Tweede Kamer: pas vanaf veertien jaar op fatbike

De Tweede Kamer wil voor de fatbike een minimumleeftijd van veertien jaar. Dat niet alleen, de Kamer wil ook een helmplicht voor dit type elektrische fiets. Dinsdagmiddag werd een motie daartoe aangenomen, van NSC-Kamerlid Olger van Dijk en VVD'er Hester Veltman. Begin dit jaar had de Tweede Kamer ook al een motie met 144 stemmen vóór aangenomen waarin voor een minimumleeftijd werd gepleit. De motie was toen afkomstig van Van Dijk en ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis. Alleen FvD en DENK stemden destijds tegen.

De afgelopen tijd werd over meerdere minimumleeftijden gesproken. Het voordeel van veertien jaar is dat vanaf die leeftijd een identificatieplicht geldt. Daardoor is handhaving makkelijker. Maar om deze maatregel mogelijk te maken, is wel eerst een aanpassing nodig van de Wegenverkeerwet 1994. Die wet houdt slechts rekening met minimumleeftijden voor motorvoertuigen.

Tien centimeter breed

Fatbikes zijn terreinfietsen, met lage zadels, kleine wielen en vaak tien centimeter brede banden. Omdat ze makkelijk kunnen worden opgevoerd, zorgen ze voor gevaarlijke situaties. In theorie zijn fatbikes juridisch te onderscheiden van andere elektrische fietsen, maar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is daar geen voorstander van. Het departement denkt dat eventuele strengere regels voor fatbikes een waterbedeffect als gevolg hebben, met als resultaat ‘dat de markt zich snel zal aanpassen en het probleem zich verplaatst naar andere (fatbike) modellen en/of andere elektrische tweewielers die opgevoerd kunnen worden’.

Juridisch bezwaar

Het ministerie baseert dit standpunt op een rapport van adviesbureau Sweco. ‘Op basis van de onderzochte onderscheidende kenmerken (zoals banddikte) blijkt juridische onderscheiding niet te rechtvaardigen, aangezien dit kenmerk niet aantoonbaar tot een onveiliger voertuig of onveiliger weggedrag leidt’, staat daarin. ‘Daarnaast is handhaving moeilijk en de maatregel kan makkelijk omzeild worden waardoor de ervaren problematiek zich verplaatst naar andere soorten elektrische fietsen.’ De Kamer legt dit bezwaar nu naast zich neer.

Afgelopen juni riepen zo'n vijftig gemeenten en organisaties via een petitie de Tweede Kamer op om iets te doen aan de opgevoerde fatbikes. Zij wilden een verbod op de verkoop van opgevoerde fatbikes, een onderzoek naar de invoering van een minimumleeftijd en een landelijke campagne om ouders en kinderen te wijzen op de gevaren van een opgevoerde fiets.