Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Top onder vuur in gemeentehuis

Gemeentesecretarissen vertrekken vaak stilletjes. Maar meer dan eens gaat er een stevige botsing met het college aan vooraf. ‘De secretaris is kwetsbaar voor de profileringsdrang van borstkloppende wethouders’.

25 mei 2012

De Ronde Venen, Reusel-De Mierden, Voerendaal, Landgraaf, Roosendaal, Texel, Bernisse, Halderberge, Lingewaal, Neder-Betuwe. Allemaal gemeenten die de afgelopen maanden met bezwaard gemoed afscheid namen van hun gemeentesecretaris. Er bleek opeens ‘een verschil in opvattingen over de wijze waarop invulling moest worden gegeven aan een aantal taken’ (gemeente Bernisse) of er was ‘onvoldoende chemie voor succesvolle samenwerking’ (Texel). Natuurlijk betreurden burgemeester en wethouders het vertrek van de gemeentesecretaris. Maar gelukkig, ‘in onderling overleg’ waren goede afspraken gemaakt. En dat was dat, op naar een interim gemeentesecretaris. En mondje dicht allemaal.

Zwijggeld noemt bijzonder hoogleraar bestuurskunde van de lagere overheden aan de Universiteit Maastricht Arno Korsten de afspraken die worden gemaakt met gemeentesecretarissen die via de achterdeur zijn vertrokken. Hij zegt: ‘Hier en daar komen gemeentesecretarissen in situaties terecht waarbij ze niet disfunctioneren maar een college zo nodig een fris geluid wil of een probleem kunstmatig wordt geschapen. De gemeentesecretaris moet weg, want hij staat de dynamiek in de weg. De secretaris wordt een schietschijf, waarbij net zolang kogels worden afgevuurd tot het raak is. Binnenlandse Zaken zou het eens moeten onderzoeken.’

Omerta

Er zijn gevallen waarin het college en de secretaris echt verschil van mening hebben of de ‘chemie’ niet deugt en dan ligt een afscheid voor de hand, meent Korsten, maar de zoektocht naar excuses om iemand met een goede staat van dienst weg te werken, ondermijnt volgens hem het vertrouwen van ambtenaren en burgers in de politiek. ‘De burgemeester gaat op zoek naar het declaratiegedrag van de secretaris, want er moet een stok worden gevonden om de hond mee te slaan. Onethisch gedrag krijgt zo een kans. De gemeentesecretaris krijgt geld mee maar moet wel zijn mond houden. Ik noem dit de omerta in bestuurlijk Nederland.’

Ondanks het grote aantal ‘thuiszitters’ is het volgens de voorzitter van de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) en secretaris van Enschede Marcel Meijs niet zo dat gemeentesecretarissen om het vege lijf te redden maar beter naar de pijpen van het college kunnen dansen.

Hij zegt: ‘We moeten niet zielig doen. Formeel is de gemeentesecretaris verantwoordelijk voor de uitvoering van de besluiten van het college, maar heeft hij óók te waken over de gemeentelijke organisatie. Als algemeen directeur ben je eindverantwoordelijk voor de organisatie en de bedrijfsvoering. Een gemeentesecretaris kan het zich niet veroorloven om die kernrol niet sterk in te vullen. Het gaat botsen in de verhouding met het college als de gemeentesecretaris niet in staat is om zijn eigen rol goed te pakken. We moeten sterk voor onze organisatie staan en zeggen wat kan en wat níet kan.’

En daarbij moet de secretaris over het strategische vermogen beschikken om te zien wat er in de gemeenschap speelt en die kennis gebruiken in zijn eigen organisatie. Marcel Meijs: ‘Als de secretaris zich niet al twee jaar bezighoudt met decentralisatie van de arbeidsmarkt, jeugd en de zorg, dan is hij te laat en komen er brokken. Hij moet weten hoe de politieke hazen lopen. Heb je die antenne niet, dan word je op een ochtend gebeld.’

Tijdens het onderzoek voor zijn boekje De vallende burgemeester in 2006, viel het bijzonder hoogleraar bestuurskunde Korsten op dat sommige secretarissen waren weggewerkt ‘op een manier die niet deugde’. En die trend heeft zich voorgezet, aldus Korsten. Het heeft volgens hem vooral te maken met de trend van colleges die zich willen profileren en snel resultaten willen zien.

Arno Korsten: ‘De positie van de gemeentesecretaris is verzwakt. De verbindingslijnen met de gemeenteraad, die de secretaris voor het dualisme in dienst nam, zijn verzwakt. Secretarissen lijden onder de toegenomen drang van wethouders om steeds dieper in de organisatie te duiken. Zij kunnen geen voorzitter van een raadscommissie meer zijn en zijn daardoor minder prominent aanwezig tijdens raadsvergaderingen. Noem het compensatiegedrag. Vooral de nieuwe cohorten wethouders zeggen: “De secretaris moet niet denken dat hij hier de baas is, want dat zijn wij.”

