Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Geweld ís niet normaal

Drie op de vijf werknemers met een publieke taak krijgen regelmatig te maken met agressie en geweld tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken wil agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak substantieel verminderen.

13 september 2013

Almelo heeft de twijfelachtige eer nogal eens in het nieuws te komen na ernstige geweldsincidenten tegen haar ambtenaren. Gemeentesecretaris Gerald de Haan spreekt over de impact van agressie en de instrumenten om haar een halt toe te roepen. En de dilemma’s daarbij: ‘We willen geen onneembare vesting worden.’

‘Het gebeurde woensdagmiddag 6 februari rond vier uur. Een medewerker van sociale en economische zaken leverde zijn pieper in bij de balie. Hij is een van de medewerkers die oproepbaar zijn als er ergens op een locatie een dreigende situatie dreigt te ontstaan. Op het moment dat zijn ‘calamiteitendienst’ erop zat, werd hij van achteren aangevallen door een man, die met een klauwhamer twee gaten in zijn schedel sloeg. Ik zag hem even later daar liggen en maakte me enorme zorgen over zijn kansen.’

De impact van zo’n gebeurtenis is enorm, weet gemeentesecretaris Gerald de Haan die als collega, maar uiteraard ook als ‘baas’ van alle 750 ambtenaren van Almelo − en daarmee verantwoordelijk voor een veilige werkplek voor alle werknemers − de gebeurtenis en de nasleep van dichtbij heeft meegemaakt. Niet alleen voor het slachtoffer (54) zelf, maar tevens voor zijn (naaste) collega’s. Voor een aantal baliemedewerkers komt de klap extra hard aan, omdat zij in juni 2008 ook de gijzeling hebben meegemaakt van wethouder Bert Kuiper en vier ambtenaren door een woedende ondernemer.

Dit keer, zo blijkt uit de regiezitting, is er ‘volstrekt willekeurig’ gehandeld. In die zin dat de verdachte het niet gemunt heeft op de betreffende medewerker, bijvoorbeeld vanwege onenigheid over een uitkering. De verdachte wil iemand van de politie verwonden, maar omdat hij geen agent op straat ziet, loopt hij het stadhuis binnen. ‘Daar valt  hij wel bewust een medewerker in publieke dienst aan’, aldus De Haan. Aan het inleveren van de pieper wordt het slachtoffer als ambtenaar herkend en vervolgens aangevallen. ‘Zulke domme pech.’

Zeurkous
Ambtenaren en bezoekers die getuige zijn van het incident zijn ‘zwaar ontdaan.’ Tegelijkertijd is er sprake van een bepaalde gelatenheid. ‘Omdat men beseft dat het echt stomme pech is. Er heerste een gevoel van onmacht; iedereen weet dat je dit niet kunt voorkomen’, zegt De Haan. Na de eerste opvang diezelfde noodlottige middag begin dit jaar, wordt de volgende ochtend een speciale bijeenkomst belegd voor betrokkenen en naaste collega’s van het slachtoffer. Daarbij zijn medewerkers van slachtofferhulp aanwezig. ‘Zij hebben onder meer verteld op welke verschijnselen je moet letten na een traumatische gebeurtenis en iedereen op het hart gedrukt om op elkaar te letten.’ Op deze manier hoopt de gemeente latere problemen onder medewerkers, als gevolg van dit geweldsincident, te voorkomen of op een zo vroeg mogelijk moment te signaleren zodat hulp kan worden geboden.

Ook tijdens een bijeenkomst voor al het personeel, later die middag, blijken dezelfde gevoelens van onmacht te leven. ‘Het waren indrukwekkende bijeenkomsten, waaruit een sterk gevoel van saamhorigheid sprak. Wat we iedereen op het hart hebben gedrukt, is dat geweld niet normaal is. En ook dat je er niet tegen hoeft te kunnen. Je bent geen zeurkous als je een melding doet.’

Het personeel kwam niet met verwijten aan het adres van de werkgever, in de zin dat de werkplekken niet veilig genoeg zouden zijn. Maar de gemeentesecretaris zet zich sindsdien wel volop in om de kans op dit soort geweldsincidenten te reduceren. Een dilemma is het wel, vindt De Haan. ‘We willen er geen vesting van maken, maar de gebeurtenissen nopen ons wel maatregelen te nemen.’ Het gemeentehuis is bij uitstek een plek die goed toegankelijk moet zijn, maar de veiligheid van medewerkers − en publiek − moet eveneens zo goed mogelijk worden gewaarborgd. Wat doe je wel, en wat gaat te ver? Na het incident in februari dit jaar zijn er in ieder geval weer extra beveiligers aangesteld. Ook komen er meer camera’s in de centrale hal.

Recent is besloten telefoongesprekken op te gaan nemen. Directe aanleiding daarvoor is een telefonisch dreigement. ‘Een mijnheer wilde zijn ozb-aanslag vernietigd hebben. In een telefoon­gesprek met een van onze medewerkers dreigde hij tot vijf keer toe met een pistool naar het gemeentehuis te komen en mensen neer te schieten als dat niet zou gebeuren. De man is meteen opgepakt, maar de zaak is door het Openbaar Ministerie geseponeerd. Het was het verhaal van de medewerker tegen de burger.’ Een voor de gemeente Almelo zeer teleurstellend besluit. ‘Voor ons is dit aanleiding om telefoongesprekken voortaan te gaan opnemen. Noodgedwongen moeten we de benodigde apparatuur gaan aanschaffen, al willen we eigenlijk niet zo met mensen omgaan.’

