Advertentie
bestuur en organisatie / Achtergrond

Oefening in onzekerheid

Toekomsten voor Haarlemmermeer; zo is het programma gedoopt dat het strategisch vermogen van college, ambtelijk apparaat en de gemeenteraad moet versterken en verstevigen.

11 oktober 2013

Geen stip op de horizon, geen blauwdrukken en geen in beton gegoten beleid tot het jaar 2030 of verder.  Scenariodenken is wat de klok slaat in de gemeente Haarlemmermeer. De eerste stappen zijn gezet. En het smaakt naar meer. 

Toekomsten voor Haarlemmermeer; zo is het programma gedoopt dat het strategisch vermogen van college, ambtelijk apparaat en de gemeenteraad moet versterken en verstevigen. ‘De toekomst laat zich immers niet voorspellen, maar je moet wel kunnen handelen’, vat wethouder Steffe Bak (openbare ruimte, sociale zaken en welzijn, CDA) samen.

Daarnaast wil Haarlemmermeer zich minder laten leiden door de waan van de dag. ‘Het handelen van gemeentebesturen, raden en ambtenaren gebeurt toch vaak als reactie op iets wat vandaag gebeurt. Ook als je de intentie hebt om je met strategie bezig te houden, zie je dat die strategie vaak een heel korte doorlooptijd krijgt.’

En dus worden burgemeester, wethouders, ambtenaren van Haarlemmermeer – en in mindere mate raadsleden − getraind. In nadenken over wat er de komende jaren op de gemeente afkomt, maar vooral in hoe ontwikkelingen in de samen­leving kunnen uitpakken. En: hoe te handelen als plannen of besluiten anders uitpakken dan van tevoren bedacht, wat te doen als de toekomst een andere is dan ‘verwacht’. Om een concreet voorbeeld te noemen: wat betekent het als er toch niet zo veel mantelzorgers de handen uit de mouwen willen steken als het kabinet bij de decentralisatie van de langdurige zorg nu aanneemt en er zijn over te hevelen budget op baseert. Hoe ziet de samenleving er dan uit en vooral: wat kun je als gemeente doen om tijdig bij te sturen?

‘Strategisch vermogen moet uiteindelijk tot uitdrukking komen in beter handelen. Het moet leiden tot rijkere alternatieven en tot meer bezonnen besluitvorming’, verduidelijkt bestuurskundige Roel in ’t Veld. Hij heeft het programma ter versterking van het strategisch vermogen van Haarlemmermeer samengesteld, mede op basis van vele gesprekken binnen en buiten het gemeentehuis. Speciaal voor deze omwenteling in denken en doen, is hij tijdelijk − voor twee jaar − als ambtenaar bij de gemeente in dienst getreden. ‘Ik vond het belangrijk om van binnenuit te werken.’

Drie onderwerpen zijn uiteindelijk uitgekozen om de eerste fase van het scenariodenken in praktijk te brengen: het sociale domein (de sociale sfeer), participatie en cohesie (zeg maar: de toekomst van de democratie) en watergovernance.

Belangrijk onderdeel en resultaat van het programma zijn de zogeheten toekomstverkenningen. In teams van ambtenaren, bestuurders, externe stakeholders en bij tijd en wijle experts, zijn op de drie terreinen mogelijke toekomsten in kaart gebracht. Het heeft ideeën opgeleverd over wat wenselijke of onwenselijke toekomsten zouden kunnen inhouden.

Verbeeldingskracht
De toekomstverkenningen vormen de basis voor de uiteindelijke scenario’s over duurzame toekomsten voor Haarlemmermeer die eind dit jaar klaar moeten zijn. ‘Het gaat echt om toekomstverkenningen, dus er zit iets van dromen en verbeeldingskracht in. Maar wat heel duidelijk wordt, is dat de toekomst niet is te voorspellen. Je moet je er bij het maken van beleidsplannen en -visies heel erg van bewust zijn dat hetgeen je nu uitspreekt later niet de werkelijkheid zal zijn’, aldus Bak.

‘Die verkenningen moet je zien als een tijdelijke stolling in het continuüm van activiteit, die straks weer aan verandering onderhevig is. Er komen andere impulsen van buiten, er komen nieuwe feiten op tafel’, vult In ’t Veld aan. En daar moet je als gemeentebestuur op inspelen. ‘Het idee van omgaan met onzekerheid, in plaats van het uitbannen ervan, is een onderdeel van het strategisch vermogen. Dat betekent niet dat een bestuurder machteloos wordt, of niets meer kan, maar dat een bestuurder bij alles wat hij doet rekening houdt met meer dan één toekomst. Die een bestuurder voor een deel wel, maar voor een belangrijk deel ook niet kan beïnvloeden.’

Eerst wordt in kaart gebracht welke ontwikkelingen en factoren van invloed kunnen zijn op waarmee je als gemeente zal moeten dealen, maar waarbij de invloed als gemeente heel gering is (exogeen). Dat zijn in Haarlemmermeer onder meer klimaat­verandering, de toekomst van de mondiale luchtvaart (vanwege Schiphol) en de toekomstige verhouding tussen samenleving en overheden.

Hiermee in de hand ga je vervolgens kijken wat je als gemeente eigenstandig kunt doen met de invloed, het geld en de ideeën die je als lokale overheid hebt. Maar vooral ook naar wat je samen met anderen kunt doen, want ‘heel veel van het handelen van die gemeente speelt zich af in samenspraak met andere actoren, zoals ondernemers, maatschappelijke organisaties of groepen van burgers’, aldus In ’t Veld. Dat wordt de transactionele omgeving genoemd.

Foto
Zwart-wit gesteld zijn de Haarlemmermeerse toekomstverkenningen een foto van een deel van de omgeving. De vruchten van die denkexercitie worden straks ingebracht in de transanctionele omgeving, waar wordt nagedacht en besproken wie (gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld en burgers) wat kan doen als er zich verschillende toekomsten ontvouwen.

Bak: ‘Neem nu het sociaal domein. We zijn ervan overtuigd dat gemeenten beter dan rijksoverheid en provincie in staat zijn om ervoor te zorgen dat de samenleving leefbaar blijft en dat mensen er hun plek kunnen vinden. Onder meer omdat we als gemeenten nu eenmaal dichter bij die burger staan. Daarbij doen we een heel sterk beroep op vrijwilligers en mantelzorgers, en dat moeten we straks nog meer doen.’

De wetten (Wmo 2015, Jeugdwet, Participatiewet) staan er vol van en de budgetten die met de decentralisaties van deze drie taken naar gemeenten worden overgeheveld, worden er mede op gebaseerd. ‘Het is niet onmogelijk dat we er over twee of drie jaar achterkomen dat het een aanname is geweest die niet klopt. Dan zitten we wel met die sterk verminderde budgetten. Als bestuur en organisatie moeten we er nu al over nadenken: als dát nou gebeurt, wat voor stappen moet je dan nemen om bij te sturen, om het niet uit de rails te laten lopen.’

Dat betekent niet dat de gemeente Haarlemmermeer zonder kompas vaart en pas in actie komt als er iets misgaat. Natuurlijk komt er een visie op hoe de gemeente de decentralisaties jeugd, werk en langdurige zorg en ondersteuning gaat oppakken. Maar dat moet meer worden gezien als ‘basisplan’, met garanties dat de gemeente haar verantwoordelijkheid neemt als kwetsbare burgers het zelf niet redden.

Bak: ‘Inwoners die het nodig hebben, moeten in deze gemeente zorg krijgen. Er gaat geen situatie ontstaan waarbij mensen tussen de wal en het schip vallen.’ Maar de ‘visie sociaal domein’ wordt niet tot achter de komma uitgewerkt. Wél moet van tevoren worden bedacht hoe kan worden gehandeld als de resultaten van ingezet beleid anders uitpakken, om wat voor reden dan ook.

Om de ‘casus’ mantelzorger door te trekken: ‘Je kunt mensen niet verplichten tot mantelzorg. Wij nemen nu allemaal aan dat mensen tot op een bepaalde hoogte die bereidheid wel hebben. Als dat niet het geval is, kunnen we natuurlijk niet degene die de mantelzorg ontbeert aan zijn lot overlaten. Dan moeten we budgettair een andere verdeling gaan maken. Daar is nu al over nagedacht. Wat je moet voorkomen is dat je over drie jaar, als de werkelijkheid anders uitpakt dan je vermoedde, met je handen in het haar en de mond open zit’, benadrukt Bak.

Lenigheid
‘Een van voornaamste vruchten van de verkenningen en scenario’s is dat je je lenigheid, je veerkracht vergroot. Er zit meer ruimte in je hoofd. En er zit een kortere reactiesnelheid, straks, in de organisatie als er iets onverwacht gebeurt omdat er al over nagedacht is’, vult In ’t Veld aan.

Deze manier van denken en handelen, ziet Bak ook als een manier om het vertrouwen tussen bestuur en burgers te herstellen en te bestendigen. Een aangename ‘bijvangst’ van het scenariodenken. ‘Voor mij is de winst dat we hiermee niet het beleid voor dertig jaar hoeven vast te leggen. Dat is immers onmogelijk omdat je de toekomst niet kunt voorspellen. Het alsmaar bijstellen van niet realistische vergezichten die dan bovendien mogelijk ook geen effect sorteren omdat je geen scenario’s en geen andere werkelijkheid kent, komt niet ten goede aan de bestuurlijke en politieke betrouwbaarheid.’

Als je hijgerig blijft streven naar die ooit vastgelegde stip op de horizon, maatregelen neemt om die horizon toch te bereiken die geen vruchten afwerpen, dan verliest de burger het vertrouwen in politiek en bestuur. Want politici en bestuurders zeggen dan wel dat ze een bepaald probleem gaan oplossen, maar het lukt soms gewoon niet. Bak: ‘Wees eerlijk in je communicatie en geef aan dat de werkelijkheid niet in beton gegoten is. Geef gelijktijdig ook aan dat er basisprincipes zijn die je hoe dan ook niet zult verlaten.’

Dat betekent niet dat die verkenningen alleen ‘voor later’ worden gemaakt. Zo wordt de toekomstverkenning sociale sfeer gebruikt om het beleidsplan voor de decentralisaties sociaal domein te maken. De politiek kan de drie toekomstverkenningen voor hun verkiezingsprogramma’s gebruiken.

De verkenningen zijn nu op drie domeinen uitgevoerd, maar het is nadrukkelijk de bedoeling dat het daar niet bij blijft. Het is eerder een begin. Het ‘nieuwe denken’ moet uiteindelijk in alle haarvaten van de gemeente komen te zitten. Zowel ambtelijk als bestuurlijk. Bak: ‘We willen deze denk- en werkwijze ook overbrengen naar een volgend college. De ambtelijke organisatie moet het in haar denken en werkwijze integreren.’

Leien dakje
Natuurlijk zal het niet altijd van een leien dakje gaan. Binnen de organisatie staat niet elke ambtenaar te juichen om op deze manier te werken. En stel dat na een vervelend incident  het Raadhuisplein straks vol boze burgers staat die eisen dat de politiek meteen actie onderneemt. Waarna politici in de raadszaal het college van burgemeester en wethouders via moties en amendementen tot maatregelen manen. Daar sta je dan met je strategische vermogen dat haaks staat op hijgerigheid en handelen op basis van dagkoersen.

In ’t Veld: ‘Het is van groot belang dat we breed communiceren waar we mee bezig zijn en hoe we met toekomsten willen omgaan. Natuurlijk blijft politiek de wereld van de wil, en natuurlijk heeft de politiek het primaat om die te formuleren. Maar dat betekent niet dat je die wil moet instrumenteren met dwaasheid. Je kunt ook veerkracht en lenigheid inzetten, weloverwogenheid.  et de mogelijkheid om met de vele toekomsten om te gaan.’

Op www.randloosdenken.nl is meer informatie te vinden over het programma Toekomsten voor Haarlemmermeer.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie