kunnen trekken. De advocaat wijst op het ambtelijke gebruik bij de dienst Bouw- en Woningtoezicht om ‘aanvragen terzijde te leggen, omdat daarmee een aantal lastige taken wegvallen’.

Gokken
Mans denkt dat dat ook het geval is bij de zaak van zijn cliënt, Fatima Postma-Rommani. ‘Daarbij gokken ambtenaren erop dat de burgers toch geen rechtsmiddelen kunnen dan wel durven in te zetten tegen het uitblijven van een beslissing, ook omdat er een zekere, toekomstige afhankelijkheid van de gemeente bestaat’. Verder wijst Mans in zijn brief op nog een voorbeeld uit het rapport, waaruit zou blijken dat wel degelijk sprake was van machtsmisbruik.

Blij
De gemeente Leiden laat middels een persbericht weten ‘blij’ te zijn dat ‘de beschuldiging van machtsmisbruik [...] onterecht is’. De integriteit van de beschuldigde ambtenaren ‘staat daardoor niet meer ter discussie’, aldus de persverklaring. Mans en zijn cliënt laten het er niet bij zitten en zetten de lopende bodemprocedure tegen de gemeente door. Onduidelijk is nog of de gemeente wil schikken met Postma-Rommani. Zij heeft haast: aan het eind van de maand dreigt ze door de bank uit haar huis te worden gezet. Daarom vorderen Mans en zijn cliënt op korte termijn een bedrag van 25.000 euro van de gemeente.