Eens politiek, altijd politiek
De Collegetafel deed onderzoek naar wat ex-wethouders gaan doen na hun wethouderschap.
Ex-wethouders uit grote steden blijven actief in of rondom de politiek. Slechts een handvol kiest voor een leven erbuiten. Politiek Den Haag is een populaire stap. Wethouders van iets minder grote steden stromen vaak door naar het provinciebestuur.
Sinds de raadsverkiezingen van 16 maart zitten 176 wethouders uit de steden met meer dan honderdduizend inwoners in de wachtkamer. Zij zijn demissionair en een aantal van hen hoopt terug te keren als wethouder in een nieuw college. Anderen moeten op zoek naar een nieuwe baan.
Roeland van der Schaaf heeft na tien jaar wethouderschap in Groningen zijn knopen geteld. De 51-jarige PvdA’er was demissionair en kandidaat voor een nieuwe periode, maar kiest ervoor om per 1 juli dijkgraaf in waterschap Noorderzijlvest te worden. ‘De functie van dijkgraaf is een erg mooi vervolg. Noorderzijlvest heeft in de komende jaren stevige uitdagingen, zoals aanpassingen aan de gevolgen van klimaatverandering.’
Van der Schaaf, die in Groningen een recordaantal woningen bouwde en de strijd aanging met huisjesmelkers, is in de ogen van het waterschap de verbinder die kan samenwerken en het belang van water landelijk en regionaal prominent op de agenda kan zetten. ‘Het algemeen bestuur heeft het volste vertrouwen dat Roeland van der Schaaf als dijkgraaf sturing kan geven aan deze ontwikkelingen’, zo liet de vertrouwenscommissie in de media weten. Een carrrièrestap naar het waterschap, zoals Van der Schaaf, is een uitzonderlijke stap voor wethouders uit de grote steden, maar wint de laatste jaren aan populariteit.
Twee Tilburgse wethouders, Erik de Ridder (CDA) en Mario Jacobs (Groen- Links), verruilden de afgelopen collegeperiode het wethouderschap voor de functie van dijkgraaf. Roelof Bleker (PvdA) was in 2010 een van de eerste wethouders uit een grote stad die ook dijkgraaf werd, diverse toezichtfuncties vervulde en voorzitter van het college van bestuur van de Hogeschool voor de Kunsten was. Sinds 1 februari is Bleker, die inmiddels partijloos is, burgemeester van Enschede.
Loopbaanstap
Een nieuwe politieke functie in het lokaal bestuur is voor een kwart van de wethouders uit grote steden met meer dan honderdduizend inwoners de meest populaire loopbaanstap na het wethouderschap in een grote gemeente. Dat blijkt uit het onderzoek dat DeCollegetafel in opdracht van Binnenlands Bestuur heeft uitgevoerd naar de carrièrestappen van wethouders uit grote gemeenten sinds 2002. De twee belangrijkste en populairste vervolgfuncties in de gemeente: opnieuw een wethouderschap en vooral burgemeester. Bleker behoort tot de 85 voormalige wethouders uit steden met meer dan honderdduizend inwoners die direct of enige tijd na hun wethouderschap (waarnemend) burgemeester werden.
Het bedrijfsleven is niet populair, slechts een handvol kiest voor het ondernemerschap
Wethouders uit grote steden komen verder vooral terecht in bestuurs- en directiefuncties van brancheorganisaties en instellingen in het maatschappelijk middenveld, zoals corporaties, zorg en onderwijs. Het beschikken over een politiek netwerk lijkt voor veel van die bestuurs- en directiefuncties een prettige bijkomstigheid. Het bedrijfsleven is niet populair: slechts een handvol kiest voor het ondernemerschap. Wel worden tientallen wethouders gevraagd als toezichthouder in een raad van toezicht of raad van commissarissen, vaak van maatschappelijke instellingen en organisaties die zich rondom de politiek bewegen. Ruim de helft van de wethouders uit grote steden vindt direct of in de jaren na het vertrek als wethouder een nieuwe politieke functie.
Het minst populair is het Europees Parlement. Sinds 2002 is Vera Tax (PvdA, Venlo) de enige wethouder uit een grote stad die Europees volksvertegenwoordiger is geworden. Politiek Den Haag, het Binnenhof dus, is vooral voorbehouden aan wethouders uit de allergrootste steden. Driekwart van de wethouders uit grote steden met meer dan honderdduizend inwoners die minister, staatssecretaris, lid van de Eerste of Tweede Kamer zijn geworden, was actief als wethouder in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven of Almere.
Tussenstap
Van de tien wethouders uit grote steden die minister werden, waren er acht wethouder in deze grootste gemeenten. Een viertal – Lodewijk Asscher (Amsterdam), Ingrid van Engelshoven (Den Haag), Hugo de Jonge (Rotterdam) en Kajsa Ollongren (Amsterdam) – promoveerde van het wethouderschap rechtstreeks naar het ministerschap. Voor anderen was er een tussenstap nodig in een andere politieke, vaak Haagse functie – met name staatssecretaris – alvorens minister te worden: Bruno Bruins (Den Haag), Thom de Bruijn (Den Haag), Sander Dekker (Den Haag), Mark Harbers (Rotterdam) en Eric Wiebes (Amsterdam).
