‘Schijn bedriegt, ook in Apeldoorn’
In Apeldoorn lijkt alles pais en vree. Het ondermijningsbeeld laat volgens burgemeester John Berends ook een andere kant van de stad zien. Een gesprek met hem over het niet schuwen van onorthodoxe methodes, inclusief undercover gaan in eigen stad. ‘Alle barrières vielen weg’.
Burgemeester John Berends over ondermijning
264 kapperszaken heeft Apeldoorn (162.000 inwoners). 264! ‘Je gaat dan denken: is dat wel zuivere koffie?’, zegt burgemeester John Berends (62). Hij maakt een rekensommetje: ‘Gemiddeld heeft zo’n kapper 600 klanten. Maar lang niet iedereen gaat naar de kapper, dus misschien kom je op 300? Die gaan vast niet iedere maand. Als ik dan ook nog eens lees dat ze tientjesklanten hebben, dan weet ik één ding zeker: er is iets aan de hand in Apeldoorn. Ik ben mij er drommels goed van bewust dat je zo de kappers in Apeldoorn dreigt te stigmatiseren. Je scheert ze over één kam, zoals een kapper in De Stentor laatst zei. Maar het boeiende is dat de kappersbranche zich óók afvraagt wat er hier aan de hand is. Ze hadden ook kunnen roepen: “Hoe komt die Berends aan zulke idiote ideeën?” Maar dat doen ze toch niet.’
Wat er aan de hand is in Apeldoorn? Ondermijning, weet burgemeester John Berends (CDA). De alom besproken vervlechting van de onderwereld met de bovenwereld. ‘We weten dat er ook in Apeldoorn zwart geld naar wit gaat, we weten welke transacties plaatsvinden en welke methodes worden gehanteerd’, zegt Berends. Winkels zonder klanten, zonneen fitnessstudio’s die als paddenstoelen uit de grond schieten. ‘Kluitjesvoetbal noemen we dat’, zegt de burgemeester. Uit het door het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Oost-Nederland opgestelde ondermijningsbeeld dat Apeldoorn onlangs heeft opgesteld, gaat het om zo’n tachtig situaties (bijvoorbeeld bedrijven met verdachte transacties of inkomsten).
Geen reden om in paniek te raken, vindt de burgemeester, ‘maar wel om alert te zijn’. De gemeenteraad van Apeldoorn heeft daarom van ondermijning een ‘inhoudelijk beleidsthema’ gemaakt en daar voor volgend jaar 170.000 euro uitgetrokken. ‘We pluizen in Apeldoorn om te beginnen zo’n twaalf gevallen uit’.
Waterbed
Ondermijning, is dat niet des Brabants? Apeldoorn, je kunt het je nauwelijks voorstellen. Geen profvoetbal, geen kickboksgala’s, geen grote hennepteelt, geen rosse buurt. Pais en vree in een perverse wereld van ondermijning. ‘Je bedoelt een gemeente van rust en ruimte. Fijn dat je het zo ervaart’, vult Berends aan. ‘En laten we dat vooral zo houden, maar de ellende met ondermijning is dat je het niet ziet. Schijn bedriegt. Het ondermijningsverhaal werd zo’n twee jaar geleden echt manifest, en dat heeft inderdaad alles met Brabant te maken. Daar ben je misschien al een brug te ver. Ik ga niet zeggen dat we het ondermijningsgilde hier vóór zijn of slimmer zijn. Dat wil je wel en dat is ook de uitdaging, maar ik weet ook dat hier net zo goed ondermijning is. Door het waterbedeffect is de drugscriminaliteit deze kant opgekomen. Leegstaande boerderijen waar wiet wordt geteeld, dumping van chemicaliën.
Nijmegen had laatst dat spoor van chemische drugs, maar wie zegt mij dat dat niet gebeurt in de bossen rond Apeldoorn? Daarom laten we binnen de regionale politie-eenheid Oost ondermijningsbeelden maken. Ik heb hem hier nu voor Apeldoorn, en dan blijkt er altijd meer aan de hand te zijn dan je dacht.’ Want een gemeentehuis is ook maar een gemeentehuis. Of zoals de Amsterdamse hoogleraar veiligheid & veerkracht Hans Boutellier laatst in Binnenlands Bestuur zei: ‘Het lokale gezag heeft geen overzicht meer’. Berends: ‘Daarom werken we met stuurploegen binnen de hele regio samen en proberen we logische verbanden te leggen. Daar zitten bestuurders in, politie, Belastingdienst, douane, OM.’
