Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Sorry, ...hoor ik daar tegenspraak

Onderzoeksjournalisten Hans Goossen en Theo Sniekers schreven een boek over het functioneren van de lokale democratie in Roermond. Het is een ontluisterende opsomming van hoe op vele niveaus wordt omgegaan met tegenspraak. ‘Het is doen wat Jos van Rey wil.’

05 december 2014

Waar gebeurd. In het Roermondse stadhuis ‘vluchtte’ een bestuurder tijdens collegevergaderingen naar het toilet om maar niet te hoeven stemmen tegen voorstellen waar toenmalig wethouder Jos van Rey vóór was. ‘In collegevergaderingen zag Jos aan m’n gezicht dat ik het ergens niet mee eens was. Dan zei hij: “Ik geloof dat er iemand even naar de wc moet.” Als ik dan terugkwam, waren ze toe aan het volgende agendapunt en lag er voor het vorige een unaniem collegebesluit’, aldus een oud-wethouder uit het eerste decennium van deze eeuw. ‘Het is een keer of drie, vier voorgekomen. Dit was een manier om te laten voelen dat ik het er niet mee eens was. Dan wist men dat ik tegen was, zonder dat het formeel werd. En daarna ging men over tot de orde van de dag.’

Die opmerkelijke ontboezeming doet een oud-wethouder in het boek El Rey van de onderzoeksjournalisten Hans Goossen en Theo Sniekers van De Limburger/Limburgs Dagblad. Het boek over de van omkoping en witwassen verdachte VVD-politicus Jos van Rey (onder andere oud-wethouder in Roermond) werd vorige week gepresenteerd. Het boek gaat over het reilen en zeilen in en rondom het stadhuis waar Van Rey jarenlang de scepter zwaaide. Ze spraken met meer dan zestig mensen. Uit vrees voor repercussies deden velen dat off the record.

Verdelen taart
Rond de eeuwwisseling krijgen de journalisten de eerste signalen dat er wat aan de hand was in Roermond. ‘Meestal gingen die tips over banden tussen de politiek, lees wethouder Jos van Rey en een projectontwikkelaar – Piet van Pol. Zo van “de taart wordt hier altijd in een paar puntjes verdeeld”’, zegt Hans Goossen. Na een reeks nieuwe seintjes in 2010 besluit hij er samen met collega Theo Sniekers serieus werk van te gaan maken. Eerder al legde de krant de zogeheten Sinterklaasaffaire in Echt-Susteren bloot, die CDA-gedeputeerde Herman Vrehen mede de kop kostte. Burgemeester Toine Gresel van Heerlen kwam onder vuur te liggen vanwege hun publicaties over vraagtekens rond een verbouwing van diens woning. Hij zag af van een nieuwe termijn. En zo moest burgemeester Gerd Leers van Maastricht mede als gevolg van hun speurwerk aftreden nadat deze toch niet zo integer leek als hij wilde doen voorkomen.

In 2010 zetten Goossen en Sniekers namens hun krant de eerste vragen uit in Roermond over mogelijke belangenverstrengelingen tussen stadsbestuurders en het zakenleven. ‘Het standaard antwoord vanuit het gemeentehuis: alles is hier netjes geregeld. Van alle mogelijke belangenconflicten wordt melding gemaakt. In geval van mogelijke verstrengelingen, doet de wethouder een stap opzij’, citeert Theo Sniekers uit de reactie op hun Wob-verzoek. Meerdere ordners werden officieel overhandigd door burgemeester Henk van Beers, met een fotograaf van de gemeente erbij. In de ordners zitten  zeven velletjes met integriteitsmeldingen van het college. Van de 100 blijken er zo’n 80 afkomstig van Van Rey, waarvan zo’n 50 over de relatie tussen hem en projectontwikkelaar Van Pol. ‘Ok, als alles zo netjes is geregeld, laat ons die integriteits­meldingen van het college dan maar zien’, zegt Sniekers. Zeven velletjes kregen ze. Omdat het niet de oorspronkelijke meldingen zijn die op de zeven velletjes staan maar de registratie ervan, vragen de journalisten om de onderliggende stukken – specificaties om er bijvoorbeeld achter te komen wie wat voor wie betaalt. En daar begint de tegenwerking vanuit het stadhuis. Antwoorden op vragen blijven steeds langer uit, als ze al komen. Toenmalig burgemeester Van Beers geeft in het boek toe dat het een spel werd: ‘De krant wilde snelheid, wij wilden vertraging.’ Achteraf geeft Van Beers – on the record – toe dat die handelwijze van de gemeente niet zo gelukkig was.

In hun zoektocht naar wat er mis is en hoe dat kan gebeuren, stuiten beide onderzoekers op meer dingen die een openbaar bestuursorgaan niet passen. Het verslag ervan in El Rey is een opsomming van hoe op vele niveaus wordt omgegaan met tegenspraak. ‘Die plassende wethouder was niet het enige collegelid dat bang was voor Van Rey, de man die het volgens velen tussen 1998 en 2012 in de stad voor het zeggen had’, aldus de auteurs. Waar Van Rey volgens hen liever spreekt van een ‘collegiaal bestuur’, houdt zijn voormalige collega-wethouder Fried Smeets het op solidariteit ‘onder enige druk’.

Volgens Smeets werd Roermond ‘bestuurd door een dominante machinist die van zijn conducteurs vooral volgzaamheid verlangt.’ Van een open en transparante discussie waarin iedereen vrijelijk zijn mening moet kunnen uiten, zonder enige terughoudendheid en zonder mogelijke nare gevolgen, daar was in Roermond volgens hem lang niet altijd ruimte. ‘Tegenspraak werd al gauw gezien als een barst in de besluit­vorming.’ Smeets concentreerde zich daarom maar op zijn eigen portefeuille. Andere collega’s kozen voor een alternatieve veilige methode. ‘Op den duur ga je je schikken in je rol’, aldus een andere oud-wethouder. ‘Je hebt er niets aan om er dwars voor te gaan liggen, dat kost je alleen maar je kop.’

Buigzame ambtenaren
De angstcultuur houdt ook ambtenaren in de greep. Goossen en Sniekers spraken met zowel zittende als oud-ambtenaren. De rode draad: onafhankelijk advies geven wordt niet gewaardeerd. Je geeft alleen adviezen die het college wil horen. Of zoals een ambtenaar het zegt: je moet buigzaam zijn als riet, anders knak je. Anders gezegd, dan word je geknakt. Het is volgens GroenLinkswethouder Marianne Smitsmans ‘doen wat Van Rey wil’. De VVD-wethouder vond het volgens voormalig wethouder Peter de Boer van GroenLinks ‘maar niets als ambtenaren contrair aan het voornemen van het college adviseerden.’ Een ander oud-collegelid heeft ervaren dat in de collegekamer van Roermond van ambtenaren vooral wordt verwacht dat ze ‘volstrekt solidair met het bestuur’ zijn. Van Rey, maar ook zijn partijgenoot en collega-wethouder Tilman Schreurs maakten volgens het niet nader genoemde oud-collegelid ‘overduidelijk dat in dit circus de apen niet de baas zijn’.

Volgens de auteurs reppen meerdere, veelal bij de gemeente vertrokken ambtenaren, van een angstcultuur en wijzen daarbij nadrukkelijk naar Van Rey. Die had als wethouder ook personeelsbeleid in zijn portefeuille. ‘Je geeft adviezen, inhoudelijk op basis van je professionaliteit. Het is aan het bestuur om daar dan gemotiveerd van af te wijken. In Roermond lag dat anders: dit willen we en dan moet dus dit advies er komen’, aldus een oud-ambtenaar. ‘De cultuur in Roermond is dat de gemeente het bedrijf van Jos is.’ Volgens de voormalig medewerker betekent dat dat je het dansje mee moet doen of vertrekken.

Schofferen
Sommige ambtenaren vinden dat overigens ook heerlijk werken. “Het leidt tenminste tot iets” en “met Van Rey kom je ergens”. Een enkeling beweert ook dat dat tegengas geven wel zou werken. Dat blijkt dan weer niet uit de diverse rapporten die er de afgelopen jaren over de angstcultuur in Roermond zijn geschreven. Het zich beknot voelen in het ambtelijk adviseren komt al naar voren in in het rapport Roermond kijkt in de spiegel van 2002. Dat laatste is geschreven in opdracht van de kort daarvoor aangetreden gemeente­secretaris Rita van Breugel, omdat ze proeft dat medewerkers zich niet helemaal vrij voelen in hun advisering. Het onderzoeksrapport van een extern adviesbureau zorgt voor een schokgolf, zegt Van Breugel in het boek. De kritiek aan het adres van Roermonds voornaamste wethouder is namelijk fors. Ambtenaren van zijn afdeling Ruimte voelen zich ‘onheus benaderd en soms zelf geschoffeerd’. Om negatieve reacties van hun wethouder te voorkomen, durven ambtenaren geen risico’s meer te nemen, zo meldt het rapport. Medewerkers van Van Rey’s afdeling voelen zich ook ‘vaak niet gekend in hun adviserende functie’, storen zich aan ‘inconsistenties in beleid’, waarbij woorden als ‘vriendjespolitiek, opportunisme en gebrek aan principes’ vallen. ‘Wie zich openlijk verzet, loopt risico’s,’ meldt het rapport.