De gemeentesecretaris is de spin in het web, maar als het erop aankomt is hij ook moederziel alleen, constateert bijzonder hoogleraar Korsten. ‘Er bestaat de neiging om het niet optimaal functioneren van het gemeentelijk apparaat in de schoenen te schuiven van de gemeentesecretaris. Niemand staat hem dan bij. Secretarissen hebben geen fanclub die publiekelijk voor hen opkomt. Ambtenaren houden zich koest want die moeten ook verder.’

Vuile was

Gemeentesecretarissen willen na hun vertrek rehabilitatie, gaan veelal als interimmer aan de slag en hangen de vuile was niet graag buiten. Net als de colleges. Voor je het weet beginnen gemeenteraden te zeuren over de afkoopsom. Zoals Progressief Halderberge (PvdA, D66 en GroenLinks) afgelopen maart deed. Het college van de Brabantse gemeente had besloten afscheid te nemen van gemeentesecretaris Roels omdat men ‘een ander type leider’ nodig had. Welke prijs Halderberge daarvoor had betaald, wilde Progressief Halderberge samen met de VVD en de Onafhankelijke fractie Halderberge weten. Raadslid Frits Harteveld: ‘We zitten midden in een enorme bezuinigingsoperatie. Het verdwijnen van de gemeentesecretaris en het inhuren van een interim secretaris heeft daar grote invloed op, maar hoe groot, dat weet ik niet. We wilden weten wat het de gemeente kost.’

En? Harteveld: ‘We hebben gehoord wat interim secretaris Van Waes kost. Het college wikkelt het ontslag van de gemeentesecretaris af. Er is geheimhouding opgelegd. De meerderheid van de raad was het daarmee eens. Ik mag niets zeggen. Over de filosofie achter het vertrek van de gemeentesecretaris is vertrouwelijk binnen het presidium gesproken, dus daar mag ik ook niets over zeggen. Onze fractie is voor openheid maar ik dien mij wel aan de spelregels te houden. Ik kan alleen maar zeggen dat in het openbaar nooit iets is gezegd over het eventuele disfunctioneren van de gemeentesecretaris.’

Gemeenten zwijgen het liefst. Een paar maanden geleden werd gemeentesecretaris Saskia Willems van het Limburgse Landgraaf naar huis gestuurd. Er waren ‘verschillen van inzicht’ ontstaan tussen het college en de OR en Willems, die eerder zeven jaar secretaris was geweest in Ambt Montfort-Roerdalen. Een interviewverzoek komt weliswaar ter sprake in het collegeberaad, maar daar blijft het bij. ‘Het is een taboeonderwerp’, aldus Arno Korsten.

Niet goedkoop

Er is sinds de invoering van het dualisme een aardige industrie ontstaan voor interim gemeentesecretarissen. Gemeenten huren graag een interimmer in om snel orde op zaken te stellen. Banden binnen de ambtelijke organisatie hebben ze niet.

De eerder genoemde Theo van Waes runt Van Waes Advies & Interim en zit nu voor zes maanden in Halderberge. Han Bekkers van Leiderschap en Advies is kampioen interimmer (transitie-manager noemt hij zichzelf), met vanaf 2006 posten in Haarlemmermeer, Haaksbergen, Landgraaf, Heerlen, Leiden en Amersfoort. In SP-stad Heerlen was het oppositiepartij CDA die schande sprak van Bekkers’ uurgage van 180 euro netto. Vond SP-wethouder Duijff ook niet goedkoop, maar ja, het was graag of niet. Graag dus, en nu graag in Amersfoort, waar Bekkers sinds januari interim gemeentesecretaris is na het ontslag van secretaris Huitink. Daar klaagde oppositiepartij SP over zijn salaris.

‘Als interimmer heb je het veel gemakkelijker’, zegt Cees Hazenberg, interim afdelingshoofd projectbureau in Harenkarspel en tot de gemeentelijke herindeling in de kop van Noord-Holland op 1 januari van dit jaar interim gemeentesecretaris in Niedorp. ‘Je bent er voor een klus van pakweg zes maanden en dat geeft een gemakkelijke positie. Je voert een opdracht uit, klaar. Je staat niet pal voor de gemeentelijke organisatie. Dus moet een gemeente wel snel op zoek naar iemand die er is voor de organisatie en niet voor de reorganisatie.’

Voormalig gemeentesecretaris van IJsselstein (vijf jaar) en Beverwijk (zestien jaar) Hazenberg schreef drie jaar geleden een essay over de gemeentesecretaris als evenwichtskunstenaar, waarin hij stelt dat met de introductie van het dualisme het oordeel van het college bepalend is geworden en ‘dat dit oordeel zich van de ene op de andere dag kan wijzigen’.

