‘Dit zijn revolutionaire afspraken’
Een gevolg van de nieuwe Utrechtse samenwerkings- en participatieverordening is dat ambtenaren de straat op moeten. ‘Dit is revolutionair!’
Het Utrechtse college gelooft dat er echt verandering zit in een betere samenwerking met de Utrechters. De nieuwe verordening ‘samenwerking, participatie en inspraak gemeente Utrecht’ moet daar handen en voeten aan geven. De raad moet zich er nog over uitspreken, maar wethouder Eva Oosters is alvast enthousiast over het document.
Bewoners betrekken
Afgelopen april presenteerde het college al de beleidsnota ‘Samen stad maken, Geen Utrecht zonder U’ met daarin plannen voor samenwerking met de Utrechters. Daarin werd al duidelijk dat een andere houding en ander gedrag nodig was van ambtenaren, raadsleden en het college. De laatste heeft nu de verordening gereed, mede ingegeven door de opdracht van het rijk om van een inspraak- een participatieverordening te maken. ‘We zochten naar een manier om bewoners te betrekken en dat is nu in de verordening terechtgekomen’, vertelt Oosters. ‘We moeten een samenwerkingsplan maken, nadat het kompas voor zeggenschap heeft bepaald welke vorm we hanteren. Je kunt daar aanspraak opmaken als het niet gebeurt. De gemeente moest dat op een goede manier formuleren. Hoe meer je uitlegt, des te groter de kans dat een bewoner of de politiek het er niet mee eens is. De juridische hardheid van het toetsen op houding en gedrag maakt het spannend.’
Leidende principes
Er is eerst gekeken naar wat de belangrijkste factoren zijn om een betere samenwerking met de stad te krijgen. Dat zit hem dus vooral in houding en gedrag van het bestuur en de ambtenaren. 'Daarvoor hadden we al de leidende principes geformuleerd: open en eerlijk, vertrouwen geven, werken aan duurzame relaties en inclusie en diversiteit. Nu is dat dus juridisch gemaakt in de verordening. Wij zijn de eerste gemeente die er een kwalitatieve laag aan geeft. Wij vinden dat de politiek daarvoor aan de lat staat. We kunnen straks nog beter controleren of afspraken worden nagekomen. Ik vind het een afweging of dat ook op een goede manier gebeurt. We hebben nu een mooie concrete vertaling van beleid, en dus ook controleerbaar.’
Cultuurverandering is moeilijk
Maar wat gaat er nu gebeuren om die leidende principes van gedrag en houding binnen bestuur en ambtenarij ook daadwerkelijk te laten postvatten? Cultuurverandering is moeilijk, weet Oosters. ‘We hebben bepaald niet stilgezeten om het in de vezels van de organisatie te krijgen. De adviescommissie participatie van de gemeenteraad is ermee aan de slag gegaan en we hebben het geïncorporeerd in het opleiden van nieuwe mensen in de organisatie. Er zijn nu meer mensen die het zich eigen maken en het proces ook bewaken. Dat idee wilden we over voetlicht brengen. Het is een ontzettende uitdaging.’
Stedenbouwvisie voor stad
Van hoe die samenwerking vorm krijgt zijn al verschillende voorbeelden, vertelt Oosters. Zo zijn er locatieprofielen voor evenementen gemaakt samen met omwonenden en bezoekers. ‘Het gaat ook over de stedenbouwvisie voor de hele stad. We voeren daar talloze gesprekken over in de organisatie, maar ambtenaren gaan ook naar buiten om het gesprek aan te gaan met inwoners. Dat is toch revolutionair. Het is verleidelijk om achter je bureau te blijven, maar wij proberen het om te draaien: ga eerst de stad in.’
De lokale democratie is te belangrijk om alleen aan de politiek over te laten
Iedere keer bijleren
De beleidsnota is niet in beton gegoten en de verordening dus ook niet, valt te lezen. Dat betekent niet dat het zomaar kan worden veranderd, maar dat ‘we iedere keer wel weer bijleren’, aldus Oosters. ‘Je moet ergens van start gaan. We hebben in de nota het kompas voor zeggenschap en de leidende principes gezet. Nu worden bewoners ook geholpen met nadenken via ja en nee-opties. Feedback is welkom. Het is belangrijk om dat weer te bezien, maar de verordening is nu wel vastgeklonken.’
Bewonersbod als uitdaagrecht
De verordening regelt ook het ‘bewonersbod’, de Utrechtse versie van het uitdaagrecht, wat gemeenten ook in een verordening moeten vastleggen. Het uitdaagrecht is het recht van inwoners en maatschappelijke partijen om een verzoek bij een bestuursorgaan in te dienen om de feitelijke uitvoering van een gemeentelijke taak over te nemen. ‘Dit staat nu ook verankerd in verordening en dat maakt dat het ook toegankelijker is. Het vraagt toch om taligheid en doorzettingsvermogen, dus dan maak je het liever toegankelijker.’
Beheer buurthuis
Het is nogal een grote taak om het over te nemen, vindt Oosters. ‘Daarmee is het nog niet heel toegankelijk. Het gaat om meer kansen in andere manieren van samenwerken, zoals eigen bewonersinitiatieven kunnen uitvoeren. Daarvoor bieden we ook ruimte met het bewonersbod.’ Ze denkt aan het beheer van bijvoorbeeld sportlocaties, buurthuizen of culturele locaties. ‘Dat doen we vaak zelf, maar misschien kunnen bewoners dat wel beter dan de gemeente. Je ziet wel dat er bij sportlocaties veel eisen zijn, onder andere voor veiligheid. Het is dan best een grote uitdaging, dus het vraagt wel wat van mensen.’
Zelf regie nemen
Het bestuur mag dan geloof hebben in een betere samenwerking met de Utrechters, maar hebben Utrechters dat zelf ook? ‘Het verandert natuurlijk niet in half jaar’, weet Oosters. ‘We proberen er scherp op te zijn, ook in de selectie van mensen. Past het ook in de filosofie? Er zijn al wel mooie voorbeelden, zoals bij het vernieuwen van de werven in de stad. Dat is een heel intensief traject. Ook in Overvecht zijn we bezig om samen met bewoners de sociale kant vorm te geven. Dat biedt meer perspectief.’ Meer zeggenschap en eigenaarschap voor inwoners is het hoofddoel van de verordening. ‘Dat kán alleen als wij als gemeente een betrouwbare samenwerkingspartner zijn. De lokale democratie is te belangrijk om alleen aan de politiek over te laten, mensen moeten eigenaarschap voelen. Nu komt dat niet altijd tot zijn recht en mensen kijken vaak naar de overheid, maar je kunt ook zelf regie nemen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.