Vasthoudend maar niet vastgeroest
Dick de Cloe (PvdA) is waarnemend burgemeester van beroep. Nu in Maasdriel. Invallen, verbinden en scherven lijmen, daarin excelleert het oud-Kamerlid. ‘Ik ben niet de politiek ingegaan om vrienden te maken.’
Dick de Cloe is nu een jaar burgemeester van ‘Palermo aan de Maas’. Die naam gaf voormalig VVD-wethouder Sips aan Maasdriel, een gemeente van elf dorpen en tien buurtschappen, slingerend langs de Maas op de grens van Gelderland met Brabant.
Een apart geval in bestuurlijk Nederland, dat Maasdriel. Naar aanleiding van talloze affaires rapporteerde advies- en managementbureau BMC eind 2010 dat vriendjespolitiek, intimidatie en grofheid er de politieke mores bepaalden. Om de bestuurlijke augiasstal uit te mesten, vroeg commissaris van de koningin Cornielje aan beroepswaarnemer De Cloe (64) eerst of hij een nieuw college wilde formeren, en toen dat niet lukte of hij naar Maasdriel wilde afreizen om zijn formatierapport dan maar zelf uit te voeren. Goedschiks of kwaadschiks.
De Cloe kijkt op zijn gemak uit over de Kerkdrielse jachthaven De Brink aan de Maas, en zegt: ‘Het gaat de goede kant op. Ik zie nog wel sporen van de arenacultuur, maar in de gemeenteraad zelf wordt niet meer op de man gespeeld. De bevolking wil ook dat we samenwerken. Ze willen dat de gemeente zijn best doet. Weg met die afrekencultuur.’
Dick de Cloe is geen carrièreburgemeester. Niet begonnen op een Waddeneiland en overgekomen naar het vasteland. Na zeventien jaar in de Tweede Kamer, waar hij acht jaar lang voorzitter was van de Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en lobbyist van de PvdA voor burgemeestersbenoemingen, werd De Cloe pas op zijn 56ste waarnemend burgemeester.
En waarnemer is hij gebleven. Jammer voor de grote gemeenten die een zwaargewicht konden gebruiken, zeggen zijn vrienden weleens. Dick de Cloe zit er niet mee. ‘Direct nadat ik uit de Tweede Kamer kwam, was er een burgemeestersvacature in Heerlen. Iedereen dacht dat ik dat wel zou doen, maar ik deed het niet. Het Kamerwerk geeft je vrijheid en ruimte, en die vrijheid wilde ik behouden. Daar kwam bij dat ik geen trek had om uit Waalwijk te verhuizen.’
Bij toeval werd hij waarnemend burgemeester, ‘en dat werk paste fantastisch bij mij. Niet alleen de wetten in Den Haag vormgeven en daar de belangen van het lokaal bestuur behartigen, maar ook in de praktijk iets kunnen betekenen.’
Calvinist
Het lokaal bestuur gaat Dick de Cloe aan het hart. Waar dat vandaan komt? Burgemeester De Cloe: ‘Ik ben van huis uit calvinist. Ik kom uit Sprang-Capelle, een protestante enclave in Midden-Brabant. Wij mochten op zondag fietsen, maar dat was wel temelijk unike in onze straat. We waren redelijk vrij. Toch zit de dienstbaarheid aan de samenleving er diep in. Niet alleen voor jezelf opkomen; het niet als enige goed willen hebben. Er is een samenleving.’
De Cloe was voor anderen bezig als onderwijzer op een christelijke school in Waalwijk en als parlementariër in Den Haag. ‘Daar ben ik in aanraking gekomen met het lokaal bestuur’, zegt De Cloe. ‘Met het virus besmet, zo je wilt. De Wet dualisering, wetgeving over de aanstelling van de burgemeester. Kleine wetten, grote, de stadsprovincie Rotterdam.’
Als voorzitter van de Vaste Kamercommissie ging hij met elk werkbezoek mee. ‘Ik kende heel veel mensen in het bestuur, wie het ook was, waar dan ook. Ik moest er ook voor zorgen dat wij als PvdA goede burgemeesterskandidaten hadden. Een prachtige tijd. Geweldig dat wij Johan Stekelenburg konden strikken voor Tilburg. Een hoogtepunt voor mij als lobbyist. (Oud FNV-voorzitter Stekelenburg was de geliefde burgemeester van de Brabantse stad van 1997 tot zijn dood in 2003, red.) Je was constant in de weer, maar het wereldje was wel ontzettend klein. Achteraf ga je die tijd erg relativeren.’