Stuurploegen, regiogroepen - de schrik slaat je om het hart. Berends: ‘Ja, dat snap ik wel. Het klinkt ook een beetje bureaucratisch, maar we hebben die samenwerking keihard nodig om de ondermijning vanuit verschillende disciplines aan te pakken. Met een sluiting van een drugspand ben je er niet. Je hebt probleemgestuurde overleggen nodig, ook over regio’s heen, om ondermijning integraal en effectief te kunnen aanpakken. Ik voel mij als bestuurder rijk dat ons zoveel ter beschikking staat.’
Een laconiek of amateuristisch ingesteld gemeentehuis is een gemakkelijke prooi voor het ondermijningsgilde, weet Berends. Daar draait het ook volgens de Leidse hoogleraar bestuurskunde Joop van Holsteijn, eerder dit jaar in de aanloop naar de raadsverkiezingen in Binnenlands Bestuur, om: ‘Er wordt voor problemen gevreesd en dat komt dan door de criminelen? Is dat al ergens structureel aan de orde? En als het al zo is, heb je dan de gemeentelijke organisatie wel op orde?’ ‘Een terechte vraag’, reageert Berends.
‘Denk aan adresfraude, mensen die zijn vertrokken maar waarnaartoe, zorgfraude. Mijn mensen moeten alert zijn op signalen die hierop wijzen; dat weten ze ook. Ze worden weer geregeld geschoold om scherp te zijn en vooral te blijven. Wanneer is een inschrijving of een vergunningaanvraag verdacht? Het is trouwens best een ding om van een vermoeden bewijslast te maken, maar dat is geen reden om achterover te leunen. Criminelen moeten weten dat we ze in het snotje hebben.’
Lekkere kluif
Dat moet een lekkere kluif zijn voor een burgemeester die jaren bij de politie heeft gewerkt. Iemand die weet hoe het falderappes werkt en die analytisch is ingesteld. ‘Ik ben denk ik wel extra getriggerd om achter de waarheid te komen’, erkent hij. ‘Maar dat betekent niet dat ik vervolgens in de repressiestand ga en niets goed vind. Dat zie je vaak in het bestuur: pats, alles verbieden. Ik zoek altijd naar een weg – niet bij ondermijning voor de goede orde – om dingen mogelijk te maken die je ook zonder gedoe kunt tegenhouden. Ik ga er zelfs een beetje naar op zoek. De politiek in Apeldoorn heeft die veerkracht en onze inwoners hebben die veerkracht ook. Die heb je nodig, want alleen is maar alleen. Zonder leger kun je geen generaal zijn, zeg ik altijd maar. Ik vind dat je het als bestuurder aan een rijk geschakeerd land als Nederland verplicht bent om soms je nek uit te steken en onorthodoxe oplossingen te bedenken.’
Zoals Volkert van der Graaf die na zijn gevangenisstraf onderdak krijgt in Apeldoorn, of Pegida en AFA (Anti Fascistisch Aktie) die mogen demonsteren in Apeldoorn. Motorclub Satudarah mocht al een aantal jaren bij de herdenking van de oprichting van de Republiek Maluku Selaton op 25 april zijn ride-out beëindigen in Apeldoorn. Ook dit jaar, terwijl het OM een half jaar eerder aan de rechtbank Den Haag had gevraagd om de club te verbieden. Berends: ‘Je kunt zo’n tocht verbieden, maar dat doe ik niet. Alle kentekenplaten zouden worden gecontroleerd; dat wisten ze ook. Boetes moesten worden betaald en motoren konden in beslag worden genomen. Rechtvaardig maar streng’. Omdat Satudarah als criminele (drugs)organisatie de rechtsstaat volgens de Haagse rechtbank ondermijnde, werd ze twee maanden later verboden en ontbonden. ‘Maar daarmee zijn ze toch niet weg?’, zegt Berends. ‘Satudarah had hier jarenlang een clubhuis. Dat is in juli gesloten, maar ik heb met die mannen hier gesproken en zij zeggen: “We komen nog steeds bij elkaar.” De ellende is nu dat ik daar geen zicht meer op heb.’
Hoeveel zicht heeft een burgemeester eigenlijk op de samenleving? Wat hoort en ziet hij? Als hij langskomt heet dat een werkbezoek, wordt de vloer geveegd en staat koffie met cake klaar. Iedereen wacht gepikt en gesteven op zijn komst. ‘Dat is echt niet nodig en dat wil je niet, maar het gebeurt wel, ook al doe je nog zo je best. Ik doe iedere dinsdagmiddag met het college werkbezoeken. Dat is dierbaar en je spreekt ook echt met mensen, maar je wordt niet ondergedompeld in een buurt. Je komt met je gevolg en je gaat na twee uur weer weg.’
Rocker op leeftijd
Dus toen SBS6 hem vroeg of hij in het programma Burgemeester Undercover wilde figureren, zei hij zonder aarzeling ja. John Berends werd de rocker op leeftijd Peter de Jong in een volkswijk in Apeldoorn-Zuid. De metamorfose was verbluffend en zijn optreden beregoed. Haar in een staart, tattoo in zijn nek en T-shirt van AC/DC (Highway To Hell Tour ‘79) onder een paars/roze houthakkershemd. ‘John Berends bestond niet meer’, zegt John Berends.
Hij bracht voor het SBS-programma 36 uur als nieuwe wijkbewoner door in het Staatsliedenkwartier. Een volkswijk waar de gemeente en wijkorganisaties hun best doen om te voorkomen dat het een probleemwijk wordt, al vinden sommige bewoners dat hij dat al lang is. Berends wordt nog iedere dag op straat of in het gemeentehuis aan zijn verblijf herinnerd. Het spookt nog steeds door zijn hoofd.
Berends: ‘Zo’n ervaring had ik nog nooit gehad. Je verliest alles. Ik sliep zelfs met de pruik van Peter de Jong op. Natuurlijk, tussen mijn twee oren was ik John Berends, maar die was er niet voor de mensen in de Staatsliedenbuurt. Wat mij zo heeft verbaasd: hoe gemakkelijk mensen hun verhaal vertellen aan een ouwe rocker. Dat kun je naïef van mij noemen. Bij de sessies die ik iedere dinsdag heb, in pak, al dan niet met de ambtsketen om, krijg je wel een verhaal te horen, en je kunt er ook aardig doorheen kijken, maar zo had ik het nog nooit gevoeld. Als ik als burgemeester optreed, dan heb ik figuurlijk twee of drie lagen, terwijl ik echt niet formeler praat dan die ouwe rocker. Ik zei wat ik als John Berends ook gezegd zou hebben, maar bij Peter de Jong vielen alle barrières weg.’
Barrières die bestuurders en ambtenaren geacht worden te slechten om ‘goed te kunnen acteren en geaccepteerd te worden in de hedendaagse samenleving’, meent Berends. Makkelijker gezegd dan gedaan. ‘Ambtenaren die bij mensen binnenkomen of mensen ontvangen, worden bij voorbaat gestereotypeerd, waardoor ook zíj het verhaal niet horen dat ze willen horen. Moeten ambtenaren ook undercover gaan?
Moeten ze naar alle 264 kappers in de stad om te zien of hun kapper een echte kapper is? Ik heb de oplossing niet een, twee, drie maar ik weet wél dat we razendsnel moeten kunnen schakelen tussen beleid en diepgang en daarna down-to-earth en nabij moeten zijn. Eén van de twee volstaat niet. De Nederlander wil namelijk een bestuurder die héél nabij is, maar die ook gezaghebbend is. Peter de Jong zou daarom toch geen goede burgemeester zijn.’
CV
John Berends (Zwolle, 1956) studeerde in Groningen pedagogiek en bestuurskunde. Hij werkte bij de politie en vervulde daarna verschillende functies binnen het Landelijk Selectie- en Opleidingsinstituut Politie (LSOP), voorloper van de Politieacademie. Verder was Berends actief in de Zwolse politiek. Eerst als gemeenteraadslid voor het CDA, vervolgens als fractievoorzitter en daarna als wethouder. In 2005 volgde zijn installatie als burgemeester van Harderwijk en 2011 begon hij daar aan zijn tweede termijn. In 2012 werd Berends burgemeester van Apeldoorn.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.