Nieuw bloed

Het lot van de gemeentesecretaris is volgens Hazenberg van Cees Hazenberg Consultancy afhankelijker geworden van persoonlijke verhoudingen en resultaten op korte termijn. Hazenberg: ‘De gemeentesecretaris wordt benoemd, ontslagen en geschorst door het college, maar hij is ook hoofd van de ambtelijke organisatie. Het is geen gemakkelijke functie en niet iedereen is ervoor geschikt. Het is een onzeker bestaan. Bij een wisseling van de wacht in het college kun je er zomaar uitvliegen, terwijl het vroeger zo was dat het college de raad ervan moest overtuigen dat de gemeentesecretaris niet functioneerde. Je kon als gemeentesecretaris beter balanceren en de ene macht tegen de andere macht zetten. Nu ben je overgeleverd aan de luimen van een wethouder of een burgemeester.’

Die ‘luimen’ verklaren volgens Cees Hazenberg lang niet alle ontslagen van het afgelopen jaar. Hij zegt: ‘Dat heeft vooral te maken met de ontwikkelingen in de samenleving. Mensen verdwijnen gemakkelijker. Bedrijven die fuseren, gaan niet verder met de oude leiding; gemeenten die fuseren, nemen ook niet de secretaris over. Bijna altijd kiest men voor nieuw bloed. Vergelijk het met voetbal. Foppe de Haan was Foppe, daar kwam je niet aan. Na zijn vertrek bij Heerenveen is de ene trainer na de andere gekomen. Dat is menselijk, maar niet wenselijk. Er wordt veel kapitaal weggesmeten.’

Maar daar moet bestuurlijk Nederland niet over zeuren, aldus Hazenberg. In die tijd leven we nu eenmaal. Hazenberg: ‘Je moet op korte termijn denken. Je wordt gemeentesecretaris van een fusiegemeente en dat werk doe je vier jaar. Tegen die tijd moet je uitzien naar iets anders.’

Roulatie

Gemeentesecretarissen die lang op hun plek zitten, roesten vast, weet hoogleraar Korsten ook. In tijden van snelle veranderingen kan dat leiden tot conflicten met daadkrachtige en/of nieuwe colleges. Daarom zou het goed zijn als er een soort roulatiesysteem voor secretaressen in het leven werd geroepen, meent Korsten. Hij zegt: ‘Je kunt ervoor kiezen om gemeentesecretaressen onder te brengen bij de huidige Algemene Bestuursdienst. Daar is al eerder over gesproken, maar dat is niets geworden. Waarom zorgt Binnenlands Zaken of de Vereniging van Nederlandse Gemeenten niet voor een Bestuursdienst op gemeentelijk niveau? Wie wil meedoen, doet mee, niets opleggen. Binnen het Rijk verlies je wel expertise als een ambtenaar na vijf jaar van Milieu naar Onderwijs gaat, maar dat geldt niet voor secretarissen. Een gemeente is een gemeente. Het zorgt voor dynamiek en flexibiliteit.’

VGS-voorzitter Marcel Meijs heeft wel oren naar zo’n Bestuursdienst. ‘Wij doen als VGS veel aan opleiding en er is een stevig netwerk, maar met het oog op mobiliteit en personeelsbeleid zie ik wel iets in een verbinding met Rijks- en provincieambtenaren.’


Afrekenen in Voerendaal
‘In goed overleg hebben het college van de gemeente Voerendaal en de heer Jos Kooijman overeenstemming bereikt over het neerleggen van zijn functie als gemeentesecretaris’, meldde het persbericht van de Limburgse gemeente op 30 maart. Goed overleg? Na jarenlange ruzie met de huidige wethouder Patrick Leunessen, zul je bedoelen, hoont de oppositie.

De OR van Voerendaal kwam vorig jaar met een rapport waarin wordt gesproken over een angstcultuur in het gemeentehuis en een dictatoriale wethouder die zich schuldig maakt aan politieke afrekeningen. Een vertegenwoordiger van de oppositie, die anoniem wil blijven uit vrees voor vergeldingsmaatregelen uit het gemeentehuis, zegt: ‘In de vorige raadsperiode, toen Leunissen nog in de raad zat, was al duidelijk dat hij de secretaris in het vizier had. Toen hij na de verkiezingen als wethouder de portefeuille personeel en organisatie weghaalde bij de burgemeester, was het een kwestie van aftellen. Wat secretaris Kooijman heeft misdaan weet ik niet. Wat ik wel weet, is dat de secretaris kwetsbaarder is geworden voor de profileringsdrang van borstkloppende wethouders.’

Wethouder Leunissen reageert niet. Kooijman is inmiddels programmamanager integrale veiligheid bij de gemeente Maastricht.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie