Rutte IV heeft een ander liefje
Het decentrale speelveld ligt er onder Rutte-IVanders bij: stiksofdossier bij de provincies, sociaal domein bij de woningcorporaties.
Onlangs keerde de VNG mopperend terug aan de onderhandelingstafel over de toekomst van de jeugdzorg. De gemeenten waren daar woedend weggelopen nadat ze in het coalitieakkoord de bons hadden gekregen van VVD, D66, CDA en de ChristenUnie. De onderhandelende partijen hadden namelijk niet alleen de kachel aangemaakt met praktisch alle wensen van de officieel zo gewaardeerde medeoverheden, ze hadden en passant ook nog even het arbitrageoordeel van de Commissie van Wijzen over de tekorten in de jeugdzorg opengebroken om daar een half miljard uit te slopen.
De VNG foeterde in beleefde termen over een valse start, maar sloeg geen deuk in het pakje coalitieboter. Pas na druk vanuit de Eerste Kamer ging de ingeboekte bezuiniging op de helling en kropen de gemeenten weer voorzichtig uit hun schulp. Deze episode is geen toevallige. Het decentrale speelveld ligt er onder Rutte-IV bepaald anders bij.
De provincies krijgen met het stiktstofdossier de juridisch relevante sleutel van het fysieke domein in handen en voor het sociaal domein heeft het kabinet een nieuwe liefde: de woningcorporaties. Niet de door gemeenten zo gehate opschalingskorting ging bij de coalitiebespreking van tafel, maar de doorn in het vlees van de huursector: de verhuurdersheffing. En daar bleef het niet bij. Om hun nieuwe liefde te bekostigen, bepaalde de coalitie zelf alvast de partneralimentatie: anderhalf miljard uit het gemeentefonds voor de woningbouw. Voor de Actieagenda Wonen, die de corporaties zelf hebben bedacht, slijpt minister De Jonge de messen van de doorzettingsmacht.
Vergeten zijn kennelijk de Maserati’s van Möllenkamp, de financiële malversaties waarvoor celstraffen zijn uitgedeeld en het geld dat tegen de plinten klotste in megalomane vehikels die ver van hun bestaansrecht waren afgedreven. Zelfs op schandalen beluste politici zwijgen. Terwijl het allemaal nog niet zo heel lang geleden is. Hoe zou dat komen?
Vergeten zijn kennelijk de Maserati’s van Möllenkamp
De vrij plotselinge en ook opvallend brede politieke steun voor de sector wijst op een zeer succesvolle lobby van Aedes, de belangenbehartiger van de corporaties. De inzet daarvan was overigens geen geheim: die staat gewoon op hun site. In de Aedes-agenda voor 2021 presenteren de corporaties zich als de oplossing voor bijna elke kwestie die op de formatietafel zou kunnen komen. Woningnood, energietransitie, warmtenetten, gasloze wijken, leefbare wijken, veilige wijken, wijken zonder zwervers, huizen voor zorgbehoevenden, strijd tegen ondermijning – achter elk probleem van deze tijd stond het telefoonnummer van Martin van Rijn.
Niet zo gek dus, dat de onderhandelende coalitiepartijen hem hebben besteld om alles op te lossen. Als een echte heer reikte Van Rijn onlangs in dit blad de hand naar de gedumpte gemeenten. ‘Het is tijd voor een nieuw partnerschap,’ zei hij, ‘corporaties en gemeenten kunnen voor een nieuwe tijd zorgen in de volkshuisvesting, mits ze elkaar opzoeken.’
Ik denk dat Van Rijn daarin gelijk heeft. Als dat partnerschap dan maar niet alleen bestaat uit het aanleveren van bouwlocaties en vergunningen, waarover Van Rijn vooral sprak. In een gelijkwaardig partnerschap kunnen gemeenteraden de corporaties ook ter verantwoording roepen voor resultaten, zoals drie griffiers tien jaar geleden al betoogden in het pamfet Gemeenteraadsleden, vertegenwoordig meer!
Onlangs stond in de Volkskrant dat slechts drie op de tien corporaties het fatsoen in hun donder hebben de huren van sociale woningen met de laagste energielabels niet te verhogen. Dat betekent dat zeventig procent zich dus niet verantwoordelijk voelt voor de energiearmoede die ze zelf veroorzaken. De Tweede Kamer trok pas Dick Benschop over tafel voor de ellende van vakantiegangers op Schiphol. Dan moet het raadsleden toch lukken hier een corporatiedirecteur over te spreken te krijgen?
De gemeenten mogen in Den Haag dan tijdelijk in ongenade zijn gevallen, hun verantwoordelijkheid wordt niet bepaald door de taken die ze daar in de lobbycarroussel van bestuurlijke opgaven toegeschoven krijgen. Hun verantwoordelijkheid volgt uit de wettelijke opdracht voor de raad om alle inwoners te vertegenwoordigen, juist de kwetsbaren. Zolang dat gebeurt, volgt de erkenning van de relevantie weer vanzelf.
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.