Tilburgse raadsverhoudingen niet abnormaal
Irritaties, niet naar elkaar luisteren, elkaar negeren. De raadsvergaderingen in Tilburg verlopen niet vlekkeloos. Maar daarmee wijkt Tilburg niet af van landelijke trends. Overal worden raadsdebatten harder en meer op de persoon gericht.
Dit contstateert het bureau Consort in een onderzoek in opdracht van de Tilburgse gemeenteraad. De directe aanleiding voor het onderzoek was het voortijdige vertrek van een van de raadsleden, vanwege frustraties over de starre verhoudingen tussen coalitiepartijen en oppositie.
‘Bij de oppositie heerste het idee dat het er niet toe doet wat zij inbrengt’, zegt raadsgriffier Gerard Vrenken. Consort constateert dat de stijl ‘confronterender’ en ‘harder’ is geworden, soms meer op de ‘persoon gericht’ en op ‘persoonlijk profileren’.
Er is sprake van ‘irritatie en verminderde coulance’ ten aanzien van een aantal raadsleden. ‘Dat uit zich in het negeren van elkaar, niet luisteren of al een standpunt hebben over hoe de ander zou kunnen denken’, stelt Consort. Ook is de positie van de gevestigde partijen verzwakt, zodat ‘de politieke mores van oudsher niet meer geldig zijn’.
Het presidium van de Tilburgse raad heeft naar aanleiding van de bevindingen van Consort besloten om de komende tijd het verloop van de raadsveraderingen te bespreken. Vrenken: ‘Dat moet dingen bespreekbaar maken. We gaan dat doen tot er een nieuwe consensus is ontstaan.’
Volgens Consort leeft de irritatie tussen de coalitie en oppositiepartijen in veel meer gemeenten. Een van de oorzaken daarvan is dat er binnen de raad verschillend wordt gedacht over de wijze van optreden van fracties die wethouders in het college hebben. Sommige coalitiepartijen nemen de ‘verantwoordingleggende’ rol van de wethouder over, andere zien de wethouder nog steeds als een verlengstuk van de fractie of andersom.
Consort wijst daarnaast op twee ‘opmerkelijke trends’. Om te beginnen zijn personele wisselingen bij de raadsverkiezingen en tijdens de raadsperiode groot, waardoor het collectieve geheugen in de raad minder sterk is. Ten tweede zijn raadsleden minder goed op de hoogte van de rol en positie van de ambtelijke, politieke en bestuurlijke organisatie.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.