Roosendaal
Laatst ging ik naar Roosendaal om met eigen ogen te zien hoe het daar gaat met het antidrugsbeleid. Al direct bij binnenkomst van de gemeente stuitte ik op een digitaal bord met de tekst: ‘Het gedogen is voorbij. Courage.’
Een leuk welkom, dacht ik nog, waarin mij moed werd toegewenst. Maar het bleek wat anders in elkaar te zitten. Courage is de naam van het politieteam dat Roosendaal schoon moet vegen van hennepkwekerijen en andere uitingen van drugsgebruik. Kennelijk wenst de politie in Roosendaal zichzelf moed toe, en dat lijkt mij heel verstandig als je met zo’n onmogelijke taak wordt opgezadeld. Later hoorde ik dat de kentekens van alle Belgische auto’s per camera worden vastgelegd. Mag dat? Of had ik het verkeerd gehoord?
Ze zien je in Roosendaal dus liever niet meer komen. Wat mij betreft is die houding wederkerig. Misschien was het ooit een aantrekkelijke stad, maar wat er in het centrum de laatste 40 jaar is bijgebouwd, getuigt van een uitzonderlijke lelijkheid. Als ik niet op zoek zou zijn naar een jointje, zou ik niet weten wat ik hier te zoeken had.
Eenmaal het Courage-bord voorbij reden wij naar de Molenstraat. Hier zijn op last van de burgemeester alle coffeeshops gesloten, op één na. De Molenstraat, eens het middelpunt van de marihuanahandel, lag er opengebroken bij. Ik werd er opnieuw verwelkomd met een bord, dit keer met de tekst: ‘Let op! Vanwege overlast wordt hier gecontroleerd en niets getolereerd!’ In het Frans werd die boodschap nog eens herhaald. ‘Rien n’est toléré!’ Boem, die zit! Zero-tolerance, daar houden wij van.
Zou het lukken om de drugstoeristen uit de grensstreek weg te krijgen? 25 jaar geleden werd de oorlog tegen drugs afgekondigd. De New York Times bracht onlangs een groot artikel met de kop: ‘Drugs won the war’. De drugs hebben de oorlog gewonnen, maar dat vinden ze niet in Roosendaal. Ik vind dat een kranige houding: roeien tegen de tijdgeest in. Moedig. Courageux.
In de Molenstraat was alleen coffeeshop Azul open. Daar zaten ze een beetje te kaarten. Nee, marihuana verkochten ze niet meer. In het theehuis ernaast dronken ze alleen nog thee. Daar was het niet gezellig. Alle andere tentjes waren dicht. Midden op de dag de rolluiken gesloten. Een groot gevoel van treurigheid maakte zich van mij meester. Ik slenterde de Bazaar binnen, een bric-à-brac-winkel die van alles verkoopt: van houten penissen tot akoestische gitaren. De omzet is al 30 procent gedaald, vertelde de uitbater. Het wordt stil in Roosendaal.
Enerzijds zag de middenstand de Belgen graag komen, maar anderzijds werden de Belgen door de politie meteen weggejaagd door de voortdurende fouilleeracties. Persoonlijk wens ik de politie veel succes toe. Het gaat vast lukken Roosendaal schoon te vegen van alle drugs. In de coffeeshop van het nabijgelegen Etten-Leur loopt het nu storm. Daar wrijven ze zich in de handen, totdat Moeder Courage ook daar langskomt.
roosendaal gaat dood door deze asociale acties van de politie en justitie.
toeristen zijn niet welkom want worden allemaal verdacht als drugsgebruikers.
ik zie mijn stad veranderen in 'n strafkamp.