’Waarden komen uit samenleving’
‘Als iedereen iets meer moreel leiderschap zou vertonen zou de maatschappij iets beter zijn’, aldus Alex Brenninkmeijer, (voormalig rechter, ombudsman en nu lid van de Europese Rekenkamer en hoogleraar te Utrecht) over zijn boek Moreel leiderschap dat sinds begin februari in de winkel ligt.
Brenninkmeijer pleit voor meer ethos
De kern van het boek is een pleidooi voor meer ethos op de werkvloer. ‘Deze gedachte is van alle tijden, maar anno 2019 ontstaan op steeds meer plekken voorbeelden van autocratisch leiderschap. Denk aan Poetin Erdogan, Trump en nieuwe leiders in Oost-Europa.’ Met dit boek wil Brenninkmeijer een tegenwicht bieden tegen deze kennelijk lonkende vorm van leiderschap.
‘Moreel leiderschap betekent in de kern een balans aanbrengen tussen onze rede, gevoel en waarden, logos, pathos en ethos’, zegt Brenninkmeijer. ‘Zeker ethos, het beslissen en handelen vanuit waarden, vormt een vaak ontbrekende schakel in ons handelen. Waarden komen tot stand in een dialoog, door te luisteren en vragen te stellen. De samenleving is niet meer hetzelfde als vijftig jaar geleden. Met het verdwijnen van de zuilen en de minder grote rol van socialisme, liberalisme en christelijke stromingen bij partijen moeten we te meer samen zoeken welke eigentijdse waarden we een rol willen laten spelen in onze gemeenschap. De waarden van nu zijn terug te vinden in de samenleving, die gebaseerd is op de beginselen van de democratische rechtsstaat. In mijn boek analyseer ik de behoefte aan meer invloed en communicatie over en weer tussen burgers en openbaar bestuur.
Een goed voorbeeld hiervan is wat laatst gebeurde rond de klimaatdemonstraties van scholieren in Den Haag. Leden van het kabinet en het parlement deden scherpe uitspraken over het al dan niet mogen staken of spijbelen door scholieren. Wat mij betreft is het passender wanneer de dialoog over toestemming binnen schoolgemeenschappen zelf gevoerd wordt door de directe belanghebbenden, namelijk de schoolleiding, leraren, scholieren en hun ouders. Zij moeten samen vanuit hun waarden de dialoog aangaan en een weg hierin vinden, dat sluit beter aan dan wanneer uitspraken gedaan worden vanuit het centrum van de macht.’
Meer invloed burgers
‘Onze huidige representatieve democratie schiet steeds meer tekort om inhoud te geven aan de gewenste dialoog en participatie van burgers. Daarom moeten we zoeken naar nieuwe vormen van participatie. Als de huidige aanvullende oplossingen zoals referenda nog onvoldoende werken, moeten we samen andere, betere vormen vinden en dat gebeurt op veel plaatsten al. Hoe deze aanvulling kan worden vormgegeven, is wat mij betreft afhankelijk van de behoefte vanuit verschillende betrokkenen. Betrek dus juist burgers en belanghebbenden bij het vormgeven van de nieuwe samenwerking.
Een moreel leider is de bemiddelaar die bijdraagt aan een goede afweging die maatschappelijk gedragen wordt. Natuurlijk moeten leiders ook op zeker moment knopen doorhakken, maar mijn ervaring is dat door betrokkenen vroegtijdig in een echte dialoog uit te horen en mee te nemen een beter besluit met meer draagvlak ontstaat en uiteindelijk zelfs een versnelling van procedures, doordat er minder bezwaren worden ingediend. Goede communicatie is de sleutel tot moreel leiderschap, zowel professioneel als persoonlijk. Dat vergt meer dan alleen een goede motivatie van een genomen besluit. In het hele proces moet er een dialoog zijn met wederzijdse bevraging voordat een besluit wordt genomen.
Wanneer het debat toch te hoog oploopt, moet het bestuur soms de wijsheid hebben om een pauze in te lassen en drie stappen terugzetten om er uiteindelijk samen uit te kunnen komen’.
Verbinding zoeken
‘Moreel leiderschap en een goede communicatie hebben tot gevolg dat leiders gezag wordt toegekend. Echter, er zit ook een keerzijde aan gezag. Hoe hiermee moreel om te gaan is ingewikkeld. Gelukkig kom ik wel goede voorbeelden tegen. Laatst sprak ik nog een wethouder die na concrete doodsbedreigingen aan haar adres koos voor de weg van de dialoog en – voorzien van waarborgen – een gesprek aanging met bedreigers en daar met veel voldoening op terugkijkt. Zij toonde moreel leiderschap.
Waar burgemeester en wethouders worden bedreigd, verdienen ze onze volle steun in hun taak bij of na het nemen van complexe en soms ingrijpende besluiten. Ze moeten vooral niet zwichten en de verleiding weerstaan om over te gaan tot het verlenen van gunsten of cliëntelisme. Waar het echt nodig is, moet de rechtsstaat ook zijn tanden laten zien en repressief optreden, ook als dit een lange adem vergt.
Maar wanneer wel een hechte band bestaat tussen de bestuurder en een wijk of stad kun je zelfs in een grote stad gezag verwerven en lastige besluiten nemen, door voortdurend in dialoog te staan met burgers. Ook in grote gemeenten is dit mogelijk, zoals Eberhard van der Laan in Amsterdam liet zien.’
Keerzijde participatie
‘Goed naar burgers luisteren betekent voor mij echter niet het volk gehoorzamen of populistisch exploiteren. Blind de volkswil volgen heeft een gevaarlijke kant. Het ‘Gesundes Volksempfinden’ kan zelfs een bedreiging zijn voor onze rechtstaat en waardengemeenschap. Wanneer een bestuurder de dialoog aangaat met bijvoorbeeld de bewoners van de wijk rond een heikel thema, moet hij aan de ene kant zorgen dat die dialoog zorgvuldig gebeurt, maar hij hoeft niet neutraal te zijn en mag optreden vanuit eigen, rechtsstatelijke waarden. Er moet vooral worden geluisterd en geprobeerd om via onderzoekende vragen elkaar te begrijpen, maar een bestuurder mag vertrouwen zijn eigen ethos.
Wat vaak wordt vergeten, maar zeker een belangrijk aspect van moreel leiderschap is, is het erkennen van gemaakte fouten. Iets wat voor ons bestuur en onze bestuurders nog altijd heel moeilijk blijkt. Dan worden bijvoorbeeld om de verkeerde redenen geen excuses aangeboden. Een voorbeeld uit mijn boek is de brand in het Catshuis waarvoor de toen verantwoordelijke minister-president geen excuses aan wilde bieden, naar eigen zeggen wegens de mogelijke juridische consequenties. Volgens mij was dit eerder wegens de politieke gevolgen. Er zijn uiteindelijk wel excuses en schadevergoeding aan de weduwe aangeboden. In mijn boek benoem ik vanuit mijn ervaring als wetenschapper, rechter en ombudsman een aantal heel concrete situaties als onderbouwing voor mijn stellingen, waarbij inderdaad de namen vallen van de betrokken politici zoals Balkenende, Bos, Plasterk. Ook wordt een situatie beschreven in relatie tot het koningshuis en de kwestie rond Edwin de Roy Zuydewijn en Marguerita.
Ik wilde een transparant boek schrijven en daarbij herkenbare voorbeelden gebruiken over het ontbreken of juist tonen van moreel leiderschap. Transparantie is bij het schrijven mijn leidraad geweest en ik heb daarom bewust niet lang willen nadenken over de eventuele effecten van deze transparantie. Moreel leiderschap gaat over duidelijkheid, de zaken bij naam noemen en zo nodig het lastige gesprek aangaan.
Naar mijn mening kan iedereen moreel leiderschap tonen. Je kunt een voorbeeld nemen aan iemand als Jan Terlouw met zijn verhaal over het touwtje uit de brievenbus. Maar moreel leiderschap is geen eigenschap, het is wat iedereen kan ontwikkelen, door reflecteren en leren. Zowel door de studenten en jonge ambtenaren die ik ontmoet tijdens lezingen en congressen als door ervaren bestuurders. Moreel leiderschap gaat over het goede gedrag, de balans tussen logos, pathos en ethos, iets waarvoor iedere keer opnieuw bewust voor gekozen moet worden.’
Citaat uit het boek:
‘Individuele bestuurders zoals ministers en burgemeesters [...] kunnen met dialoog en terugkoppeling heel goed een koers bepalen die meer is afgestemd op de waarden waar burgers voor staan’
Moreel leiderschap; Alex Brenninkmeijer; Prometheus Amsterdam, 2019 19,99 euro
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.