Na het ‘hamerincident’ van februari 2013 zijn er ook onorthodoxe maatregelen getroffen. Zo is er een lijst opgesteld van ‘zorgwekkende zorgmijders’. De Haan: ‘Er is verhoogde alertheid voor deze groep, waarmee we het risico op incidenten beperken. Het gaat om labiele mensen die niet of niet meer door de GGZ worden geholpen, maar die wel veel overlast veroorzaken. Strafrechtelijk gezien halen ze te weinig uit om een strafzaak tegen ze te beginnen, maar ze lopen wel op straat en kunnen op een goed moment ontploffen.’ Zoals min of meer het geval was bij de verdachte, die volgens deskundigen paranoïde is. Ze vormen daarmee een gevaar voor de samenleving. Toen de meest betrokken teams na het incident de koppen bij elkaar staken, werd al snel duidelijk dat iedereen wel een aantal mensen kent waarover zorgen leefden. In de driehoek van burgemeester, politie en officier van justitie wordt besproken in welke situaties een strafrechtelijke aanpak geëigend lijkt. ‘In de hoop dat ze uiteindelijk vrijwillig kiezen voor opname in een GGZ-instelling.’ In april, twee maanden na het incident, is met deze aanpak gestart.

Stil alarm
Ook op andere manieren worden risico’s beperkt of zo veel mogelijk vermeden. Zoals in veel gemeenten zijn bepaalde spreekkamers dusdanig ingericht en beveiligd, dat de ambtenaar de kamer kan verlaten als deze zich bedreigd voelt. Ook is er een stil alarm om in noodsituaties hulp in te roepen. Als er vooraf het vermoeden is dat een gesprek uit de hand kan lopen, wordt een collega gevraagd meteen bij aanvang van het gesprek aan te schuiven.

Wat in Almelo onverkort van kracht blijft, is het omgangsprotocol ‘Met alle respect’. In dit in 2006 opgestelde document staat aangegeven wat in Almelo wel en geen toelaatbaar gedrag is in het contact tussen burgers en medewerkers. Ook staat duidelijk omschreven wat er gebeurt als sprake is van ontoelaatbaar gedrag, zoals verbaal geweld. Bij misdragingen wordt de dienstverlening opgeschort, wordt bij de direct leiding­gevende melding van het incident gemaakt en wordt de klant opgeroepen voor een ordegesprek. Daar krijgt hij te horen dat de dienstverlening pas weer wordt voortgezet als er een einde komt aan het normoverschrijdende gedrag. Als de klant zijn leven niet betert, wordt de dienstverlening stopgezet. ‘Je kunt dan denken aan het beëindigen van een uitkering of het niet verstrekken van een paspoort’, aldus De Haan. Almelo heeft zo ver nog niet hoeven te gaan. Mocht het wel zo ver komen, dan is het nog maar de vraag of een dergelijke maatregel juridisch standhoudt, maar De Haan zou in dat geval die juridische strijd graag aangaan.

In het palet aan maatregelen vallen ook de agressietrainingen voor medewerkers met een publieke functie. Niet alle medewerkers zijn overigens even content met de verscherpte maatregelen. ‘Een deel is blij met bijvoorbeeld die extra beveiligers. Anderen vinden het juist niet prettig. Dagelijks worden zij door die extra bewakers en camerabewaking geconfronteerd met het idee dat hun werkplek weleens onveilig zou kunnen zijn. Als werkgever wil je zorgen voor een veilige werkplek. Daar doen we ons best voor, maar we betalen er ook een prijs voor. Je levert in op het vrije verkeer’, aldus De Haan.

Strafzaak
Het ‘hamerincident’ heeft op een nog steeds zichtbaar geroerde De Haan een diepe indruk gemaakt. ‘Ik ben er een tijd mee opgestaan en mee naar bed gegaan’, zegt hij. Hartverwarmend was het medeleven vanuit het hele land. Zeker 300 kaarten met steunbetuigingen kwamen bij de medewerker binnen. Er werden echter ook kwetsende tweets en berichten op internet geplaatst. Burgemeester Jon Hermans heeft daar via gesprekken met de afzenders een einde aan gemaakt.

De ongelukkige medewerker heeft de aanslag met de hamer overleefd, maar hij is wel getekend voor het leven. Werken zit er nog niet in, voorlopig. Zelf vertellen over welke impact het heeft op zijn leven, zijn gezin en zijn werk, ligt erg moeilijk. De strafzaak tegen de verdachte, waarvan eind augustus de pro forma zitting plaatsvond, heeft de Almelose ambtenaar wel bijgewoond. Vergezeld door zijn teamleider.


Door schade wijs
Almelo wil als ‘ervaringsdeskundige’ haar expertise en ervaringen ook voor de regio gaan inzetten. In het kader van het programma Veilige Publieke Taak (VPT) van het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) worden er zogeheten intensiveringsregio’s opgestart. Doelstelling van de intensiveringsregio’s is dat binnen een regio effectieve en efficiënte ketensamen­werking tot stand komt tussen werkgevers, politie en het Openbaar Ministerie bij de aanpak van agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak. BZK heeft aan de regio Twente gevraagd dit op te starten. Almelo wil daarin graag het voortouw nemen.


Duidelijke grenzen
Drie op de vijf werknemers met een publieke taak krijgen regelmatig te maken met agressie en geweld tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Onacceptabel, vindt het kabinet. Met het programma Veilige Publieke Taak (VPT) wil het ministerie van Binnenlandse Zaken agressie en geweld tegen werknemers met een publieke taak substantieel verminderen. Het programma is onder meer bedoeld om het bewustzijn te vergroten en uniformiteit in aanpak en samenwerking te stimuleren. Een van de belangrijkste punten van het programma is de dadergerichte aanpak. Het stellen van duidelijke grenzen aan de hand van een norm, het vergroten van de pakkans en het reageren op incidenten staan daarin centraal.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie