‘Rijk ziet gemeenten als kostenpost'
De ene gemeente heeft meer inkomsten dan de ander. ‘Het gemeentefonds moet op de helling’, zegt oud-staatssecretaris Willem Vermeend, de ontwerper van het huidige financiële verdeelsysteem.
Op zijn dinsdagse werkplek, driehoog achter in Gouda, grijpt Willem Vermeend met beide handen naar zijn hoofd. Een automatische reflex als hij terugdenkt aan de moeite die het hem kostte om tot een betere verdeling van het gemeentefonds te komen. Als staatssecretaris Financiën in het eerste kabinet Kok (1994-1998) voerde hij eindeloze discussies over dat ingewikkelde systeem. Het was niet precies genoeg en leidde tot ongelijkheid.
‘Ellenlang hebben we er met de Kamer en de gemeenten over gesproken hoe die scheefgroei op te heffen. Maar welk model je ook koos, altijd had je winnaars en verliezers’, zegt Vermeend. Deed hij het zus, dan piepten die nadeelgemeenten, deed hij het zo, dan voelden andere zich tekort gedaan. ‘Alleen de voordeelgemeenten hielden zich altijd muisstil’, aldus Vermeend.
Zijn ministerie had alles verkend, tot en met een nieuw en groter belastinggebied voor gemeenten toe. Maar daar was geen draagvlak voor. Vermeend en zijn ambtenaren bekeken ook of de rente- en dividendinkomsten van gemeenten middels een bepaalde maatstaf in mindering waren te brengen op de algemene uitkering. ‘We wisten in 1996 ook al dat de inkomsten van gemeenten uit overige eigen middelen verschilden, maar een vereveningsoperatie zou het nog ingewikkelder hebben gemaakt dan het al was.’
Bijna vijftien jaar later laait die discussie echter opnieuw op. Uit diverse onderzoeken blijkt dat de scheefgroei in inkomsten uit rente, dividend, bouwgrondexploitatie, huur en pacht tussen gemeenten alleen maar verder toeneemt. Een meer exacte verdeling van gemeentefonds is nu echter dubbel gewenst omdat het Rijk flink wil korten op de gemeenten.
‘In tijden van krapte moet het preciezer’, stelt ook het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ja, zegt Vermeend, maar dat is niet genoeg. Het probleem is groter dan alleen de scheefgroei en daarom is inzetten op een aanscherping van de verdeelmaatstaven een te enge benadering.
Heftig schudt hij zijn hoofd. ‘Je zit nu zit met een bezuinigingsoperatie van het kabinet die mogelijk tot wel drie miljard minder inkomsten leidt voor gemeenten. Tegelijkertijd hoor je dat gemeenten een groter takenpakket toevalt: ze krijgen een belangrijkere rol in de gezondheidszorg en het arbeidsmarktbeleid. Met andere woorden, er wordt meer verwacht van gemeenten.’
Dat betekent dus ook grotere risico’s, want door de geringere economische groei zal een groter beroep worden gedaan op de gemeentelijke bijstand. ‘Nog steeds is het draagvlak gering om het lokale belastinggebied uit te breiden. Tja, je ontkomt er dus niet aan dat gemeenten met het kabinet om tafel gaan zitten voor een totaal, breed akkoord. Het kabinet moet duidelijk maken wat ze van gemeenten verwacht op het gebied van werk en zorg.'
'Bij overheveling van taken moet uitdrukkelijk de financieringsvraag aan de orde komen. Hoe zit het met de inkomsten? Hoe financieren ze hun taken? Het kabinet kan zich niet beperken tot alleen bezuinigen. Het ontkomt niet aan een brede operatie, omdat het meer vraagt van de gemeenten. Uiteraard moet het gemeentefonds onderdeel zijn van een breed pakket van afspraken’, zegt Vermeend.
‘Als je toch fors taken gaat overhevelen, kijk je ook naar het systeem.’ ‘Nogmaals,’ stelt hij, ‘het kabinet moet niet volstaan met beperkte bezuinigingen! Op kille toon centraal opgelegd bezuinigen is een Pavlov-reactie. Zo van: “Oh crisis? Hier heb je een aanslag.” Bezuinigen moet, dat weten we allemaal.'
'De staatsschuld moet omlaag, het begrotingstekort naar beneden. Maar zet naast een slim bezuinigingsplan een slim groeiplan. Én-én. Dat mis ik in heel Europa. Echt waar, die crisis is een hype. De VS doet het wat dat betreft veel beter. Al die doemdenkers hier, die achter de verkeerde emotie aanlopen. Beleggers kijken naar waar de groei is, niet naar waar de somberheid regeert. Ze gaan dus weer naar de VS, waar ze de crisis met enthousiasme te lijf gaan. Er komen uitdagende tijden aan. En nee, het woord somberheid wil ik niet horen.’
Regionale economie
Wat Vermeend wil zeggen is dat alleen bezuinigen voor Nederland als geheel zo weinig oplevert. In ‘zijn’ langetermijnvisie geeft het Rijk veel meer ruimte aan de regio, aan het lokale bestuur. Juist daar, in de regionale en de stedelijke economie zit volgens hem de groei.
‘Waar gaat het goed? Kijk in de Atlas voor Gemeenten. Daar waar overheden nauw samenwerken met het bedrijfsleven, het contact zoeken, daar is de economische groei het grootst. Het macrobeleid mag gerust bij Economische Zaken blijven, maar de microrol ligt bij gemeenten. Hun bestuurders moeten serieus worden genomen. Te vaak echter worden lokale overheden door Den Haag als uitvoeringsloketten gezien, niet als professionals. Mijn stelling: geef ze de ruimte, dat geeft sterke regio’s en dat is ook rijksbelang.’
Bezuinigen mag dus - moet zelfs - maar de wijze waarop is volgens hem cruciaal. Voor alles dient te worden ingezet op versterking van de werkgelegenheid. ‘Gemeenten die te snel en te hard bezuinigen doen de economie geen goed. Het leidt tot banenverlies in de regio en dat moet je niet willen. Lokale bedrijven zijn mede afhankelijk van opdrachten van gemeentelijke en provinciale overheden.’
Het belang van de werkgelegenheid in Nederland is volgens Vermeend breder dan alleen de mainports Rotterdam en Schiphol en de brainport Eindhoven. In toenemende mate zijn regio’s bezig met ondernemen, zoals hij schreef in zijn laatste boek De WIJ Economie. ‘Regionale economie komt wereldwijd meer en meer op. Waar dat vroeger voornamelijk gebeurde op grote bedrijventerreinen, zie je nu dat kleine, nieuwe bedrijven vooral neerstrijken in een goede leefomgeving. En daar waar snelle internetverbindingen zijn.’
Juist in die verschuiving van fysieke naar digitale economie - alles wat met onder andere mobiele telefonie en internetcommunicatie te maken heeft - kunnen gemeenten volgens Vermeend een prominente rol spelen. Opnieuw haalt hij Amerika erbij.
‘Daar organiseert men wedstrijden welke gemeente het snelste is met het aanleggen van een snelle internetverbinding. Wie wint mag zich Google-town noemen. Voor Nederland, met de grootste computerdichtheid en de best opgeleide jeugd ter wereld, zou zo’n competitie tussen gemeenten om de snelste verbinding op internetgebied via de technologie van breedband aan te leggen, geweldig kunnen zijn. Fantastisch voor de werkgelegenheid ook. Wat gemeenten moeten doen? Voorwaarden scheppen en in overleg treden met het bedrijfsleven.’
Dergelijke noties, die neerkomen op een versterking van het regionale economische beleid, moeten doorklinken in het brede akkoord tussen Rijk en gemeenten. ‘Dat’, zegt Vermeend, ‘is ook rijksbelang. Het betekent wel dat Den Haag moet loslaten. Dat geldt voor de Kamer, maar ook voor de departementen.
‘Dat is slikken voor Den Haag. Gemeenten werden en worden te veel als kostenpost gezien. Met name op Financiën. Ik had het ook hoor. Ik wil me achteraf heus niet roomser voordoen dan de paus. De gezondheidszorg krijgt trouwens eenzelfde benadering. Ook die wordt als een kostenpost gezien. Ten onrechte, zeg ik. Juist die sector is enorm innovatief, waar onze economie vervolgens van profiteert. Voor de gezondheidszorg en de gemeenten geldt: kijk toch eens naar de kansen die ze bieden in plaats van naar de kosten.’
CV
Willem Vermeend (Zuilen, 1948) was staatssecretaris van Financiën in Paars I (1994-1998) en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Paars II (1998-2002. Samen met staatssecretaris Tonny van de Vondervoort (ook PvdA) voerde hij in 1996 de nieuwe Financiële Verhoudingswet in.
Die wet zorgde voor een eerlijkere verdeling van de algemene uitkering: gemeenten met zware taken op het gebied van onder andere minderheden en werkgelegenheid werden beter bedeeld. Ook werd bij de bepaling van de hoogte van het gemeentefonds rekening gehouden met de mogelijkheid van gemeenten om aanvullende eigen inkomsten te verwerven. Al met al beoogde Vermeend een einde te maken aan de ontstane scheefgroei inkomsten tussen gemeenten. Na zijn politieke loopbaan werd Vermeend commissaris bij een aantal internationale ondernemingen, bijzonder hoogleraar en internetondernemer.
Vermeend en de digitale wereld hebben elkaar altijd getrokken. Als Kamerlid al internette hij zich suf. Dat juist hij als staatssecretaris tekende voor de digitalisering van de onder hem vallende Belastingdienst mag niet verwonderen. ‘De eerste van Europa,’ klinkt het niet zonder trots. En gierend: ‘Ik hoor mijn ambtenaren nog zeggen: Willem, wij hebben altijd met papier gewerkt en het ging goed. Je gaat risico’s lopen.’
Plaats als eerste een reactie
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.