Cultuuromslag
Het echte werk, de cultuuromslag in het lokaal bestuur na de invoering van het dualisme in 2002, moest gebeuren in de gemeenten zelf, aldus De Cloe. Goed dus om daarbij te zijn. Eerst in Vlist, toen in Schoonhoven, daarna in Bergen op Zoom en opnieuw Schoonhoven en nu dus in het Gelderse Maasdriel. Waarom heeft hij op het moment dat ieder ander mens aan zijn welverdiende pensioen denkt, ja gezegd op het waarnemerschap in deze, laten we diplomatiek blijven, probleemgemeente aan de Maas?
De Cloe: ‘Ik werd eerst gevraagd om met professor Korsten een nieuw college in Maasdriel te vormen. Mooi werk. Er is iets aan de hand en hoe kun je zo’n gemeente vooruit helpen. De informatie lukte, de formatie mislukte. “Het lijkt nergens op daar”, meldden we commissaris van de koningin Cornielje.’
De Cloe was net in Schoonhoven gestopt en ging ervan uit dat het zijn laatste waarneming was geweest. ‘Je kent de verhalen over de vrijstaat Maasdriel en je hebt er zelf twee maanden intensief rondgelopen, maar als de commissaris je vraagt, dan gaat het toch kriebelen. Hij had ook maar één kandidaat voorgedragen. Die kun je krijgen Maasdriel, graag of niet. Maar durfde ik het aan? Die vraag heb ik mij wel gesteld. Een vraag die je bij een andere waarneming niet gauw stelt. Maar het is een uitdaging om goed lokaal bestuur tot stand te brengen. Als je in de publieke zaak gelooft, dan kun je juist in Maasdriel nuttig werk doen.’
Achtbaan
Eén van De Cloes voorgangers, Jack Mikkers, sinds 2007 burgemeester van Veldhoven, noemde Maasdriel in Binnenlands Bestuur ooit ‘een achtbaan met heel aparte rondingen’. Volgens voormalig commissaris van de koningin Kamminga had je voor Maasdriel dan ook een stuntman nodig. Is hij die stuntman?
Burgemeester Dick de Cloe lacht. ‘Nee, ik hoef geen gekke dingen te doen. Je moet wel goed contact onderhouden met de bevolking en met de gemeentelijke organisatie. Toen ik hier net kwam, heb ik groepen inwoners uit de verschillende kernen uitgenodigd. Wat speelt hier? Wat is er mooi, wat is niet mooi? Ik heb weinig ruimte gegeven om over politiek te praten.’
Maar het burgemeesterschap is niet alleen luisteren, zeker in Maasdriel is het ook een kwestie van niet met je laten sollen en een standvastige koers varen. De Cloe: ‘Een goed bestuurder is vasthoudend, maar niet vastgeroest. Ik heb een raadslid onlangs keihard publiekelijk toegesproken over vermeend cliëntelisme. Ik houd het redelijk strak en ben duidelijk. Ik hoef niet om te vallen als iemand in de raad iets roept. De raadsvergadering verlopen fatsoenlijk en we zijn ook nog op tijd klaar. We pakken met elan vernieuwingen aan. De gemeentesecretaris uit Neerijnen werkt nu bij ons, onze gemeentesecretaris zit in Neerijnen. Ambtenaren leggen weer de ambtseed af.’
Bij de eerste raadsvergadering stelde De Cloe de benoeming van een wethouder van buiten voor. Zelf benaderd. ‘De gemeenteraad ontmoette hem pas op de avond van de raadsvergadering.’ De aanstelling werd unaniem aanvaard.
Eigen voorzitter
De raadsvergaderingen zit De Cloe als burgemeester allicht voor. Maar als het aan hem ligt, kan de gemeenteraad straks zijn eigen voorzitter kiezen. Dick de Cloe: ‘De vraag is of de burgemeester tien jaar na de invoering van het dualisme nog voorzitter van de gemeenteraad moet zijn. Veel burgemeesters gaat dat goed af, maar sommigen kiezen door hun intensieve werk in het gemeentehuis toch in de eerste plaats voor het voorzitterschap van het college. Het is begrijpelijk dat ze hun prioriteit daar leggen, maar dat kan ten koste gaan van hun raadsvoorzitterswerk. En in ons dualistische systeem is de raad wel het hoogste orgaan in een gemeente. Ik kan mij goed voorstellen dat je dat niet zo beleeft als je heel jong bestuurder bent geworden.’
