Te weinig raadsleden? Ze liggen voor het oprapen!
In 2008 stelde burgemeester Annemarie Jorritsma inwoners in Almere de vraag: Zie jij jezelf al als raadslid? Wellicht kunt u het zich voorstellen, dat er genoeg inwoners zijn die van deze vraag nieuwsgierig worden, of zelfs direct ‘ja’ antwoorden. Eerlijk is eerlijk: het liep niet direct storm met aanmeldingen. Maar de campagne leverde uiteindelijk toch veel inwoners op die lieten blijken interesse te hebben in het ‘hoe en wat’ van de plaatselijke politiek. Juist inwoners die niet tot de ‘usual suspects’ behoorden.
In 2008 stelde burgemeester Annemarie Jorritsma inwoners in Almere de vraag: Zie jij jezelf al als raadslid? Wellicht kunt u het zich voorstellen, dat er genoeg inwoners zijn die van deze vraag nieuwsgierig worden, of zelfs direct ‘ja’ antwoorden. Eerlijk is eerlijk: het liep niet direct storm met aanmeldingen. Maar de campagne leverde uiteindelijk toch veel inwoners op die lieten blijken interesse te hebben in het ‘hoe en wat’ van de plaatselijke politiek. Juist inwoners die niet tot de ‘usual suspects’ behoorden.
Dat inwoners geïnteresseerd zijn in lokale politiek, werd opnieuw duidelijk toen de campagne een jaar later werd voortgezet. Op initiatief van een raadslid van de PvdA en van de PVV werd een bijeenkomst voor geïnteresseerde inwoners georganiseerd. Met bijna 150 aanmeldingen tot gevolg. Marco Pastors stelde destijds als inleider de vraag “wie is voor het eerst in de raadzaal?”. Het antwoord was dat bijna 80 procent van de aanwezigen de hand opstak. Het succes van deze bijeenkomst deed de initiatiefnemers vervolgens helaas zo schrikken dat verder elk initiatief werd gesmoord onder het motto dat het werven van raadsleden een taak is voor de politieke partijen zelf.
De campagne Zie jij jezelf al als raadslid leverde twee belangrijke aandachtspunten op. Allereerst begonnen we ruim anderhalf jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen. Om raadslid te kunnen worden moet je immers bijna altijd lid zijn van een politieke partij. Daarnaast stellen politieke partijen vaak de eis dat je ook nog een jaar partijlid moet zijn om op de kieslijst te kunnen komen. Een dergelijk ritme helpt niet om, vlak voor de verkiezingen, wanneer de partijen op traditionele wijze stemmen gaan werven en lijsten gaan maken, nog ‘even’ nieuwe mensen te vinden.
Daarnaast zagen we dat de campagne publicitair geholpen werd door de controverse tussen partijen over de kwestie of een bewustwordings- en wervingscampagne niet het uitsluitende voorrecht van individuele politieke partijen moet zijn. Dat geschilpunt werd nog zichtbaarder toen, in het kader van de opkomstbevordering, in het stadshart een verkiezingswinkel voor alle partijen werd geopend. Nieuwe partijen en een 10% hogere opkomst in 2010 doen bijna de verleiding ontstaan deze andere manier van opkomstbevordering als succes van de campagne te beschouwen. De eerlijkheid gebied echter op te merken dat waarschijnlijk de deelname van de PVV aan de gemeenteraadsverkiezingen in Almere eerder van beslissende betekenis is geweest. In alle hectiek van dat moment, zijn we in Almere helaas vergeten de campagne goed te evalueren. Ook de uitkomsten van het recente onderzoek van de Universiteit Tilburg over de kansen van opkomst bevordering lijken ons te zeggen dat de effecten van onze inzet destijds vrijwel nihil lijken zijn.
Toch liggen er volgens mij nog genoeg kansen. Wanneer je je bedenkt dat 2 procent van de Nederlanders lid is van een politieke partij, dan blijft er nog altijd 98 procent beschikbaar. Bovenstaande en andere voorbeelden maken voor mij steeds opnieuw zichtbaar dat politieke partijen actiever moeten gaan zoeken naar raadsleden buiten hun 2 procent partijleden. Voor laaghangend fruit kun je al denken aan het aantal toezichthouders en commissarissen bij maatschappelijke organisaties. Mensen die in het algemeen betrokken zijn op de publieke taken. Het aantal groeit gestaag omdat de laatste decennia het aantal maatschappelijke organisaties steeds verder toeneemt. Momenteel zijn er bijvoorbeeld in een gemeente als Almere meer toezichthouders en commissarissen dan dat er raadsleden zijn. Het kan natuurlijk zijn dat zij bewust kiezen voor werken buiten ‘het glazen huis’ van de democratie. Maar aandacht voor het publiek domein kan hen niet worden ontzegd.
Politieke partijen moeten dus niet pessimistisch zijn of klagen dat ze geen nieuwe mensen op hun lijsten kunnen krijgen. Ze moeten anders durven te kijken om raadsleden in spe te herkennen.
Jan Dirk Pruim
Reacties: 8
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Je geeft (minstens) twee handvatten
1 - sluit aan ij wat mensen motiveert. Gs uit van hun beleving in plaats van jouw eigen partij politieke culturele systeem
2 - stel je systeem open, stel jezelf open als partij
Het is 80% mensen werk en 20% goed koers zetten en adequaat organiseren ...
Ons kent ons, vriendjespolitiek, amateurisme en kleinzielige dorpspolitiek zijn nu eenmaal geen aanbevelingen om je daarbij aan te sluiten...