Uit een rapportage van gemeentesecretaris Lieke Paulussen (2010) en uit het rapport van de integriteitsonderzoekers Winnie Sorgdrager en Paul Frissen (2011) – ingesteld na publicaties over de kwestie Van Rey – blijkt dat er nauwelijks iets verandert in Roermond: wethouders geven ambtenaren onvoldoende ruimte voor onafhankelijk advies. ‘Het is een terugkerend iets’, zegt Hans Goossen. ‘Je moet doen wat het college zegt.’ Niets geleerd, niets mee gebeurd? ‘De bevindingen van 2010 werden niet eens besproken in het college van B&W. Van Beers zegt er tegen ons over: “Ja, hoe gaat dat dan? Het belandt in de kast en uiteindelijk bij mij in de kluis.”’

Verwateren
Op veel bijval van de burgemeester hoeven bange ambtenaren niet te rekenen. Hij laat het verwateren. Ook in de gemeenteraad zit weinig corrigerend vermogen, zo concluderen Sorgdrager/Frissen. Vrij vertaald stellen ze dat de raad weinig pogingen onderneemt om het Van Rey moeilijk te maken. Kaderstelling en controle, in feite hoofdtaken van de raad, zijn een wassen neus. ‘Neem de conclusies van Sorgdrager/Frissen. Die worden voor de raadsbehandeling door de raad zelfs voorbesproken met de wethouder bij de CDA-fractievoorzitter thuis. Daar wordt afgestemd welke raadsmoties de steun van Van Rey kunnen wegdragen’, zegt Goossen.

Veel tegengas ondervindt Van Rey dus niet in Roermond. Niet van het ambtelijk apparaat, niet van collega-wethouders, niet van de gemeenteraad. En, zoals al aangestipt, ook niet van de burgemeester – althans zeker niet van Henk van Beers. Diens voorganger Herman Kaiser – ook CDA – probeerde het nog wel, maar hield het niet vol. ‘Hij brak mentaal en fysiek onder het dominante juk van Van Rey,’ zegt oud-wethouder Tof Thissen over hem. Van Beers trok volgens ‘een hoge gemeenteambtenaar’ meteen na zijn aantreden al de conclusie dat ‘als je nog een beetje leven wilt hebben, je Van Rey niet te veel voor de voeten moet lopen.’

Of de dominante Van Rey binnen de kaders van de wet heeft gehandeld, daarover doen de auteurs in El Rey geen harde uitspraak. ‘Dat is aan de rechter’, legt Sniekers uit. De regiezitting van de rechtszaak tegen de van ambtelijke omkoping, verkiezingsfraude en witwassen verdachte J. van R. is volgens het Openbaar Ministerie in de eerste maand van het nieuwe jaar gepland.

‘Misschien is straks het oordeel wel dat Van Rey naar de letter van de wet helemaal niets illegaals heeft gedaan. Maar wat we nu al kunnen stellen, is dat lokale democratie niet hoort te werken zoals in Roermond. Met te veel macht die is geconcentreerd in en rondom één persoon en waar checks and balances ontbreken’, zegt Hans Goossen. ‘Het is triest dat er een rechtszaak voor nodig is om te laten begrijpen wat er gebeurt als mensen hun rol niet pakken, partijen hun rol niet spelen die ze moeten spelen. Men heeft het laten gebeuren. Ongetwijfeld valt Van Rey wat te verwijten, maar iemand kan alleen zo dominant zijn als de omgeving het toelaat. Tegenmacht is in Roermond met heel kleine lettertjes geschreven.’

‘El Rey. Van jager tot prooi’,  Media Groep Limburg. Prijs: 19,95 euro.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
Terechte conclusie dat iemand alleen zo dominant kan zijn als de omgeving het toelaat. Het is toch onbestaanbaar dat een collega wethouder naar het toilet ging om maar niet tegen een voorstel van Van Rey te hoeven stemmen?
Advertentie