De burgemeester wordt in Nederland feitelijk door de gemeenteraad gekozen. Formeel wordt hij benoemd door de Kroon, maar sinds 2002 is er niet één keer afgeweken van een aanbeveling door de raad. In het verleden was dat wel anders. ‘Heel goed dat de gemeenteraad het voor het zeggen heeft, maar dan moet zij wél kwaliteit leveren’, aldus De Cloe. En daar schort het nog weleens aan. Dick de Cloe: ‘Vertrouwenscommissies zijn te volgzaam. Als er een lijst van 25 burgemeesterskandidaten is, dan moeten ze niet braaf ja knikken als de commissaris van de koningin met zes kandidaten aankomt. Dan zijn ze geen knip voor hun neus waard. Ze moeten álle sollicitatiebrieven opeisen en hun eigen keuzes maken. Het is niet voor niets dat de uiteindelijke aanbeveling rechtstreeks aan de minister wordt uitgebracht en dat de commissaris een afschrift krijgt.’
CV
Dick de Cloe (21 november 1947) is geboren in Sprang- Capelle. Na de kweekschool werd hij onderwijzer in Waalwijk. In 1981 kwam hij voor de PvdA in de Tweede Kamer, maar keerde in 1982 terug naar het onderwijs. In 1986 werd De Cloe weer lid van de Tweede Kamer, waar hij dé PvdA-lobbyist werd voor burgemeestersbenoemingen. In 2003 werd hij waarnemend burgemeester van de Zuid-Hollandse gemeente Vlist. Later dat jaar volgde Schoonhoven, in 2004 Bergen op Zoom, gevolgd door opnieuw Schoonhoven. Sinds mei vorig jaar is De Cloe waarnemend burgemeester van Maasdriel.
‘Gemeenten moeten een eigen beleid kunnen voeren’
Wat is zo leuk aan de politiek?
Politiek is alleen maar leuk als je voor jezelf weet wat je wilt. Je doet het vanuit een visie op de samenleving – of je nu bij de VVD zit, het CDA of de PvdA. Daar probeer je op jouw manier een bijdrage aan te leveren. Mijn bijdrage is heel eng, namelijk toegespitst op lokaal bestuur. Het spel heb ik altijd minder belangrijk gevonden.
Wat is niet leuk aan de politiek?
Het leidt niet snel tot diepe vriendschappen. Maar daar heeft de PvdA nooit in uitgeblonken. Als je gewoon goed je werk doet, heb je daar ook niet zoveel last van. Ik ben niet de politiek in gegaan om vrienden te maken.
U bent premier, wat is de eerste beslissing?
Gemeenten meer ruimte geven voor hun eigen belastinggebied. Landelijk zou ik de belastingtarieven voor allerhoogste inkomens verhogen. Op alles wat we kopen zit btw. Zonder dat we het weten, dragen we kapitalen af aan het Rijk. Iedereen. En die verdraaide gemeente moet warempel ozb hebben, de meest gehate belasting in het land. Gemeenten moeten een eigen beleid kunnen voeren. Nu wordt er lekker gedecentraliseerd, en wie kunnen het opknappen? Ik ben voor decentralisatie, maar dan ook met de middelen en de bevoegdheden.
U stapt in een tijdmachine, waar naartoe?
Naar de jaren ‘70. Ik heb altijd veel bewondering gehad voor de manier waarop Joop den Uyl opereerde. Ik ben na de val van het kabinet-Cals eind ‘66 lid geworden van de PvdA. Die tijd was erg inspirerend.
Meeste spijt van?
Geen spijt, wel spijtig dat in de Tweede Kamer de stadsprovincie Rotterdam niet is doorgegaan. Daar waren we heel dichtbij. Binnen het binnenlands bestuur verandert nauwelijks iets. Het is heel statisch. Weinig dynamiek. We hebben nog steeds twaalf provincies. We zaten heel dicht bij een andere en inspirerende vorm van bestuur in een grootstedelijk gebied. De vorm die nu wordt gevonden is de metropoolregio. We hadden het structureel in de wet kunnen regelen, nu gebeurt het zonder wetgeving.
Reacties: 1
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.