Alleen Alexander Pechtold (Leiden) en Barbara Visser (Zaanstad) werden minister terwijl zij geen wethouder in een van de allergrootste gemeenten waren geweest. Van de dertien wethouders uit grote steden die staatssecretaris werden, waren er negen wethouder in deze grote gemeenten: Ahmed Aboutaleb (Amsterdam), Bruno Bruins (Den Haag), Eric van den Burg (Amsterdam), Sander Dekker (Den Haag), Mark Harbers (Rotterdam), Alexandra van Huffelen (Rotterdam), Jetta Klijnsma (Den Haag), Maarten van Ooijen (Utrecht) en Eric Wiebes (Amsterdam). Vier staatssecretarissen waren actief als wethouder in een van de andere grote gemeenten: Paul Blokhuis (Apeldoorn), Viviane Heijnen (Maastricht), Melanie Schultz-van Haegen (Leiden) en Barbara Vissers (Zaanstad).
De populairste politieke functie in Den Haag voor wethouders uit de gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners was het lidmaatschap van de Tweede Kamer: vijftien wethouders werden voor hun partij direct of enige tijd na hun wethouderschap fulltime volksvertegenwoordiger.
Provincie
Een vervolgfunctie in het bestuur van de provincie, bijvoorbeeld als gedeputeerde of commissaris van de koning, is minder in trek bij wethouders uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven of Almere. Wethouders uit deze gemeenten met meer dan tweehonderdduizend inwoners vinden, wanneer zij niet in aanmerking komen voor een politieke functie in Den Haag, vooral emplooi in advies-, bestuurs- en directiefuncties in tal van maatschappelijke organisaties en instellingen. De provincie is voor deze wethouders het minst uitdagende werkterrein. Het zijn juist wethouders uit de grote gemeenten tussen honderdduizend en tweehonderdduizend inwoners die vooral direct of later gedeputeerde worden.
Opvallend is het ook dat de functie van commissaris van de koning door slechts één voormalig wethouder uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag of Utrecht is bereikt: Jetta Klijnsma (ex-wethouder in Den Haag) werd commissaris van de koning in Drenthe. De overige voormalige wethouders die cdk zijn geworden: John Berends (Zwolle; Gelderland), Theo Bovens (Maastricht; Limburg), Arno Brok (Leeuwarden, Dordrecht; Fryslân), Arthur van Dijk (Haarlemmermeer; Noord-Holland) en René Paas (Groningen; Groningen).
Opvallend trouwens: een directe stap van het wethouderschap, zelfs uit een grote gemeente naar de functie van commissaris van de koning is niemand gelukt. Doet politieke kleur ertoe voor een vervolgstap? Van de wethouders van lokale partijen in de grote gemeenten is er slechts een, Arne Weverling van Gemeentebelangen uit Westland, die een politieke vervolgfunctie in Den Haag kreeg: hij werd lid van de Tweede Kamer en deed dat onder de vlag van de VVD. Er is ook slechts één wethouder uit een grote gemeente, Ad Roest (Een Lokaal, Venlo), die het schopte tot gedeputeerde, in zijn geval in Limburg.
Lage score
Die lage score voor wethouders van lokale partijen is verklaarbaar omdat er verhoudingsgewijs in de grootste gemeenten weinig wethouders voor lokale partijen zijn. Tegelijkertijd staat die lage score in schril contrast met de wethouders van de klassieke bestuurderspartijen CDA, VVD en PvdA. Wethouders van deze partijen liggen vooral goed in de markt om burgemeester te worden. Zo zijn er 25 VVD-wethouders, 23 CDA-wethouders en 22 PvdA-wethouders uit grote gemeenten in het vervolg van hun loopbaan burgemeester geworden. Daarnaast krijgen VVD- en PvdA-wethouders gemakkelijk voet aan de grond voor een politieke functie in Den Haag. CDA-wethouders uit de grote steden moeten het vooral hebben van een politieke functie als gedeputeerde of commissaris in de provincie.
Opvallend is ook dat PvdA-wethouders uit de grote gemeenten veel meer dan hun collega’s van VVD en CDA een vervolgstap buiten de politiek in de wereld van advies-, bestuurs-, directie- en toezichtfuncties zoeken. In veel van dat soort functies, bijvoorbeeld bij de maatschappelijke instellingen en organisaties in zorg, onderwijs en volkshuisvesting, is het wel zo praktisch dat er een politiek netwerk mee wordt gebracht. Van alle grote partijen vinden PvdA-wethouders bijna evenredig een vervolgstap zowel in als buiten de politiek. VVD-wethouders daarentegen gaan vooral voor een politieke functie in gemeenten, Den Haag of de provincie.
Verantwoording
In het kader van het onderzoek naar de carrièrestappen sinds 2002 van 746 wethouders uit 31 gemeenten met meer dan honderdduizend inwoners is in publieke bronnen nagegaan welke functies deze wethouders hebben bekleed na hun wethouderschap. Meer informatie over het onderzoek: www.decollegetafel.nl
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.